maandag 9 juni 2008

Hulp uit Venezuela breekt Nicaragua op


door Tim Rogers Nederlands Dagblad
Begin vorig jaar beloofde Hugo Chávez de oliecrisis in het Nicaragua van zijn vriend Daniel Ortega op te lossen. Sindsdien is de stroomprijs vier keer verhoogd en is Nicaragua nog afhankelijker van buitenlandse olieleveringen.

MANAGUA - Begin 2007 was de vreugde nog enorm: de linkse Venezolaanse president Hugo Chávez beloofde de oliecrisis in Nicaragua, het land dat onder leiding staat van zijn vriend Daniel Ortega, op te lossen. Nicaragua kreeg tien miljoen vaten olie. Daarnaast hielp Chávez Nicaragua bij de aankoop van een aantal op olie draaiende stroomcentrales die de productie met twintig procent moeten verhogen. Ondanks de beloften is de benzineprijs in Nicaragua gestegen tot tachtig eurocent per liter, de hoogste prijs in heel Midden-Amerika. Sinds eind 2006 is de stroomprijs onder Ortega al vier keer verhoogd. De door Chávez gefinancierde stroomcentrales maken Nicaragua bovendien nog afhankelijker van buitenlandse olieleveringen. Terwijl het land al zeer arm en kwetsbaar is.

,,We zijn nu nog afhankelijker van aardolie dan anderhalf jaar geleden. En de stroom valt dagelijks nog steeds zes tot acht uur uit,,, zegt Francisco Aguirre, Kamerlid voor de oppositionele Liberale Partij. Aguirre is ook voorzitter van de Kamercommissie voor economie en begroting. ,,Als de Amerikaanse economie al wankelt door de energieprijzen, dan zijn de gevolgen voor ons wel denkbaar.''

De afhankelijkheid van olie is een nieuw fenomeen voor Nicaragua. Vóór de Sandinistische revolutie van Ortega in 1979 werd de energie voor zeventig procent met waterkracht opgewerkt. Door mismanagement van de laatste vier regeringen is daar vrijwel niets meer van over.

,,Regeringen hebben geprobeerd het energieprobleem simpel en goedkoop op te lossen door het bouwen van centrales die op olie werken,,, aldus César Zamora, directeur van Corinto Power, het grootste energiebedrijf. ,,Een oliecentrale vergt twee jaar bouwtijd, een hydrocentrale minstens vijf en het kost ook veel meer.''

Niemand verwachtte bovendien dat de olieprijs explosief zou gaan stijgen. Toen Chávez en Ortega hun overeenkomst sloten, kostte een vat olie 74 dollar, nu 130 dollar. Nu de situatie steeds nijpender wordt, wordt de kritiek op het duo Ortega-Chávez steeds luider. Daaraan draagt ook het schimmige karakter van de Venezolaanse hulp bij. Chávez geeft die onder de vlag van de ALBA, een verbond tussen Venezuela, Bolivia, Cuba en Nicaragua.

,,ALBA is een ondoorzichtige, mysterieuze organisatie'', stelt Aguirre. Op vragen van de oppositie, maar ook van Europese landen en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) weigert Ortega in te gaan. Verder dan de mededeling dat Nicaragua 310 miljoen euro hulp van Venezuela heeft ontvangen, gaat hij niet.

Journalisten worden afgebluft als zij vragen stellen over het akkoord. Ook voor economen is de ALBA ondoorzichtig. Zij kunnen de 310 miljoen euro niet in de boeken vinden. Kennelijk zit het bedrag in een geheim fonds dat Ortega naar eigen goeddunken beheert. ,,Het is volslagen onduidelijk'', meent econoom Adolfo Acevedo.

Wel is duidelijk dat zijn handelwijze Ortega geen goed doet. Een opiniepeiling, vorige maand, liet zien dat 64 procent van de ondervraagden Ortega een autoritaire leider vindt en vreest dat hij een dictatuur wil creëren. Bijna negentig procent zei dat de economie sinds Ortega's aantreden achteruit is gegaan.

Ortega wijst kritiek af. Volgens hem was Nicaragua zonder hem veel slechter af. ,,Als wij de regering niet zouden vormen, weet ik niet hoe het land er nu voor zou staan'', aldus Ortega in een rede waarin hij Chávez omstandig dankte voor zijn hulp die Nicaragua voor een ramp heeft behoed. ,,Als het niet zo was zou dit land in een totale chaos verkeren, zonder energie en aardolie.''

Geen opmerkingen: