woensdag 9 mei 2007

Roken en het noodlot

Op alle mogelijke wijzen proberen we het noodlot te ontlopen. We willen alles beheersen. Het hoort echter tot ons noodlot dat wij daar noodzakelijkerwijs in falen. We zijn gedoemd tot falen. Is dat erg? Moeten we bij de pakken neer gaan zitten omdat we toch wel falen? Dat lijkt me ook niet wijs. Dat is fatalisme en fatalisme wil ons nog wel eens fataal worden. Je laat dan de wereld en het leven aan je voorbijgaan zonder dat je daar zelf een actieve rol in speelt. Schopenhauer beveelt deze levenshouding aan in het kader van de ‘Lebensverneinung’.
Het is maar goed dat Schopenhauer op dit punt weinig navolging heeft gekregen.
Het fatalisme is gebaseert op een denkfout. Dat we niet alles kunnen beheersen betekent niet dat we niets kunnen beheersen. Dat we niet onsterfelijk zijn en dat aan het einde van de rit ons allen de dood wacht betekent niet dat we niet het beste van ons leven zouden kunnen maken. Je moet alleen niet denken dat alle problemen oplosbaar zijn en dat je alles kunt als je maar wilt. Succes is niet zondermeer een keuze, je moet ook een beetje geluk hebben. Ik heb een vreselijke hekel aan Emile Ratelband en andere positieve denkers. Zij ontkennen het noodlot en dat is een ernstige vorm van domheid.
Ik ben blij met alle dromers en dwazen in deze wereld die zich niets aantrokken van het noodlot. Zonder deze mensen hadden we geen wetenschap, geen techniek en geen kunst gehad. Als ik het over dromers en dwazen heb dan heb ik het uiteraard niet over mensen die voor zich zelf applaudiseren en over hete kolen lopen. Dromers en dwazen hebben wel iets beters te doen. Dromers en dwazen ontdekken de wet van de zwaartekracht, schilderen De Nachtwacht, schrijven de Kritik der Reinen Vernunft of Hamlet. Ze vinden de stoommachine uit, lang voor dat iemand daar het nut van inziet.
Ik ben zelf vaak een dromer en een dwaas genoemd. Ik kan mij er niet op beroemen dat ik een grootse prestatie heb geleverd die de geschiedenis heeft verandert maar dat is het punt niet. Dat is niet iedereen gegeven. Niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden en talenten. Ieder moet het zijne doen. Dat is het punt waar het om gaat. Het is tragisch als mensen meer willen zijn dan ze zijn en meer willen doen dan ze kunnen. Wie dat doet ontkent zijn lot. Dat neemt niet weg dat je moet proberen jezelf te overwinnen. Het is moeilijk te zeggen waar je grenzen precies liggen. Zelfs als je afhankelijk bent van een rolstoel schijn je nog met succes mee te kunnen doen aan een marathon. Christopher Reeve (Superman) heeft echter nadat hij van zijn paard was gevallen en een dwarleasie had opgelopen nooit meer kunnen lopen, hoe hard hij ook probeerde zijn handicap te overwinnen. Zijn dwarsleasie bleek een onoverwinnelijk noodlot.
Het is niet nodig om grote dromen te hebben of de geschiedenis te veranderen. De kleine overwinningen op het schijnbare noodlot in het dagelijks leven zijn evenzeer de moeite waard. Zelf ben ik op dit moment bezig met het overwinnen van mijn rookverslaving. Dit is geen onderneming waarmee ik een stempel op de geschiedenis druk. Het drukt wel een stempel op mijn persoonlijke levensgeschiedenis. Voor het eerst in mijn volwassen leven ben ik rookvrij. Wat heeft dit met het noodlot te maken? Op het eerste gezicht niet veel. Roken is geen noodlot maar een keuze. Niemand dwingt je om te beginnen te roken, niemand belet je om er mee te stoppen. Was het maar zo simpel dan was ik allang gestopt.
Het is een kenmerk van een verslaving dat je niet meer beschikt over een vrije wil (ten opzichte van zaken die verband houden met je verslaving). De verslaving heeft jou in zijn macht. Iedereen die de demon van zijn verslaving overwint mag een held genoemd worden.
Hoe zit het met de rookverslaving? De meeste rokers zijn begonnen met roken in hun adolescentie. Ik ben wat dat betreft geen uitzondering. Ik ben begonnen met roken toen ik 16 was. Op die leeftijd zijn de hersenen nog niet volgroeid. De hersenen zijn volgroeid rond het 25e levensjaar. Ik ken niemand die na zijn 25e nog is gaan roken. Zoals de meeste mensen begon ik te roken omdat ik dacht dat het stoer was. Als je 16 bent geeft roken je het gevoel dat je volwassen bent. De eerste sigaret smaakt niet lekker maar je gaat door met roken tot je de smaak te pakken hebt. Op dat moment ben je verloren, de verslaving heeft je in zijn greep. De verslaving nestelt zich als een parasiet in je hersenen.
Als je doorgaat met roken is het je lot dat je tien jaar van je levensverwachting moet inleveren. Vaak sterf je een langzame en pijnlijke dood. Longenfyzeem en longkanker zijn geen pretje. Je kunt niet door blijven roken en verwachten dat je gezond oud word. De dood is een onvermijdelijk noodlot, een verslaving is dat niet.
Een verslaafde maakt zich van alles wijs. Hij maakt zichzelf wijs dat hij niet verslaafd is en elk moment kan stoppen wanneer hij dat wil. Hij is niet verslaafd anderen die er erger aan toe zijn, dat zijn pas verslaafden. Hij is alleen maar een gebruiker. Hij zal echt wel eens stoppen maar nu nog niet. Hij is zo verslaafd dat hij er niet meer van afkomt dus waarom het proberen. De lijst smoezen is eindeloos.
Een verslaving is echter geen noodlot, je kunt er zelf iets aan doen. Gezien de consequenties die het roken heeft is dat de enige verstandige keuze die je hebt. Voor andere verslavingen geldt hetzelfde. Het is van het grootste belang dat we ons zelf niet voor de gek houden. Het is van het grootste belang dat we de werkelijkheid onder ogen zien. We moeten inzien wat goed voor ons is en wat schadelijk. We moeten inzien waar we invloed op hebben en wat onoverkomelijk is. Wanneer we dat niet doen dan wordt onze verblinding ons pas echt noodlottig.

Raymond van Es

Geen opmerkingen: