‘Een even messcherpe als hilarische, even diepgravende als lichtvoetige ‘Kritiek van de verveelde Rede’. Never a dull moment’.
Onze gast is A.W. Prins (1957), filosoof uit Rotterdam en genomineerd voor de Socrates Wisselbeker, die de tegendraadse stelling zal verdedigen dat de diepe verveling de verborgen grondstemming is van onze tijd. Dat lijkt tegen vele intuïties in te gaan. Nog nooit hebben we het zo druk gehad. Of proberen we juist met die drukte onze verveling voortdurend te verdrijven?
Hij stelt dat de verveling de onderdrukte grondstemming is van onze tijd, waarin ons weliswaar alles ter beschikking staat, maar eigenlijk niets ons nog werkelijk raakt. Toch probeert hij vanuit deze ‘overvolle leegte’ ook een uitzicht te bieden om ‘uit de verveling’ te geraken: niet door snel om zich heen grijpende tegenbewegingen als Slow te propageren, maar door op zoek te gaan naar een bestaan waarin wij de dingen weer recht doen.
De avond is in vE90, Van Eeghenstraat 90 en wordt georganiseerd door VU podium en Studentenpastoraat. Van 20.00 tot 22. 00 uur, vanaf 19.30 is de bar open en ook daarna kan je daar uitgebreid napraten en kennis maken met andere deelnemers aan activiteiten. Toegang is gratis.
donderdag, 24 april 2008, 20:00 | Amsterdam | Studentenpastoraat, vE90 | Van Eeghenstraat 90
maandag 31 maart 2008
In het spoor van Jezus en Mohammed
Centrum voor Islamitische Theologie VU, VISOR en VU podium presenteren:
IN HET SPOOR VAN JEZUS EN MOHAMMED
een serie activiteiten naar aanleiding van het verschijnen van de gelijknamige bundel
Wat weten christenen nu eigenlijk van de betekenis van de profeet Mohammed voor moslims? En wat weten moslims op hun beurt over hoe christenen tegen Jezus aankijken? In de discussie in de media overheersen one-liners en heftige debatten, maar waar liggen nu de echte verschillen en overeenkomsten?
Over deze vragen verscheen bij uitgeverij Meinema onder redactie van Henk Vroom en Stella el-Bouayadi-Van de Wetering de bundel In het spoor van Jezus en Mohammed, waarin zes moslims en zes christenen schrijven over Jezus, Mohammed, Maria en Aisha, hun persoon, hun betekenis en hun voorbeeld voor het leven. In drie bijeenkomsten wordt naar aanleiding van de bundel de plaats van Jezus en Mohammed in hun geloofstraditie vanuit verschillende gezichtspunten belicht.
Op deze bijeenkomst zijn de bijdragen van prof.dr. M.E. Brinkman, drs Fatih Okumus, drs Benedikte Bos en dr Stella el-Bouayadi-Van de Wetering.
Dit sypmposium wordt gehouden in het Auditorium van de Vrije Universiteit, op donderdag 17 april 2008, van 10:00 tot 16:00. Toegangskaarten kunt u hieronder bestellen. U kunt kiezen voor een toegangskaart inclusief de bundel In het spoor van Jezus en Mohammed, u krijgt dan de bundel bij aankomst uitgereikt. U kunt ook alleen een toegangskaart bestellen.
donderdag, 17 april 2008, 10:00 | Amsterdam | Auditorium VU | De Boelelaan 1105
M. Brinkman, F. Okumus, drs Benedikte Bos en dr Stella el-Bouayadi-Van de Wetering | i.s.m. Centrum voor Islamitische Theologie VU en VISOR. | VS156 |
In het spoor van Jezus en Mohammed | Symposium inclusief boek. | Prijs: € 34,50 | Leden: € 30,00 | Studenten: € 13,00
IN HET SPOOR VAN JEZUS EN MOHAMMED
een serie activiteiten naar aanleiding van het verschijnen van de gelijknamige bundel
Wat weten christenen nu eigenlijk van de betekenis van de profeet Mohammed voor moslims? En wat weten moslims op hun beurt over hoe christenen tegen Jezus aankijken? In de discussie in de media overheersen one-liners en heftige debatten, maar waar liggen nu de echte verschillen en overeenkomsten?
Over deze vragen verscheen bij uitgeverij Meinema onder redactie van Henk Vroom en Stella el-Bouayadi-Van de Wetering de bundel In het spoor van Jezus en Mohammed, waarin zes moslims en zes christenen schrijven over Jezus, Mohammed, Maria en Aisha, hun persoon, hun betekenis en hun voorbeeld voor het leven. In drie bijeenkomsten wordt naar aanleiding van de bundel de plaats van Jezus en Mohammed in hun geloofstraditie vanuit verschillende gezichtspunten belicht.
Op deze bijeenkomst zijn de bijdragen van prof.dr. M.E. Brinkman, drs Fatih Okumus, drs Benedikte Bos en dr Stella el-Bouayadi-Van de Wetering.
Dit sypmposium wordt gehouden in het Auditorium van de Vrije Universiteit, op donderdag 17 april 2008, van 10:00 tot 16:00. Toegangskaarten kunt u hieronder bestellen. U kunt kiezen voor een toegangskaart inclusief de bundel In het spoor van Jezus en Mohammed, u krijgt dan de bundel bij aankomst uitgereikt. U kunt ook alleen een toegangskaart bestellen.
donderdag, 17 april 2008, 10:00 | Amsterdam | Auditorium VU | De Boelelaan 1105
M. Brinkman, F. Okumus, drs Benedikte Bos en dr Stella el-Bouayadi-Van de Wetering | i.s.m. Centrum voor Islamitische Theologie VU en VISOR. | VS156 |
In het spoor van Jezus en Mohammed | Symposium inclusief boek. | Prijs: € 34,50 | Leden: € 30,00 | Studenten: € 13,00
Debat 'benoemen en bouwen'
Wat is na drie maanden van Terpstra’s initiatief terecht gekomen? ‘Wie geen droom heeft van een reis naar de maan komt nooit op de maan’ zei democratisch presidentskandidaat Barak Obamah. Maar hoe effectief is de droom van Terpstra ? Is het een verenigende ‘droom’?
Hoe belangrijk zijn dergelijke ‘dromen’ bij grote maatschappelijke veranderingen? Houden ‘beleidsmakers’ niet veel te weinig rekening met de richtinggevende waarde van visionaire ‘dromen’ ? Maar was ‘de multiculturele samenleving’ niet juist een valse droom? Zitten we op nieuwe verbindende dromen te wachten in het huidige integratieproces?
Onder leiding van Govert Buijs gaan Doekle Terpstra, Paul Scheffer en Bert van Alphen over de stand van zaken, dromen én de werkelijkheidin Spiritueel Centrum de Boskant in Den Haag.
Paul Scheffer is publicist, bijzonder hoogleraar aan de UvA, prominent PvdA lid en schrijver van het essay ‘Het multiculturele drama’ en het boek ‘Het land van aankomst’. Doekle Terpstra is voorzitter van de HBO-raad, initiatiefnemer van ‘Bouwen & benoemen’ en oud voorzitter van het CNV. Bert van Alphen is wethouder Welzijn, Emancipatie van stadsdeel Centrum in de gemeente Den Haag en lid van Groen Links. Gespreksleider Govert Buijs is filosoof aan de VU.
Toegang €5, reserveren bij De Boskant (website).
woensdag, 9 april 2008, 14:00 | Den Haag | De Boskant | Fluwelen Burgwal 45
Paul Scheffer, Doekle Terpstra, Bert van Alphen, Govert Buijs | VS155 |
Hoe belangrijk zijn dergelijke ‘dromen’ bij grote maatschappelijke veranderingen? Houden ‘beleidsmakers’ niet veel te weinig rekening met de richtinggevende waarde van visionaire ‘dromen’ ? Maar was ‘de multiculturele samenleving’ niet juist een valse droom? Zitten we op nieuwe verbindende dromen te wachten in het huidige integratieproces?
Onder leiding van Govert Buijs gaan Doekle Terpstra, Paul Scheffer en Bert van Alphen over de stand van zaken, dromen én de werkelijkheidin Spiritueel Centrum de Boskant in Den Haag.
Paul Scheffer is publicist, bijzonder hoogleraar aan de UvA, prominent PvdA lid en schrijver van het essay ‘Het multiculturele drama’ en het boek ‘Het land van aankomst’. Doekle Terpstra is voorzitter van de HBO-raad, initiatiefnemer van ‘Bouwen & benoemen’ en oud voorzitter van het CNV. Bert van Alphen is wethouder Welzijn, Emancipatie van stadsdeel Centrum in de gemeente Den Haag en lid van Groen Links. Gespreksleider Govert Buijs is filosoof aan de VU.
Toegang €5, reserveren bij De Boskant (website).
woensdag, 9 april 2008, 14:00 | Den Haag | De Boskant | Fluwelen Burgwal 45
Paul Scheffer, Doekle Terpstra, Bert van Alphen, Govert Buijs | VS155 |
Kant en het probleem van de causaliteit.
1. Inleiding.
Het doel van dit paper is om de opvattingen van Kant omtrent causaliteit enigszins te ontrafelen. Ik zal daarbij ook verwijzen naar de opvattingen van Hume die Kant deden ontwaken uit zijn ‘dogmatische sluimer’. Met deze sluimer bedoelde Kant de ‘dogmatische metafysica’ van Leibniz en Wolff die hem als filosoof gevormd had. Met Hume begint er een nieuwe fase in zijn filosofisch denken die we kennen als de ‘kritische periode’. De tijd waarin hij filosofeerde in de school van Leibniz en Wolff staat bekend als de ‘voor kritische periode’. Men kan nog verdere, genuanceerdere onderscheidingen aanbrengen, maar dat is hier niet direct aan de orde. Ik wil hier immers niet de ontwikkelingsgang van de filosofie van Kant uiteenzetten.
De verheldering van het probleem van de causaliteit bij Kant brengt ons tot de kern van de inzet van Kants transcendentale filosofie. De vragen omtrent causaliteit die de opvattingen van Hume bij Kant opriepen waren immers een directe aanleiding tot zijn kritische filosofie.
Causaliteit is de relatie tussen twee gebeurtenissen, die gegeven dat de ene gebeurt, de andere er door wordt voortgebracht, gedetermineerd of noodzakelijk wordt gemaakt. Eenvoudig gezegd; als het ene gebeurt moet het andere ook plaatsvinden, of de tweede gebeurtenis komt voort uit de eerste. Dat de ene gebeurtenis volgt op de andere wil echter nog niet zeggen dat de ene gebeurtenis volgt uit de andere. Is er een relatie tussen opeenvolgende gebeurtenissen, behalve een contingente, en zo ja, welke is deze; dat is de vraag.
2. Verschillende opvattingen over causaliteit.
De geschiedenis van onze opvattingen over causaliteit begint bij Aristoteles. Aristoteles onderscheidde een materiële oorzaak ( waar iets van gemaakt is ), de efficiënte oorzaak (de agent die invloed uitoefent op een ding ), de formele oorzaak ( de vorm waarin een ding een ding verandert ), en de finale oorzaak ( het doel waartoe iets wordt gedaan ). Bij onze huidige opvattingen over causaliteit is vooral de efficiënte oorzaak van belang.
Aristoteles onderscheidde een aantal basis axioma’s met betrekking tot causaliteit; de wet van de identiteit ( A is A ), de wet van de non-contradictie ( A kan niet tegelijkertijd A en niet A zijn ), en de wet van de uitgesloten derde (of A of niet A ). De wet van de identiteit bepaalt dat een ding is wat het is en niets anders. Daardoor is ook bepaalt wat een ding wel of niet kan doen, gegeven bepaalde omstandigheden. Op grond van zijn identiteit is een entiteit aan bepaalde wetmatigheden onderworpen waaraan niet te ontsnappen valt. Causaliteit is een relatie tussen entiteiten en hun acties.
Dit was de dominante visie op causaliteit tot Galileo. Oorzaak en gevolg worden nu niet meer beschreven in termen van substanties, maar in termen van beweging. Causaliteit werd een meetbare kwaliteit. Causaliteit heeft betrekking op de beweging of toestand der dingen, maar niet op de dingen zelf.
3. Hume en de dogmatische sluimer.
1. de dogmatische sluier.
Rationalisten, zoals Leibniz en Wolff, meenden dat alle verandering onderworpen is aan het principe van de voldoende grond. Dit principe wordt a priori gekend. Elke verandering is onderworpen aan wetmatigheden omdat er, wil er een verandering plaats kunnen vinden, er een voldoende grond moet zijn om deze plaats te laten vinden. Omdat elke verandering een reden (oorzaak) moet hebben kan toeval in wezen niet bestaan. Causaliteit is in deze optiek een eigenschap van de dingen zelf.
2. het ontwaken.
David Hume had een geheel andere visie op causaliteit. Causaliteit heeft bij Hume een successief karakter. Het enige dat we waarnemen is dat de ene gebeurtenis op de andere volgt. We kunnen nooit vaststellen dat de ene gebeurtenis de oorzaak is van de andere. Causaliteit is geen eigenschap van de dingen zelf, maar een gewoonte van de geest. We concluderen dat de ene gebeurtenis op de andere volgt omdat we dat al vaker zo hebben gezien. Over causale relaties in de toekomst valt niets te zeggen. Deze stellingname deed Kant ontwaken uit zijn ‘dogmatische sluimer’.
Kant vond dat Hume gelijk had als hij beweert dat causaliteit empirisch valt waar te nemen. We nemen inderdaad alleen maar waar dat de ene gebeurtenis op de andere volgt De oorzaak van een gebeurtenis valt nooit waar te nemen. Daarmee valt het fundament onder wat Kant de ‘dogmatische metafysica’ noemt weg. Toch valt de oplossing van Hume nauwelijks bevredigend te noemen. Wetenschap zou op deze wijze vrijwel onmogelijk worden. De mechanica van Newton geldt voor alle objecten overal in het universum. Natuurwetten zijn noodzakelijk en universeel.
Kant moest hier een oplossing voor verzinnen. Hij moest recht doen aan de positie van Hume zonder de grondslagen van de wetenschap aan te tasten. Het zou mooi zijn als je de sterke punten van Leibniz en Wolff aan de ene kant en die van Hume recht zou kunnen doen.
4. De copernicaanse wending.
Kant zocht zijn oplossing door de causaliteit niet te betrekken op de dingen zelf, maar op de wijze waarop ze aan ons verschijnen. Hij spreekt in dit verband wel van een copernicaanse wending. Copernicus maakte duidelijk dat de planeten en de zon niet om de aarde draaien, maar de aarde en de planeten om de zon. We zouden meer vorderingen maken op het vlak van de metafysica als we, in analogie met de wending met betrekking tot ons zonnestelsel, onze kennis niet naar de dingen richten maar de dingen zich naar onze kennis laten richten. Wanneer men zich op de dingen zelf richt dan is het niet duidelijk hoe men a priori ergens kennis van zou kunnen hebben. Richt het ding, als object van de zintuigen ( Objekt der Sinne ), zich naar de aard ( Beschaffenheit ) van onze waarnemingsvermogens ( Anschauungsvermögens ), dan wordt deze mogelijkheid zeer wel voorstelbaar ( B xvi, xvii ).
Kant betrekt het principe van de voldoende grond op de objecten van de ervaring waar Wolff en Leibniz deze betrok op de dingen op zichzelf. Hij heeft het uitgangspunt van Hume omgedraaid. Causaliteit is niet een gewoonte van de geest, maar een voorwaarde om de dingen op een zinvolle manier waar te nemen.
5. Causaliteit volgens Kant.
De verschijnselen ( Erscheinungen ) zijn volgens Kant aan een regelmaat onderworpen. Dit dringt zich zo aan ons op dat we voldoende reden hebben om daarvan het idee oorzakelijkheid te abstraheren. Daarmee wordt direct de objectieve geldigheid van dit idee bewezen. Als men die laatste conclusie trekt ziet men volgens Kant over her hoofd dat het idee van causaliteit op deze wijze nooit kan opkomen. Het idee van causaliteit moet ofwel volledig a priori in ons verstand gegrond zijn, ofwel afgeschreven worden als een hersenschim. ‘Denn dieser Begriff erfordert durchaus, daß etwas A von der Art sei, daß ein anderes B daraus notwendig und nach einer slechthin allgemeinen Regel folge.’ ( A 91, B 123, 124 ). Verschijnselen kunnen wel aangeven dat er een regel mogelijk is op grond waarvan de dingen zich normaal gesproken voordoen, maar een noodzakelijkheid kan daar nooit uit afgeleid worden. De synthese van oorzaak en gevolg laat zich niet empirisch uitdrukken. Het gevolg is niet alleen verbonden met de oorzaak, maar is door deze bepaalt en volgt eruit ( id.). Je kunt stellen dat voor Kant het concept van causaliteit het concept is van een noodzakelijke verbinding tussen twee gebeurtenissen. Hume heeft laten zien dat er geen sprake kan zijn van een louter logische of analytische noodzakelijkheid die enkel aan de rede ontspruit. Je kunt wél stellen dat er sprake is van een synthetische noodzakelijkheid die voortkomt uit de voorwaarden voor een objectief oordeel over een mogelijke ervaring.
Als gebeurtenis A gebeurtenis B veroorzaakt, dan is deze relatie universeel. Gebeurtenissen van het soort A veroorzaken noodzakelijkerwijs gebeurtenissen van het soort B. Dit is niet alleen gebaseerd op inductieve overwegingen. Het komt niet omdat we herhaaldelijk zien dat B op A volgt. Dan zouden we alleen kunnen zeggen dat we tot nu toe hebben waargenomen dat B altijd op A volgt. Dan zou Hume gelijk hebben. Het oordeel dat gebeurtenissen van het type A gevolgd worden door gebeurtenissen van het type B moet gegrond zijn in een a priori bron of faculteit van kennis. Dan pas kunnen we stellen dat een oordeel daadwerkelijk noodzakelijk en universeel is. Causale relaties zijn universele causale wetten.
Wanneer weten we of er sprake is van een causaal verband? We moeten een onderscheid maken tussen het principe van causaliteit en particuliere causale wetten. Het eerste is een noodzakelijke waarheid die bewezen wordt in de Transcendentale Analytiek. In de Transcendentale Analytiek wordt echter niet bewezen dat particuliere causale wetten noodzakelijk zijn. Deze wetten zijn empirisch van aard en gebaseerd op inductie. Deze wetten vormen geen uniform geheel, maar een willekeurig aggregaat. Causaliteit is een a priori concept dat voorafgaat aan onze ervaringen op grond waarvan wij deze beoordelen.
Het principe van causaliteit kan echter niet helemaal los worden gezien van de particuliere causale wetten. Als B wordt veroorzaakt door A, dan zijn A en B verbonden door een causale wet en moet het principe van causaliteit hier gelden. Particuliere causale wetten zijn gegrondvest in het principe van causaliteit. ‘Da nun keine Existenz der Gegenstände der Sinne völlig a priori erkannt werden kann, aber doch comporative a priori relativisch auf ein anderes schon gegebenes Dasein, gleichwohl aber auch alsdenn nur auf diejenige Existenz kommen kann, die irgendwo in dem Zusammenhange der Erfahrung, davon die gegebene Wahrnehmung ein Teil ist, enthalten sein muß: so kann die Notwendigkeit der Existenz, niemals aus Begriffen, sondern nur aus der Verknüpfung mit demjenigen, was wahrgenommen wird, nach allgemeinen Gesetzen der Erfahrung erkannt werden können.’ ( A 227, B 279 ).
In paragraaf 29 van de Prolegomena legt Kant uit wat zijn positie is ten aanzien van het concept van causaliteit in onderscheid van die van Hume. Kant stel dat hij a priori door middel van de logica beschikt over het voorwaardelijke oordeel ( als A dan B ). In onze waarneming zien we vaak dat het ene altijd op het andere volgt. Op grond hiervan kunnen we ons van een hypothetisch oordeel bedienen. Wanneer een voorwerp lang genoeg door de zon wordt beschenen, dan wordt het warm. Er is hier nog geen sprake van een noodzakelijke verbinding. Men kan nog niet spreken van causaliteit. Willen we spreken van causaliteit dan moeten we zeggen dat de zon door middel van haar licht de oorzaak van de verhitting is. De empirische regel wordt nu een wet. Deze is noodzakelijk voor een mogelijke ervaring.
Kant kent twee types van noodzakelijkheid. Aan de ene kant heb je de transcendentale principes van onze kennis die volledig onafhankelijk zijn van onze perceptie en onze ervaring. Aan de andere kant heb je empirische wetten die in een afgeleide zin noodzakelijk en a priori zijn. Hoe de transcendentale principes en de empirische wetten zich precies tot elkaar verhouden lijkt niet helemaal duidelijk. Zijn voorbeeld van de zon die door haar licht een voorwerp verwarmt is niet erg gelukkig. Op een zonnige winterdag kon de zon schijnen wat zij wil, er zal niets door verwarmt worden. Het is niet duidelijk of er hier sprake is van een causale relatie en, als deze er is, welke deze dan zou moeten zijn.
Michael Friedman geeft een verhelderende uitleg over deze kwestie. Hij verwijst daarin naar een niet gepubliceerde tekst van Kant. Wanneer we denken aan de overgang tussen empirische regels en transcendentale wetten dan moet men denken aan de overgang van de bewegingswetten van de planeten zoals die zijn vastgelegd door Kepler naar de universele gravitatiewet van Newton. Kepler had drie wetten voor de beweging van de planeten geformuleerd. Deze werden veronderstelt enkel voor de beweging van planeten te gelden. Ze zeiden niets over andere bewegingen in het universum. Ten slotte waren ze zuiver empirisch; ze werkten, maar niemand wist waarom ze werkten. Met Newton veranderde dit alles. Ten eerste toonde hij aan dat de beweging van objecten op de aarde beschreven kan worden aan de hand van drie bewegingswetten. Vervolgens toonde hij aan dat de planetaire bewegingswetten van Kepler niets anders zijn dan speciale gevallen van de drie wetten van Newton. We moeten dan postuleren dat er een kracht ( gravitatie ) werkt tussen alle objecten in het universum, en dat deze massa hebben. Ten slotte toonde Newton aan dat Keplers wetten slechts ongeveer correct waren en bracht correcties aan die door latere observaties zijn bevestigt. We zien hier duidelijk een beweging van het empirische naar het noodzakelijke en van het particuliere naar het universele. De universele gravitatiewet laat geen ruimte voor inductie of onzekerheid. Deze wet is gebaseerd op synthetische principes a priori.
6. Ten slotte.
Kant lijkt met succes een theorie te hebben geformuleerd die het sceptisme van Hume weerlegd. Hij heeft een filosofische ( metafysiche ) grondslag gegeven aan de newtoniaanse wetenschap. Hij heeft laten zien dat het leggen van causale verbanden geen ‘gewoonte van de geest’ is, maar dat het concept van causaliteit noodzakelijkerwijs voorafgaat aan onze causale oordelen. Causaliteit valt nooit af te leiden uit de empirie; we passen het er op toe. Dit besef maakt de transcendentale inzet van zijn filosofie noodzakelijk. Deze gaat over de mogelijkheidsvoorwaarden van onze kennis. Causaliteit is een van de wijzen waarop we de wereld om ons heen vormgeven. Hoe de wereld op zichzelf is kunnen we niet weten. Het ‘Ding-an-sich’ is onkenbaar. De vraag of er causaliteit bestaat buiten onze kenvermogens is een onzinnige. Over wat buiten het ervaarbare ligt kunnen we geen ( zinvolle ) uitspraken doen. Dergelijke uitspraken noemt Kant transcendent. De rede gaat dan met ons op de loop zonder dat deze zich laat remmen door de grenzen van het ervaarbare. Het lijkt erop dat dit met Hume gebeurt is. We hebben Kant nodig om dit duidelijk te maken. Ik hoop in het voorafgaande enigszins duidelijk te hebben gemaakt hoe Kant dit heeft gedaan.
7. Literatuur.
Kant, I., Kritik der reinen Vernunft, Wiesbaden, 1956
Kant, I. Prolegemena, Wiesbaden, 1958
The Cambridge Dictionary of Philosophy, Ed. R. Audi, Cambridge, 1995
Friedman, M. Causal laws and the foundations of natural science in The Cambridge companion to Kant, Ed.P.Guyer, Cambridge, 1992
Het doel van dit paper is om de opvattingen van Kant omtrent causaliteit enigszins te ontrafelen. Ik zal daarbij ook verwijzen naar de opvattingen van Hume die Kant deden ontwaken uit zijn ‘dogmatische sluimer’. Met deze sluimer bedoelde Kant de ‘dogmatische metafysica’ van Leibniz en Wolff die hem als filosoof gevormd had. Met Hume begint er een nieuwe fase in zijn filosofisch denken die we kennen als de ‘kritische periode’. De tijd waarin hij filosofeerde in de school van Leibniz en Wolff staat bekend als de ‘voor kritische periode’. Men kan nog verdere, genuanceerdere onderscheidingen aanbrengen, maar dat is hier niet direct aan de orde. Ik wil hier immers niet de ontwikkelingsgang van de filosofie van Kant uiteenzetten.
De verheldering van het probleem van de causaliteit bij Kant brengt ons tot de kern van de inzet van Kants transcendentale filosofie. De vragen omtrent causaliteit die de opvattingen van Hume bij Kant opriepen waren immers een directe aanleiding tot zijn kritische filosofie.
Causaliteit is de relatie tussen twee gebeurtenissen, die gegeven dat de ene gebeurt, de andere er door wordt voortgebracht, gedetermineerd of noodzakelijk wordt gemaakt. Eenvoudig gezegd; als het ene gebeurt moet het andere ook plaatsvinden, of de tweede gebeurtenis komt voort uit de eerste. Dat de ene gebeurtenis volgt op de andere wil echter nog niet zeggen dat de ene gebeurtenis volgt uit de andere. Is er een relatie tussen opeenvolgende gebeurtenissen, behalve een contingente, en zo ja, welke is deze; dat is de vraag.
2. Verschillende opvattingen over causaliteit.
De geschiedenis van onze opvattingen over causaliteit begint bij Aristoteles. Aristoteles onderscheidde een materiële oorzaak ( waar iets van gemaakt is ), de efficiënte oorzaak (de agent die invloed uitoefent op een ding ), de formele oorzaak ( de vorm waarin een ding een ding verandert ), en de finale oorzaak ( het doel waartoe iets wordt gedaan ). Bij onze huidige opvattingen over causaliteit is vooral de efficiënte oorzaak van belang.
Aristoteles onderscheidde een aantal basis axioma’s met betrekking tot causaliteit; de wet van de identiteit ( A is A ), de wet van de non-contradictie ( A kan niet tegelijkertijd A en niet A zijn ), en de wet van de uitgesloten derde (of A of niet A ). De wet van de identiteit bepaalt dat een ding is wat het is en niets anders. Daardoor is ook bepaalt wat een ding wel of niet kan doen, gegeven bepaalde omstandigheden. Op grond van zijn identiteit is een entiteit aan bepaalde wetmatigheden onderworpen waaraan niet te ontsnappen valt. Causaliteit is een relatie tussen entiteiten en hun acties.
Dit was de dominante visie op causaliteit tot Galileo. Oorzaak en gevolg worden nu niet meer beschreven in termen van substanties, maar in termen van beweging. Causaliteit werd een meetbare kwaliteit. Causaliteit heeft betrekking op de beweging of toestand der dingen, maar niet op de dingen zelf.
3. Hume en de dogmatische sluimer.
1. de dogmatische sluier.
Rationalisten, zoals Leibniz en Wolff, meenden dat alle verandering onderworpen is aan het principe van de voldoende grond. Dit principe wordt a priori gekend. Elke verandering is onderworpen aan wetmatigheden omdat er, wil er een verandering plaats kunnen vinden, er een voldoende grond moet zijn om deze plaats te laten vinden. Omdat elke verandering een reden (oorzaak) moet hebben kan toeval in wezen niet bestaan. Causaliteit is in deze optiek een eigenschap van de dingen zelf.
2. het ontwaken.
David Hume had een geheel andere visie op causaliteit. Causaliteit heeft bij Hume een successief karakter. Het enige dat we waarnemen is dat de ene gebeurtenis op de andere volgt. We kunnen nooit vaststellen dat de ene gebeurtenis de oorzaak is van de andere. Causaliteit is geen eigenschap van de dingen zelf, maar een gewoonte van de geest. We concluderen dat de ene gebeurtenis op de andere volgt omdat we dat al vaker zo hebben gezien. Over causale relaties in de toekomst valt niets te zeggen. Deze stellingname deed Kant ontwaken uit zijn ‘dogmatische sluimer’.
Kant vond dat Hume gelijk had als hij beweert dat causaliteit empirisch valt waar te nemen. We nemen inderdaad alleen maar waar dat de ene gebeurtenis op de andere volgt De oorzaak van een gebeurtenis valt nooit waar te nemen. Daarmee valt het fundament onder wat Kant de ‘dogmatische metafysica’ noemt weg. Toch valt de oplossing van Hume nauwelijks bevredigend te noemen. Wetenschap zou op deze wijze vrijwel onmogelijk worden. De mechanica van Newton geldt voor alle objecten overal in het universum. Natuurwetten zijn noodzakelijk en universeel.
Kant moest hier een oplossing voor verzinnen. Hij moest recht doen aan de positie van Hume zonder de grondslagen van de wetenschap aan te tasten. Het zou mooi zijn als je de sterke punten van Leibniz en Wolff aan de ene kant en die van Hume recht zou kunnen doen.
4. De copernicaanse wending.
Kant zocht zijn oplossing door de causaliteit niet te betrekken op de dingen zelf, maar op de wijze waarop ze aan ons verschijnen. Hij spreekt in dit verband wel van een copernicaanse wending. Copernicus maakte duidelijk dat de planeten en de zon niet om de aarde draaien, maar de aarde en de planeten om de zon. We zouden meer vorderingen maken op het vlak van de metafysica als we, in analogie met de wending met betrekking tot ons zonnestelsel, onze kennis niet naar de dingen richten maar de dingen zich naar onze kennis laten richten. Wanneer men zich op de dingen zelf richt dan is het niet duidelijk hoe men a priori ergens kennis van zou kunnen hebben. Richt het ding, als object van de zintuigen ( Objekt der Sinne ), zich naar de aard ( Beschaffenheit ) van onze waarnemingsvermogens ( Anschauungsvermögens ), dan wordt deze mogelijkheid zeer wel voorstelbaar ( B xvi, xvii ).
Kant betrekt het principe van de voldoende grond op de objecten van de ervaring waar Wolff en Leibniz deze betrok op de dingen op zichzelf. Hij heeft het uitgangspunt van Hume omgedraaid. Causaliteit is niet een gewoonte van de geest, maar een voorwaarde om de dingen op een zinvolle manier waar te nemen.
5. Causaliteit volgens Kant.
De verschijnselen ( Erscheinungen ) zijn volgens Kant aan een regelmaat onderworpen. Dit dringt zich zo aan ons op dat we voldoende reden hebben om daarvan het idee oorzakelijkheid te abstraheren. Daarmee wordt direct de objectieve geldigheid van dit idee bewezen. Als men die laatste conclusie trekt ziet men volgens Kant over her hoofd dat het idee van causaliteit op deze wijze nooit kan opkomen. Het idee van causaliteit moet ofwel volledig a priori in ons verstand gegrond zijn, ofwel afgeschreven worden als een hersenschim. ‘Denn dieser Begriff erfordert durchaus, daß etwas A von der Art sei, daß ein anderes B daraus notwendig und nach einer slechthin allgemeinen Regel folge.’ ( A 91, B 123, 124 ). Verschijnselen kunnen wel aangeven dat er een regel mogelijk is op grond waarvan de dingen zich normaal gesproken voordoen, maar een noodzakelijkheid kan daar nooit uit afgeleid worden. De synthese van oorzaak en gevolg laat zich niet empirisch uitdrukken. Het gevolg is niet alleen verbonden met de oorzaak, maar is door deze bepaalt en volgt eruit ( id.). Je kunt stellen dat voor Kant het concept van causaliteit het concept is van een noodzakelijke verbinding tussen twee gebeurtenissen. Hume heeft laten zien dat er geen sprake kan zijn van een louter logische of analytische noodzakelijkheid die enkel aan de rede ontspruit. Je kunt wél stellen dat er sprake is van een synthetische noodzakelijkheid die voortkomt uit de voorwaarden voor een objectief oordeel over een mogelijke ervaring.
Als gebeurtenis A gebeurtenis B veroorzaakt, dan is deze relatie universeel. Gebeurtenissen van het soort A veroorzaken noodzakelijkerwijs gebeurtenissen van het soort B. Dit is niet alleen gebaseerd op inductieve overwegingen. Het komt niet omdat we herhaaldelijk zien dat B op A volgt. Dan zouden we alleen kunnen zeggen dat we tot nu toe hebben waargenomen dat B altijd op A volgt. Dan zou Hume gelijk hebben. Het oordeel dat gebeurtenissen van het type A gevolgd worden door gebeurtenissen van het type B moet gegrond zijn in een a priori bron of faculteit van kennis. Dan pas kunnen we stellen dat een oordeel daadwerkelijk noodzakelijk en universeel is. Causale relaties zijn universele causale wetten.
Wanneer weten we of er sprake is van een causaal verband? We moeten een onderscheid maken tussen het principe van causaliteit en particuliere causale wetten. Het eerste is een noodzakelijke waarheid die bewezen wordt in de Transcendentale Analytiek. In de Transcendentale Analytiek wordt echter niet bewezen dat particuliere causale wetten noodzakelijk zijn. Deze wetten zijn empirisch van aard en gebaseerd op inductie. Deze wetten vormen geen uniform geheel, maar een willekeurig aggregaat. Causaliteit is een a priori concept dat voorafgaat aan onze ervaringen op grond waarvan wij deze beoordelen.
Het principe van causaliteit kan echter niet helemaal los worden gezien van de particuliere causale wetten. Als B wordt veroorzaakt door A, dan zijn A en B verbonden door een causale wet en moet het principe van causaliteit hier gelden. Particuliere causale wetten zijn gegrondvest in het principe van causaliteit. ‘Da nun keine Existenz der Gegenstände der Sinne völlig a priori erkannt werden kann, aber doch comporative a priori relativisch auf ein anderes schon gegebenes Dasein, gleichwohl aber auch alsdenn nur auf diejenige Existenz kommen kann, die irgendwo in dem Zusammenhange der Erfahrung, davon die gegebene Wahrnehmung ein Teil ist, enthalten sein muß: so kann die Notwendigkeit der Existenz, niemals aus Begriffen, sondern nur aus der Verknüpfung mit demjenigen, was wahrgenommen wird, nach allgemeinen Gesetzen der Erfahrung erkannt werden können.’ ( A 227, B 279 ).
In paragraaf 29 van de Prolegomena legt Kant uit wat zijn positie is ten aanzien van het concept van causaliteit in onderscheid van die van Hume. Kant stel dat hij a priori door middel van de logica beschikt over het voorwaardelijke oordeel ( als A dan B ). In onze waarneming zien we vaak dat het ene altijd op het andere volgt. Op grond hiervan kunnen we ons van een hypothetisch oordeel bedienen. Wanneer een voorwerp lang genoeg door de zon wordt beschenen, dan wordt het warm. Er is hier nog geen sprake van een noodzakelijke verbinding. Men kan nog niet spreken van causaliteit. Willen we spreken van causaliteit dan moeten we zeggen dat de zon door middel van haar licht de oorzaak van de verhitting is. De empirische regel wordt nu een wet. Deze is noodzakelijk voor een mogelijke ervaring.
Kant kent twee types van noodzakelijkheid. Aan de ene kant heb je de transcendentale principes van onze kennis die volledig onafhankelijk zijn van onze perceptie en onze ervaring. Aan de andere kant heb je empirische wetten die in een afgeleide zin noodzakelijk en a priori zijn. Hoe de transcendentale principes en de empirische wetten zich precies tot elkaar verhouden lijkt niet helemaal duidelijk. Zijn voorbeeld van de zon die door haar licht een voorwerp verwarmt is niet erg gelukkig. Op een zonnige winterdag kon de zon schijnen wat zij wil, er zal niets door verwarmt worden. Het is niet duidelijk of er hier sprake is van een causale relatie en, als deze er is, welke deze dan zou moeten zijn.
Michael Friedman geeft een verhelderende uitleg over deze kwestie. Hij verwijst daarin naar een niet gepubliceerde tekst van Kant. Wanneer we denken aan de overgang tussen empirische regels en transcendentale wetten dan moet men denken aan de overgang van de bewegingswetten van de planeten zoals die zijn vastgelegd door Kepler naar de universele gravitatiewet van Newton. Kepler had drie wetten voor de beweging van de planeten geformuleerd. Deze werden veronderstelt enkel voor de beweging van planeten te gelden. Ze zeiden niets over andere bewegingen in het universum. Ten slotte waren ze zuiver empirisch; ze werkten, maar niemand wist waarom ze werkten. Met Newton veranderde dit alles. Ten eerste toonde hij aan dat de beweging van objecten op de aarde beschreven kan worden aan de hand van drie bewegingswetten. Vervolgens toonde hij aan dat de planetaire bewegingswetten van Kepler niets anders zijn dan speciale gevallen van de drie wetten van Newton. We moeten dan postuleren dat er een kracht ( gravitatie ) werkt tussen alle objecten in het universum, en dat deze massa hebben. Ten slotte toonde Newton aan dat Keplers wetten slechts ongeveer correct waren en bracht correcties aan die door latere observaties zijn bevestigt. We zien hier duidelijk een beweging van het empirische naar het noodzakelijke en van het particuliere naar het universele. De universele gravitatiewet laat geen ruimte voor inductie of onzekerheid. Deze wet is gebaseerd op synthetische principes a priori.
6. Ten slotte.
Kant lijkt met succes een theorie te hebben geformuleerd die het sceptisme van Hume weerlegd. Hij heeft een filosofische ( metafysiche ) grondslag gegeven aan de newtoniaanse wetenschap. Hij heeft laten zien dat het leggen van causale verbanden geen ‘gewoonte van de geest’ is, maar dat het concept van causaliteit noodzakelijkerwijs voorafgaat aan onze causale oordelen. Causaliteit valt nooit af te leiden uit de empirie; we passen het er op toe. Dit besef maakt de transcendentale inzet van zijn filosofie noodzakelijk. Deze gaat over de mogelijkheidsvoorwaarden van onze kennis. Causaliteit is een van de wijzen waarop we de wereld om ons heen vormgeven. Hoe de wereld op zichzelf is kunnen we niet weten. Het ‘Ding-an-sich’ is onkenbaar. De vraag of er causaliteit bestaat buiten onze kenvermogens is een onzinnige. Over wat buiten het ervaarbare ligt kunnen we geen ( zinvolle ) uitspraken doen. Dergelijke uitspraken noemt Kant transcendent. De rede gaat dan met ons op de loop zonder dat deze zich laat remmen door de grenzen van het ervaarbare. Het lijkt erop dat dit met Hume gebeurt is. We hebben Kant nodig om dit duidelijk te maken. Ik hoop in het voorafgaande enigszins duidelijk te hebben gemaakt hoe Kant dit heeft gedaan.
7. Literatuur.
Kant, I., Kritik der reinen Vernunft, Wiesbaden, 1956
Kant, I. Prolegemena, Wiesbaden, 1958
The Cambridge Dictionary of Philosophy, Ed. R. Audi, Cambridge, 1995
Friedman, M. Causal laws and the foundations of natural science in The Cambridge companion to Kant, Ed.P.Guyer, Cambridge, 1992
vrijdag 28 maart 2008
donderdag 27 maart 2008
Fitna van Wilders is verschenen
Van onze verslaggevers
gepubliceerd op 27 maart 2008 19:06, bijgewerkt op 27 maart 2008 19:43
AMSTERDAM - De langverwachte film Fitna van PVV-leider Geert Wilders is uitgekomen. Wilders plaatste de film op LiveLeak.
VergrotingVergroting
Over de film woedt al maanden een felle discussie in binnen- en buitenland. In islamitische landen werd de afgelopen weken al tegen de film geprotesteerd. Wilders werd door politici (onder anderen minister Verhagen van Buitenlandse Zaken) en moslims opgeroepen de film niet uit te brengen omdat die onnodig kwetsend zou zijn. Bovendien zouden economische belangen van Nederland in gevaar kunnen komen en zouden de Nederlandse militairen in Afghanistan extra risico lopen op aanslagen. De PVV-leider weigerde echter aan die oproep gehoor te geven.
Wilders heeft steeds gezegd dat hij met Fitna wil aantonen dat de islam een ‘abjecte’ godsdienst is. Hij zocht vergeefs een omroep die bereid was Fitna uit te zenden op televisie. Zijn plan om de film op een persconferentie in het Haagse perscentrum Nieuwspoort te presenteren liep spaak omdat de beveiligingskosten te hoog zouden zijn. Daarom week Wilders uiteindelijk uit naar internet.
Het kabinet werkt al sinds november, toen het nieuws van de film uitlekte, aan een draaiboek voor het geval de film tot heftige reacties in binnen- en buitenland leidt. Ambassadeurs in islamitische landen informeren hun gesprekspartners voortdurend over de op handen zijnde film. De calamiteitenplannen (hoe te handelen bij aanvallen op ambassade) zijn waar nodig aangepast, net als de evacuatieplannen.
Ook zijn provincies en gemeenten gevraagd ‘extra alert’ te zijn op spanningen in de moslimgemeenschap. In de grote steden zijn gesprekken gaande met imams en andere moslimvertegenwoordigers. Staatssecretaris Heemskerk (Handel) buigt zich over het minimaliseren van eventuele exportschade.
Daarnaast hamerde het kabinet er steeds op dat op grond van de vrijheid van meningsuiting in Nederland de film niet vooraf kan worden verboden, maar dat de boodschap van Kamerlid Wilders niet die van de regering is..
gepubliceerd op 27 maart 2008 19:06, bijgewerkt op 27 maart 2008 19:43
AMSTERDAM - De langverwachte film Fitna van PVV-leider Geert Wilders is uitgekomen. Wilders plaatste de film op LiveLeak.
VergrotingVergroting
Over de film woedt al maanden een felle discussie in binnen- en buitenland. In islamitische landen werd de afgelopen weken al tegen de film geprotesteerd. Wilders werd door politici (onder anderen minister Verhagen van Buitenlandse Zaken) en moslims opgeroepen de film niet uit te brengen omdat die onnodig kwetsend zou zijn. Bovendien zouden economische belangen van Nederland in gevaar kunnen komen en zouden de Nederlandse militairen in Afghanistan extra risico lopen op aanslagen. De PVV-leider weigerde echter aan die oproep gehoor te geven.
Wilders heeft steeds gezegd dat hij met Fitna wil aantonen dat de islam een ‘abjecte’ godsdienst is. Hij zocht vergeefs een omroep die bereid was Fitna uit te zenden op televisie. Zijn plan om de film op een persconferentie in het Haagse perscentrum Nieuwspoort te presenteren liep spaak omdat de beveiligingskosten te hoog zouden zijn. Daarom week Wilders uiteindelijk uit naar internet.
Het kabinet werkt al sinds november, toen het nieuws van de film uitlekte, aan een draaiboek voor het geval de film tot heftige reacties in binnen- en buitenland leidt. Ambassadeurs in islamitische landen informeren hun gesprekspartners voortdurend over de op handen zijnde film. De calamiteitenplannen (hoe te handelen bij aanvallen op ambassade) zijn waar nodig aangepast, net als de evacuatieplannen.
Ook zijn provincies en gemeenten gevraagd ‘extra alert’ te zijn op spanningen in de moslimgemeenschap. In de grote steden zijn gesprekken gaande met imams en andere moslimvertegenwoordigers. Staatssecretaris Heemskerk (Handel) buigt zich over het minimaliseren van eventuele exportschade.
Daarnaast hamerde het kabinet er steeds op dat op grond van de vrijheid van meningsuiting in Nederland de film niet vooraf kan worden verboden, maar dat de boodschap van Kamerlid Wilders niet die van de regering is..
Onze Trots: Wij-gevoel in taal, religie, sport en kleding
Vu podium organiseert in april 2008 een lezingenserie over het wij-gevoel.
Als straks in Peking het Wilhelmus klinkt, zijn die olympische médailles niet uitsluitend van de atleten maar ook van ons. En als het Nederlands elftal Europees kampioen wordt, zijn wij de beste. Het oranje-gevoel is een duidelijk en bekend wij-gevoel.
Het wij-gevoel is vaak een vorm van trots. Trots op je land, je taal, je religie en de cultuur. Iedereen geeft een eigen invulling aan het wij-gevoel. Trots op God of Allah, op klederdracht of hoofdoek, op het Fries of het Twents. Neemt de trots toe als vele culturen dicht bij elkaar leven?
Tijdens acht avonden tussen 1 en 23 april in Amsterdam en Zwolle, komen allerlei reacties aan bod op Onze trots. Wat bindt en verdeelt ons op het gebied van sport, kleding, religie en taal?
Zo spreekt schrijfster Lydia Rood in het nieuwe Nederlands van het jaar 2070 en Anne van der Meiden, emeritus hoogleraar Massacommunicatie en! PR vertaalt de bijbel in het Twents.
Verder werken mee: Hester Dibbits, onderzoeker Nederlandse Etnologie(Meertens Instituut KNAW), Agnes Elling, onderzoeker (Mulier Instituut) en meerkampster, Ruard Ganzevoort hoogleraar Praktische Theologie (VU), Mark van den Heuvel, onderzoekscoördinator o.a. sport en media (Mulier Instituut), Ivo van Hilvoorde, sportfilosoof (VU), Marten van der Meulen, godsdienstsocioloog (VU), Ruud Stokvis, sportsocioloog (UvA), Marc van Oostendorp,onderzoeker Variatielinguïstiek (Meertens Instituut KNAW), Herman Roodenburg, onderzoeker Kleding en Lichamelijkheid (Meertens Instituut KNAW), Edwin Koster,docent Filosofie (VU) ,Jan van der Stoep, onderzoeker faculteit Wijsbegeerte (VU), Jielis van Baalen,! docent Theologie en Filosofie (Christelijke Hogeschool Windes! heim)en Jan van Dijk, adviseur identiteit (GGI en Hogeschool Windesheim)
Het hele programma staat op de website van VU podium.
Als straks in Peking het Wilhelmus klinkt, zijn die olympische médailles niet uitsluitend van de atleten maar ook van ons. En als het Nederlands elftal Europees kampioen wordt, zijn wij de beste. Het oranje-gevoel is een duidelijk en bekend wij-gevoel.
Het wij-gevoel is vaak een vorm van trots. Trots op je land, je taal, je religie en de cultuur. Iedereen geeft een eigen invulling aan het wij-gevoel. Trots op God of Allah, op klederdracht of hoofdoek, op het Fries of het Twents. Neemt de trots toe als vele culturen dicht bij elkaar leven?
Tijdens acht avonden tussen 1 en 23 april in Amsterdam en Zwolle, komen allerlei reacties aan bod op Onze trots. Wat bindt en verdeelt ons op het gebied van sport, kleding, religie en taal?
Zo spreekt schrijfster Lydia Rood in het nieuwe Nederlands van het jaar 2070 en Anne van der Meiden, emeritus hoogleraar Massacommunicatie en! PR vertaalt de bijbel in het Twents.
Verder werken mee: Hester Dibbits, onderzoeker Nederlandse Etnologie(Meertens Instituut KNAW), Agnes Elling, onderzoeker (Mulier Instituut) en meerkampster, Ruard Ganzevoort hoogleraar Praktische Theologie (VU), Mark van den Heuvel, onderzoekscoördinator o.a. sport en media (Mulier Instituut), Ivo van Hilvoorde, sportfilosoof (VU), Marten van der Meulen, godsdienstsocioloog (VU), Ruud Stokvis, sportsocioloog (UvA), Marc van Oostendorp,onderzoeker Variatielinguïstiek (Meertens Instituut KNAW), Herman Roodenburg, onderzoeker Kleding en Lichamelijkheid (Meertens Instituut KNAW), Edwin Koster,docent Filosofie (VU) ,Jan van der Stoep, onderzoeker faculteit Wijsbegeerte (VU), Jielis van Baalen,! docent Theologie en Filosofie (Christelijke Hogeschool Windes! heim)en Jan van Dijk, adviseur identiteit (GGI en Hogeschool Windesheim)
Het hele programma staat op de website van VU podium.
De Telegraaf is een zielige krant
Dat de Telegraaf een zielige krant is wisten we natuurlijk allang. Het is echter altijd prettig je gelijk weer eens bewezen te zien. De Telegraaf biedt op haar website lezers de gelegenheid te reageren op (sommige) artikelen. Alles wat er uit de onderbuik opborrelt wordt vrijwel klakkeloos geplaatst.De Telegraaf is wat dat betreft echt een Wildersriool. Als je dan als beschaafd en rationeel denkend mens eens een sarcastische opmerking als reactie instuurt dan wordt deze niet geplaatst. Ik schreef "wat sneu" als reactie op het bericht dat Amsterdammers zich gediscrimineerd voelen. Ik neem aan dat ze mijn reactie nietszeggend vonden (zie hun huisregelement). Kennelijk zijn ze bij de Telegraaf te dom om sarcasme te begrijpen.
Hardere aanpak alternatieve genezers
Wat mij betreft is deze aanpak nog niet hard genoeg. Alternatieve "geneeskunde" is kwakzalverij. We moeten deze oplichterij gewoon verbieden.
Gepubliceerd: 26 maart 2008 21:56 | Gewijzigd: 26 maart 2008 21:56
ANP
Den Haag, 26 maart. Minister Ab Klink (Volksgezondheid) wil uitwassen binnen de alternatieve geneeskunde harder aan gaan pakken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zou klinieken moeten kunnen sluiten.
Klink zoekt uit of hij de wet op dit punt kan aanscherpen, antwoordde hij vandaag op vragen van Kamerleden. Nu kan de inspectie een alternatieve kliniek niet sluiten omdat de wet voorschrijft dat dit alleen mag bij reguliere zorg.
Patiënten moeten gemakkelijk kunnen achterhalen of hun behandelaar ook echt als arts geregistreerd staat. Ook wil de minister dat een alternatieve genezer die claimt bijvoorbeeld kanker te genezen, ook moet aantonen dat hij dit werkelijk kan. Dit moet aansluiten bij gezondheidsclaims zoals die nu al bestaan voor voedingsmiddelen en medicijnen.
Aanleiding was de ophef rond het Medisch Centrum Maria Magdalena in Roosendaal. Gisteren royeerde het tuchtcollege van de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde (MBOG) een therapeute die daar werkte. Overigens schrijft Klink aan de Kamer dat zij wel door kan werken omdat het om tucht van een vereniging gaat.
De oprichter van Medisch Centrum werd al eerder geschorst door het medisch tuchtcollege. Een patiënte overleed nadat ze op advies van deze internist was gestopt met haar chemokuur. Nu gebleken is dat de internist nog steeds vanuit huis werkt, heeft de inspectie aangifte gedaan. Deze zaak ligt nu bij het Openbaar Ministerie.
NRC
Gepubliceerd: 26 maart 2008 21:56 | Gewijzigd: 26 maart 2008 21:56
ANP
Den Haag, 26 maart. Minister Ab Klink (Volksgezondheid) wil uitwassen binnen de alternatieve geneeskunde harder aan gaan pakken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zou klinieken moeten kunnen sluiten.
Klink zoekt uit of hij de wet op dit punt kan aanscherpen, antwoordde hij vandaag op vragen van Kamerleden. Nu kan de inspectie een alternatieve kliniek niet sluiten omdat de wet voorschrijft dat dit alleen mag bij reguliere zorg.
Patiënten moeten gemakkelijk kunnen achterhalen of hun behandelaar ook echt als arts geregistreerd staat. Ook wil de minister dat een alternatieve genezer die claimt bijvoorbeeld kanker te genezen, ook moet aantonen dat hij dit werkelijk kan. Dit moet aansluiten bij gezondheidsclaims zoals die nu al bestaan voor voedingsmiddelen en medicijnen.
Aanleiding was de ophef rond het Medisch Centrum Maria Magdalena in Roosendaal. Gisteren royeerde het tuchtcollege van de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde (MBOG) een therapeute die daar werkte. Overigens schrijft Klink aan de Kamer dat zij wel door kan werken omdat het om tucht van een vereniging gaat.
De oprichter van Medisch Centrum werd al eerder geschorst door het medisch tuchtcollege. Een patiënte overleed nadat ze op advies van deze internist was gestopt met haar chemokuur. Nu gebleken is dat de internist nog steeds vanuit huis werkt, heeft de inspectie aangifte gedaan. Deze zaak ligt nu bij het Openbaar Ministerie.
NRC
Global Day of Action voor Tibet op de Dam!
Beste Tibet vriend,
Maandag 31 maart is het Global Day of Action. Tibetanen en Tibet-groepen in de gehele wereld willen deze dag aangrijpen om hun solidariteit uit te spreken met het Tibetaanse volk.
Vanaf 10 maart, toen wereldwijd de Volksopstand in Lhasa in 1959 werd herdacht, heeft de situatie in Lhasa en in andere delen van Tibet zich dramatisch verslechterd.
Tibet heeft meer dan ooit uw steun nodig. In de afgelopen weken hebben we gezamenlijk getoond dat de mensenrechtensituatie in Tibet een zaak van iedereen is. Door de wereldwijde steun is er een momentum ontstaan waarin een duurzame en vreedzame oplossing gevonden moet worden voor Tibet.
31 maart: Protesten over heel de wereld tegen Chinese optreden in Tibet.
International Campaign for Tibet Europe, de Tibet Support Groep Nederland en de Tibetaanse Gemeenschap in Nederland roepen u daarom op om naar de Dam te komen uit solidariteit met de protesten die nog steeds in Tibet gaande zijn tegen de bezetting van Tibet en de onderdrukking van het Tibetaanse volk door China.
Plaats:
Tijd: de Dam in Amsterdam
maandag 31 maart van 18.00 - 20.00 uur
Informatie: Tsering Jampa
Shiba Degenhart
Kantoor
06 29004547
06 41012687
020-3308265
Maandag 31 maart is het Global Day of Action. Tibetanen en Tibet-groepen in de gehele wereld willen deze dag aangrijpen om hun solidariteit uit te spreken met het Tibetaanse volk.
Vanaf 10 maart, toen wereldwijd de Volksopstand in Lhasa in 1959 werd herdacht, heeft de situatie in Lhasa en in andere delen van Tibet zich dramatisch verslechterd.
Tibet heeft meer dan ooit uw steun nodig. In de afgelopen weken hebben we gezamenlijk getoond dat de mensenrechtensituatie in Tibet een zaak van iedereen is. Door de wereldwijde steun is er een momentum ontstaan waarin een duurzame en vreedzame oplossing gevonden moet worden voor Tibet.
31 maart: Protesten over heel de wereld tegen Chinese optreden in Tibet.
International Campaign for Tibet Europe, de Tibet Support Groep Nederland en de Tibetaanse Gemeenschap in Nederland roepen u daarom op om naar de Dam te komen uit solidariteit met de protesten die nog steeds in Tibet gaande zijn tegen de bezetting van Tibet en de onderdrukking van het Tibetaanse volk door China.
Plaats:
Tijd: de Dam in Amsterdam
maandag 31 maart van 18.00 - 20.00 uur
Informatie: Tsering Jampa
Shiba Degenhart
Kantoor
06 29004547
06 41012687
020-3308265
woensdag 26 maart 2008
SER unaniem: Schrap welzijn uit AWBZ
De zorg wordt weer verder uitgekleed.
Gepubliceerd: 26 maart 2008 15:42 | Gewijzigd: 26 maart 2008 15:44
Door onze redacteur Antoinette Reerink
Den Haag, 26 maart. De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert het kabinet om welzijnsdiensten niet langer te vergoeden uit de AWBZ, de regeling voor bijzondere ziektekosten.
In zorgvilla De Ooijman kunnen bewoners eigen meubels combineren met medische voorzieningen. De AWBZ vergoedt de kosten met indicatie. (Foto Evelyne Jacq)
In zorgvilla De Ooijman kunnen bewoners eigen meubels combineren met medische voorzieningen. De AWBZ vergoedt de kosten met indicatie.
Dit heeft de betrokken werkgroep na maanden van discussie gisteren unaniem besloten.
De AWBZ, de volksverzekering voor de zorg aan ouderen, gehandicapten en chronisch zieken waar 22 miljard euro in omgaat, moet terug naar zijn oorspronkelijk bedoeling. Het moet weer een zorgwet worden, vindt de SER, en niet ook een welzijnswet zijn.
Als staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, PvdA) het advies – dat later deze week openbaar wordt – overneemt, betekent dit dat bijvoorbeeld paardrijles of huiswerkbegeleiding voor kinderen met een autistische stoornis niet meer wordt vergoed uit de volksverzekering. Dit soort ondersteuning valt onder de noemer welzijn, niet onder zorg. Ook eenzame ouderen die onder begeleiding van een hulpverlener ergens koffie gaan drinken, krijgen dat dan niet meer uit de AWBZ vergoed.
Mensen die niet in staat zijn dit zelf te betalen, kunnen een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.
De SER adviseert tevens de positie van patiënten te versterken. Het persoonsgebonden budget (pgb), waarmee mensen zelf zorg kunnen inkopen, moet een wettelijk recht worden. Nu is het nog een subsidieregeling.
In de SER-werkgroep zitten naast onafhankelijke leden vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. Zij moeten de tekst van de aanbevelingen aan hun achterban voorleggen. Daarna brengt de SER definitief advies uit.
De werknemersdelegatie is blij. „De grootste kostenstijging van de AWBZ zit niet in de vergrijzing”, zegt Henk van der Velden, lid namens de FNV. „Dus er is geen noodzaak om de vergoeding van de hele ouderenzorg uit de volksverzekering te schrappen en bij de zorgverzekeringswet onder te brengen.”
De zorgverzekeraars zijn ook tevreden. „Wij zijn blij dat het accent ligt op hervormen in plaats van het afbouwen van de AWBZ.”
NRC
Gepubliceerd: 26 maart 2008 15:42 | Gewijzigd: 26 maart 2008 15:44
Door onze redacteur Antoinette Reerink
Den Haag, 26 maart. De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert het kabinet om welzijnsdiensten niet langer te vergoeden uit de AWBZ, de regeling voor bijzondere ziektekosten.
In zorgvilla De Ooijman kunnen bewoners eigen meubels combineren met medische voorzieningen. De AWBZ vergoedt de kosten met indicatie. (Foto Evelyne Jacq)
In zorgvilla De Ooijman kunnen bewoners eigen meubels combineren met medische voorzieningen. De AWBZ vergoedt de kosten met indicatie.
Dit heeft de betrokken werkgroep na maanden van discussie gisteren unaniem besloten.
De AWBZ, de volksverzekering voor de zorg aan ouderen, gehandicapten en chronisch zieken waar 22 miljard euro in omgaat, moet terug naar zijn oorspronkelijk bedoeling. Het moet weer een zorgwet worden, vindt de SER, en niet ook een welzijnswet zijn.
Als staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, PvdA) het advies – dat later deze week openbaar wordt – overneemt, betekent dit dat bijvoorbeeld paardrijles of huiswerkbegeleiding voor kinderen met een autistische stoornis niet meer wordt vergoed uit de volksverzekering. Dit soort ondersteuning valt onder de noemer welzijn, niet onder zorg. Ook eenzame ouderen die onder begeleiding van een hulpverlener ergens koffie gaan drinken, krijgen dat dan niet meer uit de AWBZ vergoed.
Mensen die niet in staat zijn dit zelf te betalen, kunnen een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.
De SER adviseert tevens de positie van patiënten te versterken. Het persoonsgebonden budget (pgb), waarmee mensen zelf zorg kunnen inkopen, moet een wettelijk recht worden. Nu is het nog een subsidieregeling.
In de SER-werkgroep zitten naast onafhankelijke leden vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. Zij moeten de tekst van de aanbevelingen aan hun achterban voorleggen. Daarna brengt de SER definitief advies uit.
De werknemersdelegatie is blij. „De grootste kostenstijging van de AWBZ zit niet in de vergrijzing”, zegt Henk van der Velden, lid namens de FNV. „Dus er is geen noodzaak om de vergoeding van de hele ouderenzorg uit de volksverzekering te schrappen en bij de zorgverzekeringswet onder te brengen.”
De zorgverzekeraars zijn ook tevreden. „Wij zijn blij dat het accent ligt op hervormen in plaats van het afbouwen van de AWBZ.”
NRC
Cubaanse overheid legt kritische weblog aan banden Internet niet vrij toegankelijk voor eilandbewoners
door Zosia Kooi
De populairste weblog van Cuba is door de overheid geblokkeerd. Blogger Yoani Sanchez levert te veel kritiek op de gebroeders Castro.
„Ik verlang niet naar een ’charismatische’ leider, ik droom van een ’pragmatische’ huisvrouw als het hoofd van Cuba.” Dat schrijft de Cubaanse Yoani Sanchez (32) op haar weblog Generation Y van 7 februari. Hiermee uit zij voorzichtig, maar openlijk kritiek op de ’charismatische’ ex-president Fidel Castro. „Ik wil niet iemand die ons ’leidt’, maar iemand die ons ’dient’.”
Deze kritiek op Fidel Castro en zijn broer en opvolger Raúl is voor de Cubaanse overheid reden geweest om de populairste weblog van het eiland afgelopen weekend te blokkeren. Wie de site op Cuba probeerde te bezoeken, kreeg het bericht ’error downloading’ op zijn scherm te zien. Inmiddels is de blokkade opgeheven, maar is de toegang tot de site vertraagd. Volgens Sanchez door filters die de overheid geplaatst heeft. Vertraging staat echter bijna gelijk aan een blokkade, omdat de meeste Cubanen maximaal vijftien minuten per keer het internet op kunnen in een internetcafé van de staat.
Generation Y is niet alleen de meest gelezen weblog in Cuba, maar wordt ook veel bezocht in het buitenland. In februari kreeg de site meer dan een miljoen hits. De schrijfster Sanchez vertelt op haar site over de dagelijkse beslommeringen van het leven in Cuba. Haar verhalen hebben altijd een kritische ondertoon. Dat levert dagelijks zowel positieve als negatieve reacties op. Aanhangers van het communisme plaatsen regelmatig berichten op de site als „Viva Fidel”. Andere Cubanen, vaak anoniem, sporen haar aan om door te gaan.
Bloggen is de nieuwe manier op Cuba om openlijk kritiek te uiten op de Cubaanse overheid. De laatste maanden groeit het aantal weblogs op het eiland snel. Veel bloggers durven echter niet onder hun eigen naam te publiceren. Yaoni Sanchez is daarop een uitzondering en zij riskeerde hierdoor al langer maatregelen van de overheid.
Cuba kent geen onafhankelijke media en de overheid reguleert het internetgebruik op het eiland. Het is voor Cubanen niet toegestaan om thuis een eigen internetaansluiting te hebben. Alleen door middel van internetverbindingen voor buitenlandse toeristen en illegale aansluitingen hebben de Cubanen vrij toegang tot het internet. De weblog Generation Y maakt daarom gebruik van een Duitse server. Die is door Cuba te blokkeren voor Cubaanse bezoekers, maar blijft dan vanuit andere landen toegankelijk.
Sanchez had door de blokkade in eerste instantie zelf ook geen toegang tot de site. Zij publiceerde maandag echter een reactie op haar weblog. „Iedereen met een beetje verstand van computers, kan de blokkade omzeilen. Deze maatregel is zo nutteloos dat mijn verdriet al snel is veranderd in de motivatie om door te gaan.”
Haar blog van maandag leverde bijna 750 reacties op. De reactie van lezer Roberto Pérez: „Je bent een dappere vrouw en een eerbiedwaardige Cubaan. Bedankt dat je ons eiland een stem hebt gegeven, terwijl zoveel van ons zwijgen.”
Trouw
De populairste weblog van Cuba is door de overheid geblokkeerd. Blogger Yoani Sanchez levert te veel kritiek op de gebroeders Castro.
„Ik verlang niet naar een ’charismatische’ leider, ik droom van een ’pragmatische’ huisvrouw als het hoofd van Cuba.” Dat schrijft de Cubaanse Yoani Sanchez (32) op haar weblog Generation Y van 7 februari. Hiermee uit zij voorzichtig, maar openlijk kritiek op de ’charismatische’ ex-president Fidel Castro. „Ik wil niet iemand die ons ’leidt’, maar iemand die ons ’dient’.”
Deze kritiek op Fidel Castro en zijn broer en opvolger Raúl is voor de Cubaanse overheid reden geweest om de populairste weblog van het eiland afgelopen weekend te blokkeren. Wie de site op Cuba probeerde te bezoeken, kreeg het bericht ’error downloading’ op zijn scherm te zien. Inmiddels is de blokkade opgeheven, maar is de toegang tot de site vertraagd. Volgens Sanchez door filters die de overheid geplaatst heeft. Vertraging staat echter bijna gelijk aan een blokkade, omdat de meeste Cubanen maximaal vijftien minuten per keer het internet op kunnen in een internetcafé van de staat.
Generation Y is niet alleen de meest gelezen weblog in Cuba, maar wordt ook veel bezocht in het buitenland. In februari kreeg de site meer dan een miljoen hits. De schrijfster Sanchez vertelt op haar site over de dagelijkse beslommeringen van het leven in Cuba. Haar verhalen hebben altijd een kritische ondertoon. Dat levert dagelijks zowel positieve als negatieve reacties op. Aanhangers van het communisme plaatsen regelmatig berichten op de site als „Viva Fidel”. Andere Cubanen, vaak anoniem, sporen haar aan om door te gaan.
Bloggen is de nieuwe manier op Cuba om openlijk kritiek te uiten op de Cubaanse overheid. De laatste maanden groeit het aantal weblogs op het eiland snel. Veel bloggers durven echter niet onder hun eigen naam te publiceren. Yaoni Sanchez is daarop een uitzondering en zij riskeerde hierdoor al langer maatregelen van de overheid.
Cuba kent geen onafhankelijke media en de overheid reguleert het internetgebruik op het eiland. Het is voor Cubanen niet toegestaan om thuis een eigen internetaansluiting te hebben. Alleen door middel van internetverbindingen voor buitenlandse toeristen en illegale aansluitingen hebben de Cubanen vrij toegang tot het internet. De weblog Generation Y maakt daarom gebruik van een Duitse server. Die is door Cuba te blokkeren voor Cubaanse bezoekers, maar blijft dan vanuit andere landen toegankelijk.
Sanchez had door de blokkade in eerste instantie zelf ook geen toegang tot de site. Zij publiceerde maandag echter een reactie op haar weblog. „Iedereen met een beetje verstand van computers, kan de blokkade omzeilen. Deze maatregel is zo nutteloos dat mijn verdriet al snel is veranderd in de motivatie om door te gaan.”
Haar blog van maandag leverde bijna 750 reacties op. De reactie van lezer Roberto Pérez: „Je bent een dappere vrouw en een eerbiedwaardige Cubaan. Bedankt dat je ons eiland een stem hebt gegeven, terwijl zoveel van ons zwijgen.”
Trouw
Clinton geeft fout over Bosnië-bezoek toe
Gepubliceerd: 25 maart 2008 21:49 | Gewijzigd: 26 maart 2008 12:40
AP
Washington, 26 maart. Senator Hillary Clinton heeft gisteren gezegd dat ze zich „versprak" toen ze vertelde dat zij en haar dochter Chelsea in maart 1996 „onder scherpschuttersvuur" landden in Bosnië en moesten „rennen naar onze wagens".
Bij verschillende campagnebijeenkomsten vertelde de Democrate de afgelopen weken over haar bezoek aan de Bosnische stad Tuzla. Ze voerde het aan als bewijs voor haar claim dat ze dankzij haar buitenlandse ervaring als first lady een meer geschikte presidentskandidaat is dan haar rivaal Barack Obama.
De komiek Sinbad, die destijds samen met Clinton en zangeres Sheryl Crow, de Amerikaanse manschappen in Bosnië bezocht, liet eerder al weten zich niet te kunnen herinneren dat er sprake was van een dreigende situatie. En maandag diepte de tv-zender CBS de archiefbeelden op van Clintons bezoek: Ze loopt daarbij rustig uit het vliegtuig, zwaait naar de aanwezigen, schudt hoogwaardigheidsbekleders de hand en luistert op de landingsbaan aandachtig naar het gedicht dat een achtjarig Bosnisch meisje opdraagt.
„Ik heb me vergist, ik ben menselijk, hetgeen voor sommige mensen een opluchting zal zijn”, zei Clinton gisteren tegen een lokale radiozender in Pennsylvania, waar op 22 april de eerstvolgende voorverkiezingen zijn. „Ik heb hierover geschreven in mijn boek en er over gesproken tijdens vele gelegenheden en vorige week, weet je, heb ik me voor het eerst in 12 jaar of zo versproken.”
Ze weet haar fout aan de „heel erg lange campagne”. En later op de dag zei ze tijdens een persconferentie: „Ik spreek elke week een miljoen woorden uit. Er is veel ruimte voor fouten als je zoveel praat als ik.” Medewerkers van Obama verspreidden gisteren echter meteen een opsomming van vier eerdere gelegenheden waarbij Clinton deze versie van haar bezoek aan Tuzla verkondigde.
NRC
AP
Washington, 26 maart. Senator Hillary Clinton heeft gisteren gezegd dat ze zich „versprak" toen ze vertelde dat zij en haar dochter Chelsea in maart 1996 „onder scherpschuttersvuur" landden in Bosnië en moesten „rennen naar onze wagens".
Bij verschillende campagnebijeenkomsten vertelde de Democrate de afgelopen weken over haar bezoek aan de Bosnische stad Tuzla. Ze voerde het aan als bewijs voor haar claim dat ze dankzij haar buitenlandse ervaring als first lady een meer geschikte presidentskandidaat is dan haar rivaal Barack Obama.
De komiek Sinbad, die destijds samen met Clinton en zangeres Sheryl Crow, de Amerikaanse manschappen in Bosnië bezocht, liet eerder al weten zich niet te kunnen herinneren dat er sprake was van een dreigende situatie. En maandag diepte de tv-zender CBS de archiefbeelden op van Clintons bezoek: Ze loopt daarbij rustig uit het vliegtuig, zwaait naar de aanwezigen, schudt hoogwaardigheidsbekleders de hand en luistert op de landingsbaan aandachtig naar het gedicht dat een achtjarig Bosnisch meisje opdraagt.
„Ik heb me vergist, ik ben menselijk, hetgeen voor sommige mensen een opluchting zal zijn”, zei Clinton gisteren tegen een lokale radiozender in Pennsylvania, waar op 22 april de eerstvolgende voorverkiezingen zijn. „Ik heb hierover geschreven in mijn boek en er over gesproken tijdens vele gelegenheden en vorige week, weet je, heb ik me voor het eerst in 12 jaar of zo versproken.”
Ze weet haar fout aan de „heel erg lange campagne”. En later op de dag zei ze tijdens een persconferentie: „Ik spreek elke week een miljoen woorden uit. Er is veel ruimte voor fouten als je zoveel praat als ik.” Medewerkers van Obama verspreidden gisteren echter meteen een opsomming van vier eerdere gelegenheden waarbij Clinton deze versie van haar bezoek aan Tuzla verkondigde.
NRC
Provider wil anti-Koranfilm Wilders vooraf zien
Gepubliceerd: 25 maart 2008 22:37 | Gewijzigd: 25 maart 2008 22:37
ANP
Den Haag, 25 maart. De Amerikaanse internetprovider Network Solutions wil de anti-Koranfilm Fitna van Geert Wilders van tevoren zien. Het bedrijf zette de website waarop de PVV-leider zijn film wilde gaan vertonen, afgelopen weekeinde offline in afwachting van een reactie van het Tweede Kamerlid.
Naar aanleiding van diverse klachten over de site fitnathemovie.com en uitspraken van Wilders in het openbaar stelt Network Solutions dat het herhaaldelijk heeft geprobeerd de zaak met de klant te bespreken. Ook heeft het bedrijf gevraagd de film vooraf te zien om vast te stellen of de inhoud in strijd is met de gebruiksvoorwaarden.
Tot dusver tevergeefs, want Network Solutions zegt nog geen reactie van Wilders te hebben ontvangen. Daarom is de site tijdelijk uit de lucht gehaald. Wilders ging vandaag niet direct in op de verklaring van het internetbedrijf. Wel zei hij een ,,standaardmail'' van Network Solutions te hebben ontvangen en dat er telefonisch contact is geweest. Eerder gaf hij diverse keren aan dat hij niet wil dat de film van tevoren wordt bekeken.
Wilders vertelde in de wandelgangen van de Tweede Kamer dat hij er nog altijd naar streeft om Fitna voor 1 april uit te brengen, zoals beloofd. Hoe hij dat denkt te doen, zei hij niet.
De PVV-voorman stelde wel dat hij nog andere mogelijkheden heeft om de film via internet te publiceren. Maar hij zal die opties niet meer wereldkundig maken, om mogelijke nieuwe tegenslagen te voorkomen. ,,Ik zeg er niets meer over. Ik wil hem zo snel mogelijk naar buiten brengen. Hoe eerder, hoe beter'', zei Wilders. De PVV-fractie staat volgens de fractievoorzitter unaniem achter hem.
Wilders noemde Network Solutions ,,inconsequent'', omdat de provider volgens hem wel ruimte biedt aan een website van de Libanese radicaalislamitische beweging Hezbollah.
Ondertussen staan er op het internet honderden filmpjes waarin mensen spijt betuigen over de film van Wilders. De I Am Sorry-campagne, die al ruim een week duurt, is een initiatief van de culturele instelling Mediamatic. Die wil een kritisch geluid laten horen tegen de boodschap die Wilders met zijn film wil uitdragen.
Minister van Staat Hans van den Broek bepleitte vanavond bij tv-zender Het Gesprek dat het kabinet een kort geding aanspant tegen Wilders. Op die manier zou een rechter kunnen bepalen of uitzending van de film verantwoord is.
De Amerikaanse ex-ambassadeur in Nederland en gewezen hoogste bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, waarschuwt juist geen compromissen te sluiten met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting. Toegeven aan de dreiging van geweld tegen bijvoorbeeld Nederlandse ambassades zou een onaanvaardbare vorm zijn van ,,preventieve concessiepolitiek'', stelde de oud-diplomaat. ,,Als de Nederlandse regering bang is voor de gevolgen van Wilders' film dan is het juiste antwoord: betere veiligheidsmaatregelen.''
NRC
ANP
Den Haag, 25 maart. De Amerikaanse internetprovider Network Solutions wil de anti-Koranfilm Fitna van Geert Wilders van tevoren zien. Het bedrijf zette de website waarop de PVV-leider zijn film wilde gaan vertonen, afgelopen weekeinde offline in afwachting van een reactie van het Tweede Kamerlid.
Naar aanleiding van diverse klachten over de site fitnathemovie.com en uitspraken van Wilders in het openbaar stelt Network Solutions dat het herhaaldelijk heeft geprobeerd de zaak met de klant te bespreken. Ook heeft het bedrijf gevraagd de film vooraf te zien om vast te stellen of de inhoud in strijd is met de gebruiksvoorwaarden.
Tot dusver tevergeefs, want Network Solutions zegt nog geen reactie van Wilders te hebben ontvangen. Daarom is de site tijdelijk uit de lucht gehaald. Wilders ging vandaag niet direct in op de verklaring van het internetbedrijf. Wel zei hij een ,,standaardmail'' van Network Solutions te hebben ontvangen en dat er telefonisch contact is geweest. Eerder gaf hij diverse keren aan dat hij niet wil dat de film van tevoren wordt bekeken.
Wilders vertelde in de wandelgangen van de Tweede Kamer dat hij er nog altijd naar streeft om Fitna voor 1 april uit te brengen, zoals beloofd. Hoe hij dat denkt te doen, zei hij niet.
De PVV-voorman stelde wel dat hij nog andere mogelijkheden heeft om de film via internet te publiceren. Maar hij zal die opties niet meer wereldkundig maken, om mogelijke nieuwe tegenslagen te voorkomen. ,,Ik zeg er niets meer over. Ik wil hem zo snel mogelijk naar buiten brengen. Hoe eerder, hoe beter'', zei Wilders. De PVV-fractie staat volgens de fractievoorzitter unaniem achter hem.
Wilders noemde Network Solutions ,,inconsequent'', omdat de provider volgens hem wel ruimte biedt aan een website van de Libanese radicaalislamitische beweging Hezbollah.
Ondertussen staan er op het internet honderden filmpjes waarin mensen spijt betuigen over de film van Wilders. De I Am Sorry-campagne, die al ruim een week duurt, is een initiatief van de culturele instelling Mediamatic. Die wil een kritisch geluid laten horen tegen de boodschap die Wilders met zijn film wil uitdragen.
Minister van Staat Hans van den Broek bepleitte vanavond bij tv-zender Het Gesprek dat het kabinet een kort geding aanspant tegen Wilders. Op die manier zou een rechter kunnen bepalen of uitzending van de film verantwoord is.
De Amerikaanse ex-ambassadeur in Nederland en gewezen hoogste bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, waarschuwt juist geen compromissen te sluiten met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting. Toegeven aan de dreiging van geweld tegen bijvoorbeeld Nederlandse ambassades zou een onaanvaardbare vorm zijn van ,,preventieve concessiepolitiek'', stelde de oud-diplomaat. ,,Als de Nederlandse regering bang is voor de gevolgen van Wilders' film dan is het juiste antwoord: betere veiligheidsmaatregelen.''
NRC
Politie komt met lijst namen gezochte Tibetanen
Gepubliceerd: 26 maart 2008 06:59 | Gewijzigd: 26 maart 2008 06:59
ANP
Lhasa, 25 maart. De politie in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa heeft een lijst verspreid met daarop de namen van 53 Tibetanen die bij de onlusten van de afgelopen weken betrokken zouden zijn geweest. Dat heeft het Chinese persbureau Xinhua vanmorgen gemeld.
Tegen 29 gezochte Tibetanen heeft de Chinese politie arrestatiebevelen uitgevaardigd. Zij worden verdacht van het in gevaar brengen van de veiligheid en van ernstige delicten.
NRC
ANP
Lhasa, 25 maart. De politie in de Tibetaanse hoofdstad Lhasa heeft een lijst verspreid met daarop de namen van 53 Tibetanen die bij de onlusten van de afgelopen weken betrokken zouden zijn geweest. Dat heeft het Chinese persbureau Xinhua vanmorgen gemeld.
Tegen 29 gezochte Tibetanen heeft de Chinese politie arrestatiebevelen uitgevaardigd. Zij worden verdacht van het in gevaar brengen van de veiligheid en van ernstige delicten.
NRC
dinsdag 25 maart 2008
Definitie van atheisme
Atheist n A person to be pitied in that he is unable to believe things for which there is no evidence, and who has thus deprived himself of a convenient means of feeling superior to others.It is difficult, none the less, for the ordinary man to cast off orthodox beliefs, for he is seldom allowed to hear the other side.... Whereas the Christian view is pressed on him day in and day out.
-- Margaret Knight,
—Chaz Bufe, The American Heretic’s Dictionary
-- Margaret Knight,
—Chaz Bufe, The American Heretic’s Dictionary
Tsjechische partij wil Wilders-film tonen
Gepubliceerd: 24 maart 2008 21:45 | Gewijzigd: 24 maart 2008 22:16
ANP
Praag, 24 maart. Een uiterst conservatieve Tsjechische partij wil de islam-kritische film Fitna van politicus Geert Wilders op haar website tonen. De Nationale Partij komt met het aanbod omdat een Amerikaans bedrijf de site voor de nog niet verschenen film uit de lucht heeft gehaald.
Dat meldden Tsjechische media vandaag.
De Nationale Partij noemde het aanbod „een reactie op de lafheid van Nederlandse en Europese politici” die niet in staat zijn Wilders te steunen „in zijn strijd tegen de islam”. De partij wil de film op zijn buitenlandse server plaatsen.
De Tsjechische minister van Binnenlandse Zaken, Ivan Langer, bestempelde het voorstel als „idioot”. Hij sprak over een absurd idee van onnozele personen.
Andere politici noemden het aanbod onverantwoordelijk. Zij vrezen een veiligheidsrisico voor de burgers van Tsjechië door mogelijke terroristische bedreigingen.
Volgens de sociaaldemocratische ex-minister Frantisek Bublan van Binnenlandse Zaken zouden de Nederlandse autoriteiten de uitzending van Fitna niet toestaan uit vrees voor protesten in de Nederlandse moslimgemeenschap. Bublan waarschuwde voor verontwaardiging bij moslims in het buitenland.
De Nationale Partij heeft geen zetels in het parlement. De beweging is tegen de Europese Unie, allochtonen en zigeuners.
NRC
ANP
Praag, 24 maart. Een uiterst conservatieve Tsjechische partij wil de islam-kritische film Fitna van politicus Geert Wilders op haar website tonen. De Nationale Partij komt met het aanbod omdat een Amerikaans bedrijf de site voor de nog niet verschenen film uit de lucht heeft gehaald.
Dat meldden Tsjechische media vandaag.
De Nationale Partij noemde het aanbod „een reactie op de lafheid van Nederlandse en Europese politici” die niet in staat zijn Wilders te steunen „in zijn strijd tegen de islam”. De partij wil de film op zijn buitenlandse server plaatsen.
De Tsjechische minister van Binnenlandse Zaken, Ivan Langer, bestempelde het voorstel als „idioot”. Hij sprak over een absurd idee van onnozele personen.
Andere politici noemden het aanbod onverantwoordelijk. Zij vrezen een veiligheidsrisico voor de burgers van Tsjechië door mogelijke terroristische bedreigingen.
Volgens de sociaaldemocratische ex-minister Frantisek Bublan van Binnenlandse Zaken zouden de Nederlandse autoriteiten de uitzending van Fitna niet toestaan uit vrees voor protesten in de Nederlandse moslimgemeenschap. Bublan waarschuwde voor verontwaardiging bij moslims in het buitenland.
De Nationale Partij heeft geen zetels in het parlement. De beweging is tegen de Europese Unie, allochtonen en zigeuners.
NRC
High Court Refuses to Review Arizona Prison’s Abortion Policy
WASHINGTON, DC - March 24 -The United States Supreme Court announced today that it would not review a lower court decision preventing prison officials in Maricopa County, Arizona, from interfering with women prisoners’ access to timely, safe, and legal abortion care.
"As we have shown throughout this case, a pregnant woman in prison does not lose her right to decide to have an abortion any more than she gives up her right to have a child," said Brigitte Amiri, a staff attorney with the ACLU Reproductive Freedom Project. "It is not up to prison officials to decide whether a woman prisoner should carry a pregnancy to term or not."
At issue in the case was an unwritten Maricopa County Jail policy preventing women in prison from obtaining abortion care. The policy prohibited jail officials from transporting a prisoner for an abortion unless she first obtained a court order. The jail transports prisoners without a court order for all other necessary medical care, including prenatal care and childbirth. The jail also regularly transports prisoners for various non-medical reasons, including visits with terminally ill family members or attendance at relatives’ funerals.
"Today’s announcement puts an end to Maricopa County prison officials’ blatant disregard of the law and failure to ensure that prisoners get the health care they need," said Alessandra Soler Meetze, Executive Director of the ACLU of Arizona. "It’s the end of the road for Sheriff Arpaio’s campaign against reproductive freedom."
After weeks of being denied access to abortion care, a pregnant prisoner, represented by the ACLU, sued in May 2004 on behalf of herself and future prisoners seeking abortions. In August 2005, the Superior Court of Arizona, Maricopa County, struck down the jail’s policy, holding that it violates women’s reproductive rights and serves "no legitimate penological purpose." In January 2007, the Arizona Court of Appeals upheld that decision, and in September of last year, the Arizona Supreme Court refused to review the case.
ACLU briefs note that Joe Arpaio, the sheriff in charge of Maricopa County Jail, has "maintained the Policy throughout his tenure, consistent with his well-publicized stance against abortion and his ‘America’s toughest sheriff’ persona." Arpaio himself has admitted that under this policy, "The gal may have the baby by the time it gets through the court system."
In a similar case brought by the ACLU, the U.S. Court of Appeals for the Eighth Circuit earlier this year upheld a lower court ruling allowing women prisoners in Missouri to obtain timely, safe, and legal abortion care.
Today’s case is Arpaio v. Doe, 07-839. Lawyers on the case include Amiri, Talcott Camp, Louise Melling, and Steven R. Shapiro of the ACLU and Daniel Pochoda of the American Civil Liberties Union of Arizona.
To read the ACLU's brief visit:
www.aclu.org/reproductiverights/abortion/34557lgl20080220.html
"As we have shown throughout this case, a pregnant woman in prison does not lose her right to decide to have an abortion any more than she gives up her right to have a child," said Brigitte Amiri, a staff attorney with the ACLU Reproductive Freedom Project. "It is not up to prison officials to decide whether a woman prisoner should carry a pregnancy to term or not."
At issue in the case was an unwritten Maricopa County Jail policy preventing women in prison from obtaining abortion care. The policy prohibited jail officials from transporting a prisoner for an abortion unless she first obtained a court order. The jail transports prisoners without a court order for all other necessary medical care, including prenatal care and childbirth. The jail also regularly transports prisoners for various non-medical reasons, including visits with terminally ill family members or attendance at relatives’ funerals.
"Today’s announcement puts an end to Maricopa County prison officials’ blatant disregard of the law and failure to ensure that prisoners get the health care they need," said Alessandra Soler Meetze, Executive Director of the ACLU of Arizona. "It’s the end of the road for Sheriff Arpaio’s campaign against reproductive freedom."
After weeks of being denied access to abortion care, a pregnant prisoner, represented by the ACLU, sued in May 2004 on behalf of herself and future prisoners seeking abortions. In August 2005, the Superior Court of Arizona, Maricopa County, struck down the jail’s policy, holding that it violates women’s reproductive rights and serves "no legitimate penological purpose." In January 2007, the Arizona Court of Appeals upheld that decision, and in September of last year, the Arizona Supreme Court refused to review the case.
ACLU briefs note that Joe Arpaio, the sheriff in charge of Maricopa County Jail, has "maintained the Policy throughout his tenure, consistent with his well-publicized stance against abortion and his ‘America’s toughest sheriff’ persona." Arpaio himself has admitted that under this policy, "The gal may have the baby by the time it gets through the court system."
In a similar case brought by the ACLU, the U.S. Court of Appeals for the Eighth Circuit earlier this year upheld a lower court ruling allowing women prisoners in Missouri to obtain timely, safe, and legal abortion care.
Today’s case is Arpaio v. Doe, 07-839. Lawyers on the case include Amiri, Talcott Camp, Louise Melling, and Steven R. Shapiro of the ACLU and Daniel Pochoda of the American Civil Liberties Union of Arizona.
To read the ACLU's brief visit:
www.aclu.org/reproductiverights/abortion/34557lgl20080220.html
Het postmodernisme voorbij De Nederlands – Vlaamse filosofiedag 2007
Op 23 november 2007 was ik aanwezig op de Nederlands – Vlaamse filosofiedag. Deze wordt jaarlijks op een van de universiteiten in Nederland en Vlaanderen gehouden. Deze keer was mijn oude universiteit de VU aan de beurt. Volgend jaar wordt de Nederlands – Vlaamse filosofiedag in Leuven gehouden. Omdat deze dag deze keer op de VU werd gehouden kwam ik veel oude bekenden tegen. Dat maakte de dag extra gezellig. Er was gekozen voor een actueel thema; het postmodernisme voorbij. De afgelopen decennia was het postmodernisme een dominante stroming in de filosofie. Dat lijkt nu te veranderen. Postmodernisme is een duur woord en een wat vaag begrip. Ik ken weinig woorden die zoveel misverstanden oproepen. Iedereen lijkt er iets anders mee te bedoelen. Stukjesschrijvers in de krant bedoelen niet hetzelfde als filosofen als ze het over postmodernisme hebben. Architecten bedoelen er weer wat anders mee. In de architectuur betekent postmodernisme dat je allerlei stijlen door elkaar mag husselen. Wat is postmodernisme? Je kunt in het algemeen zeggen dat het postmodernisme een reactie op of een voortzetting van het modernisme is. Begrippen als waarheid en authenticiteit worden door het postmodernisme in twijfel getrokken. Postmoderne filosofen houden zich zeer sterk bezig met taalkritiek. Taalkritiek is sowieso een kenmerk van de filosofie van de twintigste eeuw. Er wordt wel gesproken van een linguistic turn. Het idee is dat we niet naar de werkelijkheid moeten kijken om filosofische problemen op te lossen, maar dat we deze problemen oplossen door de taal te analyseren waarmee we over de werkelijkheid spreken. Modernisten gaan er van uit dat er een goed fundament is om kennis op te bouwen. Postmodernisten gaan er van uit dat dit niet het geval is. Er zijn twee stromingen in de filosofie die we tot het postmodernisme kunnen rekenen; het poststructuralisme en het differentiedenken. Het postmodernisme is als begrip in de filosofie geïntroduceerd door de Franse filosoof Jean-Francois Lyotard (1924 -1998). In zijn boek La condition postmoderne (1979) stelt Lyotard dat de tijd van de grote verhalen voorbij is en de moderniteit ten einde is. Daarmee zijn we in het postmoderne tijdperk aanbeland. Andere bekende postmoderne filosofen zijn Derrida, Deleuze en Michel Foucault. De Amerikaanse filosoof Richard Rorty wordt ook tot de postmodernen gerekend, hoewel zichzelf nooit zo heeft gezien.
Het postmoderne denken ziet ook de mens zelf als een verdeeld wezen, uiteengevallen in fragmenten; een uit brokstukken bestaand subject. De postmoderne mens is ambivalent en dubbelzinnig; we willen het ene én het andere, en kunnen maar moeilijk keuzes maken, want aan elke keuze zijn voor- en nadelen verbonden. Toen de filosoof Derrida werd geïnterviewd door het popblad Rolling Stone, zei hij: “Wanneer men mij vraagt: “Hoe gaat het?” heb ik zin om te antwoorden: “Op welke verdieping…?”. Het is net alsof ik een groep mensen ben, die op meerdere verdiepingen leven en elkaar maar af en toe tegenkomen.”
Don Quichotte
De dag werd geopend door de Rotterdamse filosoof Ger Groot. Hij maakte een scherp onderscheid tussen de wetenschap (die objectief zou zijn) en de menselijke belevingswereld waarbinnen we ons leven zin geven. Deze laatste wereld is bij hem volkomen subjectief. Dit onderscheid zou ontstaan zijn in de tijd van de Reformatie en vanaf dat moment kenmerkend zijn geweest voor onze cultuur. Het kennen van de wereld werd toen losgekoppeld van het geestelijk heil. Wat dat betreft zou de Franse filosoof Lyotard gelijk hebben als hij beweert dat de postmoderniteit niets anders is dan een onvermoede dimensie van de moderniteit. We zijn volgens Groot allemaal een soort Don Quichotte. We leven in een volkomen fictieve wereld. Ergens weten we dat ook. De tragiek van Don Quichotte is dat hij dat niet doorheeft. Volgens Groot is het de bedoeling dat wij wel doorhebben dat we in een fictieve wereld leven en toch doen alsof deze waar is.
Een handelend en ethisch subject
Na de lezing van Ger Groot begonnen de zogenaamde parallelsessies. Deze waren gegroepeerd rond verschillende thema’s. De eerste sessie die ik volgde werd verzorgt door Annemie Halsema. Zij werkt aan de Vrije Universiteit. Ik ken haar persoonlijk dus vond ik het wel leuk om haar verhaal te horen. Zij is gespecialiseerd in genderstudies. In haar lezing vroeg zij zich af hoe we in deze postmoderne tijd nog tot een ethiek kunnen komen. Naast de vraag naar de lichamelijkheid en de oorsprong van de identiteit is dit één van haar centrale vragen. Haar lezing heette ‘terug naar een handelend en ethisch subject’. Kennelijk is het binnen het postmodernisme problematisch om te spreken over een handelend en ethische subject. Volgens Halsema is het postmodernisme te radicaal gebleken. Tegelijkertijd wil ze wat zij ziet als de verworvenheden van het postmodernisme niet overboord gooien.
Waar komt het postmodernisme vandaan?
De volgende lezing die ik heb gevolgd ging over de geschiedenis van het postmodernisme. Deze werd gegeven door Wim Christiaens uit Vlaanderen. Waar komt de manier van denken die tegenwoordig postmodernisme noemen nu eigenlijk vandaan? Volgens deze spreker moeten we om het huidige postmodernisme te begrijpen kijken naar de filosofie in Duitsland (en Oostenrijk) in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Iedere filosoof in Duitsland was in die periode op de een of andere manier beïnvloedt door de filosofie van Imanuel Kant. Kant heeft met zijn in 1789 uitgekomen `Kritiek van de zuivere rede' de zekerheid van de mens, dat de rede tot absolute kennis in staat is' vernietigd. Kants filosofie bakent de grenzen van de menselijke kennis af.
In zijn `redekritiek' onderzoekt Kant grenzen en geldigheid van kennis. Zo schrijft hij in het voorwoord bij de `Kritiek...': `Tot op heden nam men aan dat al onze kennis zich naar de voorwerpen moest richten.' Nu stelt hij echter de eis: `De voorwerpen moeten zich naar onze kennis richten.' Anders gezegd: de menselijke rede schept haar voorwerpen zelf. Nauwkeuriger gezegd: de rede heeft niet zozeer van doen met voorwerpen, maar onze kenwijze van voorwerpen. Dit uitgangspunt werd in het Duitse taalgebied door vrijwel alle filosofen van belang gedeeld. Er was sprake van een soort spectrum binnen de filosofie van filosofen die dit uitgangspunt deelden. Aan de ene kant van het spectrum had je Heidegger (1889 – 1976)die sterk de nadruk legde op de subjectiviteit van onze kennis. Aan de andere kant had je Carnap (1891 – 1970) die het streven naar objectieve kennis benadrukte. Het midden van het spectrum werd vertegenwoordigd door Cassirer (1874 – 1945). Cassirer stierf in 1945 zodat de middenpositie wegviel. Heidegger engageerde zich met het nazisme en raakte daardoor als filosoof besmet. Carnap was naar de Verenigde Staten gevlucht. Carnap was een tamelijk linkse rakker. Toen in de jaren vijftig de communistenjacht losbarste moest hij erg voorzichtig zijn om niet beschuldigd te worden van communisme. Hij probeerde daarom om zijn filosofie zo neutraal mogelijk voor te stellen. Hij was alleen bezig met logica en kenleer. Dit had grote invloed op de filosofie in het Engelse taalgebied die hierdoor een wat steriel karakter kreeg. Op den duur was dit geen bevredigende situatie. In Europa werd de filosofie in Frankrijk ondertussen sterk beïnvloedt door Heidegger. Het existentialisme van mensen als Sartre is sterk beïnvloed door Heidegger, maar ook het post –structuralisme van Foucault en het differentiedenken van Derrida. Dit Franse denken had een enorme invloed op Amerika toen teksten van deze denkers in het Engels vertaald werden. Het voorzag in een behoefte aan een bredere visie op de werkelijkheid dan de analytische filosofie te bieden had. Al deze Franse denkers werden op een hoop gegooid en talloze Amerikaanse academici begonnen over deze denkers te publiceren. Er ontstond een ware industrie. De versimpelde vorm van de denkbeelden van deze Franse filosofen is eigenlijk wat we nu postmodernisme noemen. In feite is wat wij postmodernisme noemen dus een gevulgariseerde versie van het denken van een aantal Franse filosofen.
Voorbij de ironie
Na de lunch was het de beurt aan Allard den Dulk om een lezing te geven. Ik ken Allard nog van mijn studie. Hij is twee jaar na mij aan zijn studie begonnen. Zijn lezing ging over de manier waarop een aantal jonge schrijvers in de Engelstalige literatuur tegen het begrip ironie aankijken. Deze schrijvers zijn; Dave Eggers, Jonathan Safran Foer en David Foster Wallace. Deze schrijvers zien ironie als een product van existentiële angst en menen dat er een risico bestaat dat ironie omslaat in cynisme. Ze verlangen naar een bepaalde mate van oprechtheid, naar levensvolheid en naar medemenselijkheid. Het is niet zo dat ze pleiten voor een verbod op ironie. Ze hebben niets tegen ironie als stijlfiguur, maar alles tegen ironie als levensstijl. Den Dulk meent dat de ironiekritiek van deze schrijvers het beste begrepen kan worden door deze te bezien tegen het licht van de ironiekritiek van de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813 – 1855). Kierkegaard onderscheidt verschillende stadia op de levensweg; de esthetische, de ethische en de religieuze levenshouding. Voor Den Dulk zijn vooral de eerste twee houdingen van belang. Hij meent dat de religieuze levenshouding weinig toevoegt aan de ethische. De ironie is voor Kierkegaard verbonden met de esthetische levenshouding. In de ironie zetten we ons als het ware op afstand van het leven en de werkelijkheid. We verplichten ons nergens toe. In de ethische levenshouding gaat het er juist om dat we ons ergens aan verbinden, om een commitment, om een engagement. Zo komen we voorbij de vrijblijvendheid.
Postmodernisme en photoshop
Vervolgens was het de beurt aan Joeri Schrijvers uit Leuven. Schrijvers verbindt het postmodernisme met internet en het fenomeen ‘photo-shop’. Zijn stelling is dat, precies omwille van de te grote nadruk op het mogelijke, de realiteit en werkelijkheid van omze huidige wereld ‘vergeten’ wordt. Aan de hand van photoshopping kan dit duidelijk gemaakt worden. Door het manipuleren van foto’s en dergelijke wordt het uiteinelijk onmogelijk om nog onderscheid te maken tussen het reële en het virtuele. Hierin kan volgens Schrijvers een indicatie worden gezien van het postmodernisme en het bijbehorende nihilisme.
Een stad zonder architectuur
Daarna was het woord aan Eeva Liukku van de universiteit van Amsterdam. Zij probeert een postmodernistische kritiek op de stad te formuleren aan de hand van de Franse filosoof Gilles Deleuze (1925 – 1995). Deleuze is een van de meest ondoordringbare postmoderne filosofen. Hij heeft het concept van het Lichaam zonder Organen bedacht.
In L'Anti-Oedipe ontwikkelen Deleuze en Guattari hun concept van het Orgaanloze Lichaam, een term voor het veranderende sociale lichaam van verlangen. Vermits verlangen zeer veel verschillende vormen kan aannemen, moet het steeds nieuwe kanalen en andere combinaties zoeken om zichzelf te realiseren, zo een Lichaam zonder Organen vormend. Verlangen is niet beperkt tot de affecties van het subject. Vanuit dit concept van een Lichaam zonder Organen komt Liukku op het concept van een Stad zonder Architectuur. Daarmee probeert ze de metafoor van de stad als organisme onderuit te halen en de stad op een nieuwe manier te bekijken. Steden organiseren zichzelf en hebben volgens haar geen sturing van bovenaf nodig. Ze verwijst in dit verband naar een studie van de architect Rem Koolhaas die schreef over steden als Kinshasa en Lagos die schijnbaar geen infrastructuur hebben, maar waar toch een spontane zelforganisatie optreedt. Een voorbeeld is dat bij benzinepompen die met een eigen generator voor verlichting zorgen mensen hun winkeltjes en barretjes oprichten. Er zijn in deze steden veel wegen die nooit zijn afgemaakt en plotseling afbreken. Op het punt waar zo’n weg afbreekt zetten mensen hun stalletjes met koopwaar neer. Dit gaat niet willekeurig. Op de ene plek kan je bijvoorbeeld alleen bananen krijgen en op de andere plek alleen schoenen. Mensen weten voor welk product ze waar in de file moeten gaan staan. Een ander voorbeeld dat ze aanhaalt is het zogenaamde ‘builderen’. Dat is een hippe sport die uit Frankrijk is komen overwaaien. De beoefenaars beklimmen gebouwen en objecten in de stad. De bedoeling is dat je dat als één vloeiende beweging doet. Ook dit is een manier om anders met de stedelijke omgeving om te gaan. Een gebouw is opeens geen gebouw meer maar een object om te beklimmen.
Tot slot
Ten slotte was er nog een lezing over postmodernisme en kunst. In het postmodernisme wordt het onderscheid tussen hoge en lage kunst niet meer echt gemaakt. Daarmee wordt de basis van de kunstgeschiedenis, waar men alleen de hoge kunst tot kunst rekent, ondermijnd. Er is een tendens ontstaan om alle visuele objecten als gelijkwaardig te bestuderen. Kunstgeschiedenis wordt vervangen door visual studies.
Hierna was het tijd voor de borrel. De decaan had ons op het hart gedrukt naar de borrel te komen. De VU is opgericht met het kapitaal van een bierbrouwer. We moesten de eer van de universiteit dus hoog houden. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen. We hebben het ons goed laten smaken. We konden de dag nog even laten passeren en onder het genot van een drankje napraten over hetgeen die dag aan de orde was gesteld. Het ene betoog was natuurlijk overtuigender dan het andere, maar al met al was het een geslaagde dag. Soms vervalt het postmodernisme in onbegrijpelijkheid, maar het levert toch zinvolle inzichten op. Verder was mij duidelijk dat we ons niet teveel moeten verliezen in ironie, maar dat we ironie nog altijd heel goed als stijlmiddel kunnen gebruiken. Allard den Dulk illustreerde dit heel mooi toen hij, vooruitlopend op de borrel, zei; ‘ironie maakt meer kapot dan je lief is’.
Raymond van Es
Het postmoderne denken ziet ook de mens zelf als een verdeeld wezen, uiteengevallen in fragmenten; een uit brokstukken bestaand subject. De postmoderne mens is ambivalent en dubbelzinnig; we willen het ene én het andere, en kunnen maar moeilijk keuzes maken, want aan elke keuze zijn voor- en nadelen verbonden. Toen de filosoof Derrida werd geïnterviewd door het popblad Rolling Stone, zei hij: “Wanneer men mij vraagt: “Hoe gaat het?” heb ik zin om te antwoorden: “Op welke verdieping…?”. Het is net alsof ik een groep mensen ben, die op meerdere verdiepingen leven en elkaar maar af en toe tegenkomen.”
Don Quichotte
De dag werd geopend door de Rotterdamse filosoof Ger Groot. Hij maakte een scherp onderscheid tussen de wetenschap (die objectief zou zijn) en de menselijke belevingswereld waarbinnen we ons leven zin geven. Deze laatste wereld is bij hem volkomen subjectief. Dit onderscheid zou ontstaan zijn in de tijd van de Reformatie en vanaf dat moment kenmerkend zijn geweest voor onze cultuur. Het kennen van de wereld werd toen losgekoppeld van het geestelijk heil. Wat dat betreft zou de Franse filosoof Lyotard gelijk hebben als hij beweert dat de postmoderniteit niets anders is dan een onvermoede dimensie van de moderniteit. We zijn volgens Groot allemaal een soort Don Quichotte. We leven in een volkomen fictieve wereld. Ergens weten we dat ook. De tragiek van Don Quichotte is dat hij dat niet doorheeft. Volgens Groot is het de bedoeling dat wij wel doorhebben dat we in een fictieve wereld leven en toch doen alsof deze waar is.
Een handelend en ethisch subject
Na de lezing van Ger Groot begonnen de zogenaamde parallelsessies. Deze waren gegroepeerd rond verschillende thema’s. De eerste sessie die ik volgde werd verzorgt door Annemie Halsema. Zij werkt aan de Vrije Universiteit. Ik ken haar persoonlijk dus vond ik het wel leuk om haar verhaal te horen. Zij is gespecialiseerd in genderstudies. In haar lezing vroeg zij zich af hoe we in deze postmoderne tijd nog tot een ethiek kunnen komen. Naast de vraag naar de lichamelijkheid en de oorsprong van de identiteit is dit één van haar centrale vragen. Haar lezing heette ‘terug naar een handelend en ethisch subject’. Kennelijk is het binnen het postmodernisme problematisch om te spreken over een handelend en ethische subject. Volgens Halsema is het postmodernisme te radicaal gebleken. Tegelijkertijd wil ze wat zij ziet als de verworvenheden van het postmodernisme niet overboord gooien.
Waar komt het postmodernisme vandaan?
De volgende lezing die ik heb gevolgd ging over de geschiedenis van het postmodernisme. Deze werd gegeven door Wim Christiaens uit Vlaanderen. Waar komt de manier van denken die tegenwoordig postmodernisme noemen nu eigenlijk vandaan? Volgens deze spreker moeten we om het huidige postmodernisme te begrijpen kijken naar de filosofie in Duitsland (en Oostenrijk) in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Iedere filosoof in Duitsland was in die periode op de een of andere manier beïnvloedt door de filosofie van Imanuel Kant. Kant heeft met zijn in 1789 uitgekomen `Kritiek van de zuivere rede' de zekerheid van de mens, dat de rede tot absolute kennis in staat is' vernietigd. Kants filosofie bakent de grenzen van de menselijke kennis af.
In zijn `redekritiek' onderzoekt Kant grenzen en geldigheid van kennis. Zo schrijft hij in het voorwoord bij de `Kritiek...': `Tot op heden nam men aan dat al onze kennis zich naar de voorwerpen moest richten.' Nu stelt hij echter de eis: `De voorwerpen moeten zich naar onze kennis richten.' Anders gezegd: de menselijke rede schept haar voorwerpen zelf. Nauwkeuriger gezegd: de rede heeft niet zozeer van doen met voorwerpen, maar onze kenwijze van voorwerpen. Dit uitgangspunt werd in het Duitse taalgebied door vrijwel alle filosofen van belang gedeeld. Er was sprake van een soort spectrum binnen de filosofie van filosofen die dit uitgangspunt deelden. Aan de ene kant van het spectrum had je Heidegger (1889 – 1976)die sterk de nadruk legde op de subjectiviteit van onze kennis. Aan de andere kant had je Carnap (1891 – 1970) die het streven naar objectieve kennis benadrukte. Het midden van het spectrum werd vertegenwoordigd door Cassirer (1874 – 1945). Cassirer stierf in 1945 zodat de middenpositie wegviel. Heidegger engageerde zich met het nazisme en raakte daardoor als filosoof besmet. Carnap was naar de Verenigde Staten gevlucht. Carnap was een tamelijk linkse rakker. Toen in de jaren vijftig de communistenjacht losbarste moest hij erg voorzichtig zijn om niet beschuldigd te worden van communisme. Hij probeerde daarom om zijn filosofie zo neutraal mogelijk voor te stellen. Hij was alleen bezig met logica en kenleer. Dit had grote invloed op de filosofie in het Engelse taalgebied die hierdoor een wat steriel karakter kreeg. Op den duur was dit geen bevredigende situatie. In Europa werd de filosofie in Frankrijk ondertussen sterk beïnvloedt door Heidegger. Het existentialisme van mensen als Sartre is sterk beïnvloed door Heidegger, maar ook het post –structuralisme van Foucault en het differentiedenken van Derrida. Dit Franse denken had een enorme invloed op Amerika toen teksten van deze denkers in het Engels vertaald werden. Het voorzag in een behoefte aan een bredere visie op de werkelijkheid dan de analytische filosofie te bieden had. Al deze Franse denkers werden op een hoop gegooid en talloze Amerikaanse academici begonnen over deze denkers te publiceren. Er ontstond een ware industrie. De versimpelde vorm van de denkbeelden van deze Franse filosofen is eigenlijk wat we nu postmodernisme noemen. In feite is wat wij postmodernisme noemen dus een gevulgariseerde versie van het denken van een aantal Franse filosofen.
Voorbij de ironie
Na de lunch was het de beurt aan Allard den Dulk om een lezing te geven. Ik ken Allard nog van mijn studie. Hij is twee jaar na mij aan zijn studie begonnen. Zijn lezing ging over de manier waarop een aantal jonge schrijvers in de Engelstalige literatuur tegen het begrip ironie aankijken. Deze schrijvers zijn; Dave Eggers, Jonathan Safran Foer en David Foster Wallace. Deze schrijvers zien ironie als een product van existentiële angst en menen dat er een risico bestaat dat ironie omslaat in cynisme. Ze verlangen naar een bepaalde mate van oprechtheid, naar levensvolheid en naar medemenselijkheid. Het is niet zo dat ze pleiten voor een verbod op ironie. Ze hebben niets tegen ironie als stijlfiguur, maar alles tegen ironie als levensstijl. Den Dulk meent dat de ironiekritiek van deze schrijvers het beste begrepen kan worden door deze te bezien tegen het licht van de ironiekritiek van de Deense filosoof Søren Kierkegaard (1813 – 1855). Kierkegaard onderscheidt verschillende stadia op de levensweg; de esthetische, de ethische en de religieuze levenshouding. Voor Den Dulk zijn vooral de eerste twee houdingen van belang. Hij meent dat de religieuze levenshouding weinig toevoegt aan de ethische. De ironie is voor Kierkegaard verbonden met de esthetische levenshouding. In de ironie zetten we ons als het ware op afstand van het leven en de werkelijkheid. We verplichten ons nergens toe. In de ethische levenshouding gaat het er juist om dat we ons ergens aan verbinden, om een commitment, om een engagement. Zo komen we voorbij de vrijblijvendheid.
Postmodernisme en photoshop
Vervolgens was het de beurt aan Joeri Schrijvers uit Leuven. Schrijvers verbindt het postmodernisme met internet en het fenomeen ‘photo-shop’. Zijn stelling is dat, precies omwille van de te grote nadruk op het mogelijke, de realiteit en werkelijkheid van omze huidige wereld ‘vergeten’ wordt. Aan de hand van photoshopping kan dit duidelijk gemaakt worden. Door het manipuleren van foto’s en dergelijke wordt het uiteinelijk onmogelijk om nog onderscheid te maken tussen het reële en het virtuele. Hierin kan volgens Schrijvers een indicatie worden gezien van het postmodernisme en het bijbehorende nihilisme.
Een stad zonder architectuur
Daarna was het woord aan Eeva Liukku van de universiteit van Amsterdam. Zij probeert een postmodernistische kritiek op de stad te formuleren aan de hand van de Franse filosoof Gilles Deleuze (1925 – 1995). Deleuze is een van de meest ondoordringbare postmoderne filosofen. Hij heeft het concept van het Lichaam zonder Organen bedacht.
In L'Anti-Oedipe ontwikkelen Deleuze en Guattari hun concept van het Orgaanloze Lichaam, een term voor het veranderende sociale lichaam van verlangen. Vermits verlangen zeer veel verschillende vormen kan aannemen, moet het steeds nieuwe kanalen en andere combinaties zoeken om zichzelf te realiseren, zo een Lichaam zonder Organen vormend. Verlangen is niet beperkt tot de affecties van het subject. Vanuit dit concept van een Lichaam zonder Organen komt Liukku op het concept van een Stad zonder Architectuur. Daarmee probeert ze de metafoor van de stad als organisme onderuit te halen en de stad op een nieuwe manier te bekijken. Steden organiseren zichzelf en hebben volgens haar geen sturing van bovenaf nodig. Ze verwijst in dit verband naar een studie van de architect Rem Koolhaas die schreef over steden als Kinshasa en Lagos die schijnbaar geen infrastructuur hebben, maar waar toch een spontane zelforganisatie optreedt. Een voorbeeld is dat bij benzinepompen die met een eigen generator voor verlichting zorgen mensen hun winkeltjes en barretjes oprichten. Er zijn in deze steden veel wegen die nooit zijn afgemaakt en plotseling afbreken. Op het punt waar zo’n weg afbreekt zetten mensen hun stalletjes met koopwaar neer. Dit gaat niet willekeurig. Op de ene plek kan je bijvoorbeeld alleen bananen krijgen en op de andere plek alleen schoenen. Mensen weten voor welk product ze waar in de file moeten gaan staan. Een ander voorbeeld dat ze aanhaalt is het zogenaamde ‘builderen’. Dat is een hippe sport die uit Frankrijk is komen overwaaien. De beoefenaars beklimmen gebouwen en objecten in de stad. De bedoeling is dat je dat als één vloeiende beweging doet. Ook dit is een manier om anders met de stedelijke omgeving om te gaan. Een gebouw is opeens geen gebouw meer maar een object om te beklimmen.
Tot slot
Ten slotte was er nog een lezing over postmodernisme en kunst. In het postmodernisme wordt het onderscheid tussen hoge en lage kunst niet meer echt gemaakt. Daarmee wordt de basis van de kunstgeschiedenis, waar men alleen de hoge kunst tot kunst rekent, ondermijnd. Er is een tendens ontstaan om alle visuele objecten als gelijkwaardig te bestuderen. Kunstgeschiedenis wordt vervangen door visual studies.
Hierna was het tijd voor de borrel. De decaan had ons op het hart gedrukt naar de borrel te komen. De VU is opgericht met het kapitaal van een bierbrouwer. We moesten de eer van de universiteit dus hoog houden. Dat lieten we ons geen twee keer zeggen. We hebben het ons goed laten smaken. We konden de dag nog even laten passeren en onder het genot van een drankje napraten over hetgeen die dag aan de orde was gesteld. Het ene betoog was natuurlijk overtuigender dan het andere, maar al met al was het een geslaagde dag. Soms vervalt het postmodernisme in onbegrijpelijkheid, maar het levert toch zinvolle inzichten op. Verder was mij duidelijk dat we ons niet teveel moeten verliezen in ironie, maar dat we ironie nog altijd heel goed als stijlmiddel kunnen gebruiken. Allard den Dulk illustreerde dit heel mooi toen hij, vooruitlopend op de borrel, zei; ‘ironie maakt meer kapot dan je lief is’.
Raymond van Es
maandag 24 maart 2008
Cyber attacks target pro-Tibetan groups
Barrage of the trojans
By Dan Goodin in San Francisco → More by this author
Published Saturday 22nd March 2008 17:48 GMT
Nail down your security priorities. Ask the experts and your peers at The Register Security Debate, April 17, 2008
Groups sympathetic to anti-Chinese protesters in Tibet are under assault by cyber attackers who are embedding malware in email that appears to come from trusted colleagues.
The email is being sent to members of human-rights groups. The messages include attachments in PDF, Microsoft Word and Excel formats, that install keyloggers and other types of malware once they're opened. The malicious payloads have been disguised to evade detection by anti-virus scanners.
"Groups working for freedom of Tibet all over the world have been targeted," says anti-virus supplier F-Secure in blog post. "These emails have been sent to mailing lists, private forums and directly to persons working inside pro-Tibet groups. Some individuals have received targeted attacks like this several times a month."
Names of attached files include UNPO Statement of Solidarity.pdf, Daul-Tibet intergroup meeting.doc and tibet_protests_map_no_icons__mar_20.ppt. Once opened the files deliver documents that appear to contain legitimate content in support of the protests. Behind the scenes, though, the malware is installed.
The cyber attacks come amid riots in the Tibetan capitol of Lhasa between protesters and Chinese soldiers. According to the Tibetan government-in-exile, at least 99 people have been killed in the crackdown. Chinese officials put the official death toll at 19.
While the violence has flared up only recently, cyber attacks against critics of the Chinese government date back to at least 2002, according to SANS. Past targets include Falun Gong and the Uyghurs.
Reports of the attacks came as several news agencies said Chinese authorities placed "most wanted" posters of 21 rioters on Chinese web portals and television stations. According to some reports, the images ran for a time on the Chinese sites for both MSN and Yahoo. Two of the suspects have already been arrested. ®
The Register
By Dan Goodin in San Francisco → More by this author
Published Saturday 22nd March 2008 17:48 GMT
Nail down your security priorities. Ask the experts and your peers at The Register Security Debate, April 17, 2008
Groups sympathetic to anti-Chinese protesters in Tibet are under assault by cyber attackers who are embedding malware in email that appears to come from trusted colleagues.
The email is being sent to members of human-rights groups. The messages include attachments in PDF, Microsoft Word and Excel formats, that install keyloggers and other types of malware once they're opened. The malicious payloads have been disguised to evade detection by anti-virus scanners.
"Groups working for freedom of Tibet all over the world have been targeted," says anti-virus supplier F-Secure in blog post. "These emails have been sent to mailing lists, private forums and directly to persons working inside pro-Tibet groups. Some individuals have received targeted attacks like this several times a month."
Names of attached files include UNPO Statement of Solidarity.pdf, Daul-Tibet intergroup meeting.doc and tibet_protests_map_no_icons__mar_20.ppt. Once opened the files deliver documents that appear to contain legitimate content in support of the protests. Behind the scenes, though, the malware is installed.
The cyber attacks come amid riots in the Tibetan capitol of Lhasa between protesters and Chinese soldiers. According to the Tibetan government-in-exile, at least 99 people have been killed in the crackdown. Chinese officials put the official death toll at 19.
While the violence has flared up only recently, cyber attacks against critics of the Chinese government date back to at least 2002, according to SANS. Past targets include Falun Gong and the Uyghurs.
Reports of the attacks came as several news agencies said Chinese authorities placed "most wanted" posters of 21 rioters on Chinese web portals and television stations. According to some reports, the images ran for a time on the Chinese sites for both MSN and Yahoo. Two of the suspects have already been arrested. ®
The Register
Wilders slaat aanbod moslimomroep af
Gepubliceerd: 23 maart 2008 12:34 | Gewijzigd: 23 maart 2008 13:13
ANP
Den Haag, Hilversum, 23 maart. Geert Wilders gaat niet in op een eventueel aanbod van de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) om zijn anti-Koranfilm Fitna uit te zenden. ,,No way, NMO'' zei het Tweede Kamerlid vandaag in een reactie.
De omroep overwoog de film onder voorwaarden uit te zenden. Maar op een van die voorwaarden - dat de omroep hem vooraf mocht zien om zeker te zijn dat die geen strafbare uitingen bevat - gaat Wilders bij voorbaat niet in. ,,Ik laat hem aan niemand zien vooraf.''
De politicus gaat nog steeds ,,voor snel op internet''. De website waarop Wilders zijn film wilde uitzenden is sinds kort uit de lucht.
De NMO had Wilders nog niet officieel benaderd. Ze wilde eerst nog intern en extern overleggen over het plan. De andere voorwaarde voor eventuele uitzending was dat Wilders na de uitzending met voor- en tegenstanders in discussie zou gaan.
De NMO laat wel vaker islamcritici aan het woord. Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh waren ooit te gast. Wilders is eerder ook uitgenodigd, maar ging daar niet op in, aldus voorzitter Abdelmajid Khairoun van de Nederlandse Moslim Raad, de zendgemachtigde van de NMO.
Volgens Khairoun was de overweging van de NMO een teken dat moslims ,,in deze moeilijke tijd'' bereid zijn tot verzoening en dialoog. Hij vindt dat het taboe op de film doorbroken moet worden. ,,Uitzending door de NMO is voor onze doelgroep een manier om aan de film te wennen.''
NRC
ANP
Den Haag, Hilversum, 23 maart. Geert Wilders gaat niet in op een eventueel aanbod van de Nederlandse Moslim Omroep (NMO) om zijn anti-Koranfilm Fitna uit te zenden. ,,No way, NMO'' zei het Tweede Kamerlid vandaag in een reactie.
De omroep overwoog de film onder voorwaarden uit te zenden. Maar op een van die voorwaarden - dat de omroep hem vooraf mocht zien om zeker te zijn dat die geen strafbare uitingen bevat - gaat Wilders bij voorbaat niet in. ,,Ik laat hem aan niemand zien vooraf.''
De politicus gaat nog steeds ,,voor snel op internet''. De website waarop Wilders zijn film wilde uitzenden is sinds kort uit de lucht.
De NMO had Wilders nog niet officieel benaderd. Ze wilde eerst nog intern en extern overleggen over het plan. De andere voorwaarde voor eventuele uitzending was dat Wilders na de uitzending met voor- en tegenstanders in discussie zou gaan.
De NMO laat wel vaker islamcritici aan het woord. Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh waren ooit te gast. Wilders is eerder ook uitgenodigd, maar ging daar niet op in, aldus voorzitter Abdelmajid Khairoun van de Nederlandse Moslim Raad, de zendgemachtigde van de NMO.
Volgens Khairoun was de overweging van de NMO een teken dat moslims ,,in deze moeilijke tijd'' bereid zijn tot verzoening en dialoog. Hij vindt dat het taboe op de film doorbroken moet worden. ,,Uitzending door de NMO is voor onze doelgroep een manier om aan de film te wennen.''
NRC
Fitna misschien bij Moslimomroep
HILVERSUM - De Nederlandse Moslim Omroep (NMO) overweegt om Geert Wilders' anti-Koranfilm Fitna onder voorwaarden uit te zenden. De omroep moet nog intern en extern overleg voeren en wil na Pasen een besluit nemen.
Abdelmajid Khairoun, voorzitter Nederlandse Moslim Raad, de zendgemachtigde van de NMO, bevestigde zondag een bericht hierover op de website van dagblad De Pers.
De voorwaarden voor eventuele uitzending zijn dat de omroep de film eerst mag zien om zeker te zijn dat die geen strafbare uitingen bevat. Verder zou Wilders na de uitzending met voor- en tegenstanders in discussie moeten gaan.
De NMO laat wel vaker islamcritici aan het woord. Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh waren ooit te gast. Wilders is eerder ook uitgenodigd, maar ging daar niet op in, aldus Khairoun.
Volgens hem is het idee een teken dat moslims ''in deze moeilijke tijd'' bereid zijn tot verzoening en dialoog. Hij vindt dat het taboe op de film doorbroken moet worden. ''Uitzending door de NMO is voor onze doelgroep een manier om aan de film te wennen.''
De website waarop Wilders zijn rolprent oorspronkelijk wilde uitzenden is sinds kort uit de lucht. Khairoun: ''Misschien kunnen we helpen zijn probleem op te lossen. ''En'', voegt hij daar lachend aan toe, ''misschien worden we zelfs nog goede vrienden.'' (ANP)
© Het Parool, 23-03-2008, 12:19 uur
Stuur dit artikel naar een bekende
Abdelmajid Khairoun, voorzitter Nederlandse Moslim Raad, de zendgemachtigde van de NMO, bevestigde zondag een bericht hierover op de website van dagblad De Pers.
De voorwaarden voor eventuele uitzending zijn dat de omroep de film eerst mag zien om zeker te zijn dat die geen strafbare uitingen bevat. Verder zou Wilders na de uitzending met voor- en tegenstanders in discussie moeten gaan.
De NMO laat wel vaker islamcritici aan het woord. Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh waren ooit te gast. Wilders is eerder ook uitgenodigd, maar ging daar niet op in, aldus Khairoun.
Volgens hem is het idee een teken dat moslims ''in deze moeilijke tijd'' bereid zijn tot verzoening en dialoog. Hij vindt dat het taboe op de film doorbroken moet worden. ''Uitzending door de NMO is voor onze doelgroep een manier om aan de film te wennen.''
De website waarop Wilders zijn rolprent oorspronkelijk wilde uitzenden is sinds kort uit de lucht. Khairoun: ''Misschien kunnen we helpen zijn probleem op te lossen. ''En'', voegt hij daar lachend aan toe, ''misschien worden we zelfs nog goede vrienden.'' (ANP)
© Het Parool, 23-03-2008, 12:19 uur
Stuur dit artikel naar een bekende
So? ... A Note from Michael Moore
Monday, March 24th, 2008
Friends,
It would have to happen on Easter Sunday, wouldn't it, that the 4,000th American soldier would die in Iraq. Play me that crazy preacher again, will you, about how maybe God, in all his infinite wisdom, may not exactly be blessing America these days. Is anyone surprised?
4,000 dead. Unofficial estimates are that there may be up to 100,000 wounded, injured, or mentally ruined by this war. And there could be up to a million Iraqi dead. We will pay the consequences of this for a long, long time. God will keep blessing America.
And where is Darth Vader in all this? A reporter from ABC News this week told Dick Cheney, in regards to Iraq, "two-thirds of Americans say it's not worth fighting." Cheney cut her off with a one word answer: "So?"
"So?" As in, "So what?" As in, "F*** you. I could care less."
I would like every American to see Cheney flip the virtual bird at the them, the American people. Click here and pass it around. Then ask yourself why we haven't risen up and thrown him and his puppet out of the White House.
The Democrats have had the power to literally pull the plug on this war for the past 15 months -- and they have refused to do so. What are we to do about that? Continue to sink into our despair? Or get creative? Real creative. I know there are many of you reading this who have the chutzpah and ingenuity to confront your local congressperson. Will you? For me?
Cheney spent Wednesday, the 5th anniversary of the war, not mourning the dead he killed, but fishing off the Sultan of Oman's royal yacht. So? Ask your favorite Republican what they think of that.
The Founding Fathers would never have uttered the presumptuous words, "God Bless America." That, to them, sounded like a command instead of a request, and one doesn't command God, even if they are America. In fact, they were worried God would punish America. During the Revolutionary War, George Washington feared that God would react unfavorably against his soldiers for the way they were behaving. John Adams wondered if God might punish America and cause it to lose the war, just to prove His point that America was not worthy. They and the others believed it would be arrogant on their part to assume that God would single out America for a blessing. What a long road we have traveled since then.
I see that Frontline on PBS this week has a documentary called "Bush's War." That's what I've been calling it for a long time. It's not the "Iraq War." Iraq did nothing. Iraq didn't plan 9/11. It didn't have weapons of mass destruction. It DID have movie theaters and bars and women wearing what they wanted and a significant Christian population and one of the few Arab capitals with an open synagogue.
But that's all gone now. Show a movie and you'll be shot in the head. Over a hundred women have been randomly executed for not wearing a scarf. I'm happy, as a blessed American, that I had a hand in all this. I just paid my taxes, so that means I helped to pay for this freedom we've brought to Baghdad. So? Will God bless me?
God bless all of you in this Easter Week as we begin the 6th year of Bush's War.
God help America. Please.
Michael Moore
Friends,
It would have to happen on Easter Sunday, wouldn't it, that the 4,000th American soldier would die in Iraq. Play me that crazy preacher again, will you, about how maybe God, in all his infinite wisdom, may not exactly be blessing America these days. Is anyone surprised?
4,000 dead. Unofficial estimates are that there may be up to 100,000 wounded, injured, or mentally ruined by this war. And there could be up to a million Iraqi dead. We will pay the consequences of this for a long, long time. God will keep blessing America.
And where is Darth Vader in all this? A reporter from ABC News this week told Dick Cheney, in regards to Iraq, "two-thirds of Americans say it's not worth fighting." Cheney cut her off with a one word answer: "So?"
"So?" As in, "So what?" As in, "F*** you. I could care less."
I would like every American to see Cheney flip the virtual bird at the them, the American people. Click here and pass it around. Then ask yourself why we haven't risen up and thrown him and his puppet out of the White House.
The Democrats have had the power to literally pull the plug on this war for the past 15 months -- and they have refused to do so. What are we to do about that? Continue to sink into our despair? Or get creative? Real creative. I know there are many of you reading this who have the chutzpah and ingenuity to confront your local congressperson. Will you? For me?
Cheney spent Wednesday, the 5th anniversary of the war, not mourning the dead he killed, but fishing off the Sultan of Oman's royal yacht. So? Ask your favorite Republican what they think of that.
The Founding Fathers would never have uttered the presumptuous words, "God Bless America." That, to them, sounded like a command instead of a request, and one doesn't command God, even if they are America. In fact, they were worried God would punish America. During the Revolutionary War, George Washington feared that God would react unfavorably against his soldiers for the way they were behaving. John Adams wondered if God might punish America and cause it to lose the war, just to prove His point that America was not worthy. They and the others believed it would be arrogant on their part to assume that God would single out America for a blessing. What a long road we have traveled since then.
I see that Frontline on PBS this week has a documentary called "Bush's War." That's what I've been calling it for a long time. It's not the "Iraq War." Iraq did nothing. Iraq didn't plan 9/11. It didn't have weapons of mass destruction. It DID have movie theaters and bars and women wearing what they wanted and a significant Christian population and one of the few Arab capitals with an open synagogue.
But that's all gone now. Show a movie and you'll be shot in the head. Over a hundred women have been randomly executed for not wearing a scarf. I'm happy, as a blessed American, that I had a hand in all this. I just paid my taxes, so that means I helped to pay for this freedom we've brought to Baghdad. So? Will God bless me?
God bless all of you in this Easter Week as we begin the 6th year of Bush's War.
God help America. Please.
Michael Moore
Lying for Jesus? by Richard Dawkins
The blogs are ringing with ridicule. Mark Mathis, duplicitous producer of the much hyped film Expelled, shot himself in the foot so spectacularly that the phrase might have been invented for him. Goals don't come more own than this. How is it possible that a man who makes his living from partisan propaganda could hand so stunning a propaganda coup to his opponents? Hand it to them on a plate, so ignominiously and so UNNECESSARILY.
In writing this for RichardDawkins.net, I have assumed that our readers will already be familiar with the facts of the case, from Pharyngula and the more than 40 other blogs that have picked up the story and are listed at
http://scienceblogs.com/gregladen/2008/03/pz_myers_expelled_gains_sainth.php
For the same reason, I shall not discuss the main message of the film -- that American creationist scientists are being victimized for their views -- except to say that it was very much NOT its main message when the film was called Crossroads, and when I, together with PZ Myers, Eugenie Scott and others, were conned into taking part.
Now, to the Good Friday Fiasco itself, Mathis' extraordinary and costly lapse of judgment. Just think about it. His entire film is devoted to the notion that American scientists are being hounded and expelled from their jobs because of opinions that they hold. The film works hard at pressing (no, belabouring with a sledgehammer) all the favourite hot buttons of free speech, freedom of thought, the right of dissent, the right to be heard, the right to discuss issues rather than suppress argument. These are the topics that the film sets out to raise, with particular reference to evolution and 'intelligent design' (wittily described by someone as creationism in a cheap tuxedo). In the course of this film, Mathis tricked a number of scientists, including PZ Myers and me, into taking prominent parts in the film, and both of us are handsomely thanked in the closing credits.
Seemingly oblivious to the irony, Mathis instructed some uniformed goon to evict Myers while he was standing in line with his family to enter the theatre, and threaten him with arrest if he didn't immediately leave the premises. Did it not occur to Mathis -- what would occur any normally polite and reasonable person -- that Myers, having played a leading role in the film, might have been welcomed as an honoured guest to watch it? Or, more cynically, did he not know that PZ is one of the country's most popular bloggers, with a notoriously caustic wit, perfectly placed to set the whole internet roaring with delighted and mocking laughter? I long ago realised that Mathis was deceitful. I didn't know he was a bungling incompetent.
Not just incompetent at public relations, incompetent in his chosen profession of film-making, for the film itself, as I discovered when I saw it on Friday (and this genuinely surprised me) is dull, artless, amateurish, too long, poorly constructed and utterly devoid of any style, wit or subtlety. It bears all the hallmarks of a film-maker who knows nothing about the craft of making films. I'll come to that in a moment.
But first, I should deal with some questions that have arisen over the Good Friday Massacre of Mark Mathis' reputation (some commentators are publicly wondering whether the film will ever be released, speculating that its financial backers will pull out for fear of being tarnished with some of the ridicule?)
In a desperate effort to scrape some of the egg off their faces, the creationist wingnuts are spinning the story to make it look as though PZ and I were 'gatecrashers'. The ill-named 'Discovery' Institute heads its web article, "Richard Dawkins, World Famous Darwinist, Stoops to Gate-crashing Expelled." The article says that I "apparently acknowledged that I was not invited". Mark Mathis himself said something similar about PZ in the Q & A after the showing, when I publicly challenged him to explain why he had expelled him, claiming that this performance was by invitation only, and PZ had not been invited. But, as many commentators have pointed out, this was most certainly not an invitation-only affair. The way to get into this showing of the film was simply to go on the Internet and apply. This was exactly what PZ did. He went on the Web and put his name down for a place at the showing, just like everybody else, including several others from the American Atheists annual conference in Minneapolis. Not a man to hide behind a false name or false beard, PZ openly sported his own. Like many other people, including his daughter and Kristine Harley (see her Amused Muse website), PZ took advantage of the generous offer to let him book guests in as well, and then kindly invited me to be one of them. There was no request to give the names of guests, and no machinery to do so, which was why my name did not appear on the list.
Many people have wondered why, if PZ was expelled, I managed to get in. This has been adduced as further evidence of Mathis' bungling incompetence, but I think that is unfair. It was easy for Mathis to spot PZ Myers' name on the list of those registering in advance. Like all guests, my name was not on any list, and therefore Mathis didn't spot me. So I think he can be absolved of stupidity in not spotting me. But convicted of extreme stupidity in expelling PZ when he spotted him. What was he afraid of? What did he think PZ would do, open fire with a Kalashnikov? Now that I think about it, that would have been all-of-a-piece with the overblown paranoia displayed throughout the film itself.
The whole tone of the film is whiny, paranoid -- pathetic really. The narrator is somebody called Ben Stein. I had not heard of him, but apparently he is well known to Americans, for it is hard to see why else he would have been chosen to front the film. He certainly can't have been chosen for his knowledge of science, nor his powers of logical reasoning, nor his box office appeal (heavens, no), and his speaking voice is an irritating, nasal drawl, innocent of charm and of consonants. I suppose that makes it a good voice for conveying the whingeing paranoia that I referred to, so maybe that was qualification enough.
Now, to the film itself. What a shoddy, second-rate piece of work. A favourite joke among the film-making community is the 'Lord Privy Seal'. Amateurs and novices in the making of documentaries can't resist illustrating every significant word in the commentary by cutting to a picture of it. The Lord Privy Seal is an antiquated title in Britain's heraldic tradition. The joke imagines a low-grade film director who illustrates it by cutting to a picture of a Lord, then a privy, and then a seal. Mathis' film is positively barking with Lord Privy Seals. We get an otherwise pointless cut to Nikita Krushchev hammering the table (to illustrate something like 'emotional outburst'). There are similarly clunking and artless cuts to a guillotine, fist fights, and above all to the Berlin wall and Nazi gas chambers and concentration camps.
The alleged association between Darwinism and Nazism is harped on for what seems like hours, and it is quite simply an outrage. We are supposed to believe that Hitler was influenced by Darwin. Hitler was ignorant and bonkers enough for his hideous mind to have imbibed some sort of garbled misunderstanding of Darwin (along with his very ungarbled understanding of the anti-semitism of Martin Luther, and of his own never-renounced Roman Catholic religion) but it is hardly Darwin's fault if he did. My own view, frequently expressed (for example in the The Selfish Gene and especially in the title chapter of A Devil's Chaplain) is that there are two reasons why we need to take Darwinian natural selection seriously. Firstly, it is the most important element in the explanation for our own existence and that of all life. Secondly, natural selection is a good object lesson in how NOT to organize a society. As I have often said before, as a scientist I am a passionate Darwinian. But as a citizen and a human being, I want to construct a society which is about as un-Darwinian as we can make it. I approve of looking after the poor (very un-Darwinian). I approve of universal medical care (very un-Darwinian). It is one of the classic philosophical fallacies to derive an 'ought' from an 'is'. Stein (or whoever wrote his script for him) is implying that Hitler committed that fallacy with respect to Darwinism. If we look at more recent history, the closest representatives you'll find to Darwinian politics are uncompassionate conservatives like Margaret Thatcher, George W Bush, or Ben Stein's own hero, Richard Nixon. Maybe all these people, along with the Social Darwinists from Herbert Spencer to John D Rockefeller, committed the is/ought fallacy and justified their unpleasant social views by invoking garbled Darwinism. Anyone who thinks that has any bearing whatsoever on the truth or falsity of Darwin's theory of evolution is either an unreasoning fool or a cynical manipulator of unreasoning fools. I will not speculate as to which category includes Ben Stein and Mark Mathis.
Stein has no talent for comedy, as he demonstrates in a weird joke about scratching his back, which falls completely flat. But his attempt to do tragedy is even worse. He visits Dachau and, when informed by the guide that lots of Jews had been killed there, he buries his face in his hands as though this is the first time he has heard of it. Obviously it was not his intention, but I thought his rotten acting was an insult to the memory of the victims.
More sinister than the artless Lord Privy Seals, and the self-indulgent and wholly illicit playing of the Nazi trump card, the film goes shamelessly for cheap laughs at the expense of scientists and scholars who are making honest attempts to explain difficult points. Cheap laughs that could only be raised in an audience of scientific ignoramuses (and here Mathis' propaganda instincts cannot be faulted: he certainly knows his target audience). One example is the treatment of the philosopher Michael Ruse: a decent man, bluff, bearded, articulate, and with a genuine and sincere desire to explain difficult ideas clearly. Stein asked Ruse how life originated. Ruse's immediate impulse (as mine would have been) was to launch into an honest effort to explain a difficult scientific idea. He began by saying that he doesn't know how life originated, and nor does anybody else. At this point in his interview, Ruse probably had no notion that his interlocuter had a completely different agenda to promote, with no hint of sincerity to balance his own. Ruse patiently explained that the origin of life (nothing to do with the Darwinian theory itself but the necessary precursor of Darwinian evolution) is an interesting and unsolved mystery, one that scientists are actively working on. By way of example, Ruse could have chosen any of a number of current theories. He chose just one (it would have taken too long to explain them all) purely as an illustration of the kind of properties such a theory must have. He happened to choose the theory proposed by the Scottish chemist Graham Cairns-Smith, that organic life was preceded by a strange and intriguing world of replicating patterns on the surfaces of crystals in inorganic clays. At no time did Ruse say he believed the Cairns-Smith theory, only that it was the KIND of theory that scientists are actively examining, as a CANDIDATE for the origin of evolution. Stein just loved it. Mud! MUD! The sarcasm in his grating, nasal voice was palpable. Maybe this was when Ruse realised that he had been had. Certainly it was at this point that he started to show signs of exasperation, although he may still have thought that Stein was merely stupid, rather than pursuing a malevolent and clandestine agenda. Stein kept returning, throughout the film, to the phrase "on the backs of crystals", and the sycophantic audience in the Minneapolis cinema dutifully tittered every time.
Another example. Toward the end of his interview with me, Stein asked whether I could think of any circumstances whatsoever under which intelligent design might have occurred. It's the kind of challenge I relish, and I set myself the task of imagining the most plausible scenario I could. I wanted to give ID its best shot, however poor that best shot might be. I must have been feeling magnanimous that day, because I was aware that the leading advocates of Intelligent Design are very fond of protesting that they are not talking about God as the designer, but about some unnamed and unspecified intelligence, which might even be an alien from another planet. Indeed, this is the only way they differentiate themselves from fundamentalist creationists, and they do it only when they need to, in order to weasel their way around church/state separation laws. So, bending over backwards to accommodate the IDiots ("oh NOOOOO, of course we aren't talking about God, this is SCIENCE") and bending over backwards to make the best case I could for intelligent design, I constructed a science fiction scenario. Like Michael Ruse (as I surmise) I still hadn't rumbled Stein, and I was charitable enough to think he was an honestly stupid man, sincerely seeking enlightenment from a scientist. I patiently explained to him that life could conceivably have been seeded on Earth by an alien intelligence from another planet (Francis Crick and Leslie Orgel suggested something similar -- semi tongue-in-cheek). The conclusion I was heading towards was that, even in the highly unlikely event that some such 'Directed Panspermia' was responsible for designing life on this planet, the alien beings would THEMSELVES have to have evolved, if not by Darwinian selection, by some equivalent 'crane' (to quote Dan Dennett). My point here was that design can never be an ULTIMATE explanation for organized complexity. Even if life on Earth was seeded by intelligent designers on another planet, and even if the alien life form was itself seeded four billion years earlier, the regress must ultimately be terminated (and we have only some 13 billion years to play with because of the finite age of the universe). Organized complexity cannot just spontaneously happen. That, for goodness sake, is the creationists' whole point, when they bang on about eyes and bacterial flagella! Evolution by natural selection is the only known process whereby organized complexity can ultimately come into being. Organized complexity -- and that includes everything capable of designing anything intelligently -- comes LATE into the universe. It cannot exist at the beginning, as I have explained again and again in my writings.
This 'Ultimate 747' argument, as I called it in The God Delusion, may or may not persuade you. That is not my concern here. My concern here is that my science fiction thought experiment -- however implausible -- was designed to illustrate intelligent design's closest approach to being plausible. I was most emphaticaly NOT saying that I believed the thought experiment. Quite the contrary. I do not believe it (and I don't think Francis Crick believed it either). I was bending over backwards to make the best case I could for a form of intelligent design. And my clear implication was that the best case I could make was a very implausible case indeed. In other words, I was using the thought experiment as a way of demonstrating strong opposition to all theories of intelligent design.
Well, you will have guessed how Mathis/Stein handled this. I won't get the exact words right (we were forbidden to bring in recording devices on pain of a $250,000 fine, chillingly announced by some unnamed Gauleiter before the film began), but Stein said something like this. "What? Richard Dawkins BELIEVES IN INTELLIGENT DESIGN." "Richard Dawkins BELIEVES IN ALIENS FROM OUTER SPACE." I can't remember whether this was the moment in the film where we were regaled with another Lord Privy Seal cut to an old science fiction movie with some kind of android figure – that may have been used in the service of trying to ridicule Francis Crick (again, dutiful titters from the partisan audience).
Enough on the film itself. Quite apart from anything else, it is drearily boring, the tedium exacerbated by the grating monotony of Stein's voice. At the end, Mathis came on the stage to answer questions. He had of course taken the precaution of removing the one individual whom he apparently saw as a likely source of knowledgeable questions, Professor Myers. He must have been surprised when I stood up and asked him to explain why he had expelled PZ, given that the film was an attack on such expulsions, and given that the film's acknowledgments had thanked PZ for his role in the film. Mathis trotted out the lie that Myers had been excluded because he was not invited. This seemed to satisfy the loyal audience, even though they presumably knew perfectly well that they hadn't been invited either, and that they, like PZ, had simply booked their seats on the Internet. I pursued the matter until the audience's hostile demeanour persuaded me that there was no point in continuing. The point was made to all whose minds were not completely blinded by religious zeal.
The New York Times picked up the story, and caught Mathis in the act of perpetrating yet another piece of dubious spin-doctoring.
Mark Mathis, a producer of the film who attended the screening, said that "of course" he had recognized Dr. Dawkins, but allowed him to attend because "he has handled himself fairly honorably, he is a guest in our country and I had to presume he had flown a long way to see the film."
As I said before, Mathis almost certainly detected Myers' name on the list of those who signed up on the Internet. Since my name was not on that list, it is highly likely that Mathis didn't spot me until the moment I stood up in the Question session, when it was too late to expel me. So all that stuff about allowing me to attend because I have handled myself fairly honourably is almost certainly dishonourable spinning. As for the implication that I might have flown all the way from England to see his disreputable film, the very idea is as ludicrous as the film itself. Like PZ Myers, I was in Minneapolis for the conference of the American Atheists.
Josh Timonen and Kristine Harley took up the cudgels. Josh drew attention to the digraceful victimization of scientists espousing the Stork Theory of reproduction, by hardline members of the 'Sex Theory' establishment. And Kristine asked Mathis to explain what had become of a film called Crossroads which had mysteriously morphed itself into Expelled. The import of her question was the widely known fact, which I have already mentioned, that PZ and I had been tricked into participating in Crossroads without ever being told that the true purpose of the film was the one conveyed by the later title Expelled -- the alleged expulsion of creationists from universities. Mathis said that it was common practice for films under production to have working titles, which later change in the final version. That is indeed true. However, yet again, Mathis shows himself up as a wilfull deceiver. As Kristine herself said on her blog (http://amused-muse.blogspot.com/):
It would appear that Expelled's producer Mark Mathis was not being truthful when he told me tonight that Crossroads was a 'working title' for the film Expelled. As Wesley Elsberry points out, the domain for Expelled was purchased before most, if not all, of the interviews were conducted -- and yet Richard Dawkins, Eugenie Scott, PZ Myers, and others were told they were being interviewed for a film called Crossroads.
Mr. Mark Mathis, do you want to come here and explain yourself?
Could Mathis have been sincere when he originally told PZ and me the film was an honest attempt to examine evolution and intelligent design? The evidence that they had already purchased the Expelled domain name argues against this. Certainly Mathis' friendly demeanour disarmed me into cooperating with him -- indeed, I went out of my way to HELP him on his visit to Britain -- in a way that I never would have if I had had the slightest suspicion that his outfit was in fact a creationist front. I may have misremembered the details of our exchanges, by eMail and by telephone, but I vividly remember his reassuring me, over the telephone, that he was on the side of science, and he made no attempt to distance himself from my sarcastic jokes about 'Intelligent Design'. I am reluctantly driven to wonder whether he is an inveterate liar, as well as a dreadful film-maker. Yet another example of Lying for Jesus?
In writing this for RichardDawkins.net, I have assumed that our readers will already be familiar with the facts of the case, from Pharyngula and the more than 40 other blogs that have picked up the story and are listed at
http://scienceblogs.com/gregladen/2008/03/pz_myers_expelled_gains_sainth.php
For the same reason, I shall not discuss the main message of the film -- that American creationist scientists are being victimized for their views -- except to say that it was very much NOT its main message when the film was called Crossroads, and when I, together with PZ Myers, Eugenie Scott and others, were conned into taking part.
Now, to the Good Friday Fiasco itself, Mathis' extraordinary and costly lapse of judgment. Just think about it. His entire film is devoted to the notion that American scientists are being hounded and expelled from their jobs because of opinions that they hold. The film works hard at pressing (no, belabouring with a sledgehammer) all the favourite hot buttons of free speech, freedom of thought, the right of dissent, the right to be heard, the right to discuss issues rather than suppress argument. These are the topics that the film sets out to raise, with particular reference to evolution and 'intelligent design' (wittily described by someone as creationism in a cheap tuxedo). In the course of this film, Mathis tricked a number of scientists, including PZ Myers and me, into taking prominent parts in the film, and both of us are handsomely thanked in the closing credits.
Seemingly oblivious to the irony, Mathis instructed some uniformed goon to evict Myers while he was standing in line with his family to enter the theatre, and threaten him with arrest if he didn't immediately leave the premises. Did it not occur to Mathis -- what would occur any normally polite and reasonable person -- that Myers, having played a leading role in the film, might have been welcomed as an honoured guest to watch it? Or, more cynically, did he not know that PZ is one of the country's most popular bloggers, with a notoriously caustic wit, perfectly placed to set the whole internet roaring with delighted and mocking laughter? I long ago realised that Mathis was deceitful. I didn't know he was a bungling incompetent.
Not just incompetent at public relations, incompetent in his chosen profession of film-making, for the film itself, as I discovered when I saw it on Friday (and this genuinely surprised me) is dull, artless, amateurish, too long, poorly constructed and utterly devoid of any style, wit or subtlety. It bears all the hallmarks of a film-maker who knows nothing about the craft of making films. I'll come to that in a moment.
But first, I should deal with some questions that have arisen over the Good Friday Massacre of Mark Mathis' reputation (some commentators are publicly wondering whether the film will ever be released, speculating that its financial backers will pull out for fear of being tarnished with some of the ridicule?)
In a desperate effort to scrape some of the egg off their faces, the creationist wingnuts are spinning the story to make it look as though PZ and I were 'gatecrashers'. The ill-named 'Discovery' Institute heads its web article, "Richard Dawkins, World Famous Darwinist, Stoops to Gate-crashing Expelled." The article says that I "apparently acknowledged that I was not invited". Mark Mathis himself said something similar about PZ in the Q & A after the showing, when I publicly challenged him to explain why he had expelled him, claiming that this performance was by invitation only, and PZ had not been invited. But, as many commentators have pointed out, this was most certainly not an invitation-only affair. The way to get into this showing of the film was simply to go on the Internet and apply. This was exactly what PZ did. He went on the Web and put his name down for a place at the showing, just like everybody else, including several others from the American Atheists annual conference in Minneapolis. Not a man to hide behind a false name or false beard, PZ openly sported his own. Like many other people, including his daughter and Kristine Harley (see her Amused Muse website), PZ took advantage of the generous offer to let him book guests in as well, and then kindly invited me to be one of them. There was no request to give the names of guests, and no machinery to do so, which was why my name did not appear on the list.
Many people have wondered why, if PZ was expelled, I managed to get in. This has been adduced as further evidence of Mathis' bungling incompetence, but I think that is unfair. It was easy for Mathis to spot PZ Myers' name on the list of those registering in advance. Like all guests, my name was not on any list, and therefore Mathis didn't spot me. So I think he can be absolved of stupidity in not spotting me. But convicted of extreme stupidity in expelling PZ when he spotted him. What was he afraid of? What did he think PZ would do, open fire with a Kalashnikov? Now that I think about it, that would have been all-of-a-piece with the overblown paranoia displayed throughout the film itself.
The whole tone of the film is whiny, paranoid -- pathetic really. The narrator is somebody called Ben Stein. I had not heard of him, but apparently he is well known to Americans, for it is hard to see why else he would have been chosen to front the film. He certainly can't have been chosen for his knowledge of science, nor his powers of logical reasoning, nor his box office appeal (heavens, no), and his speaking voice is an irritating, nasal drawl, innocent of charm and of consonants. I suppose that makes it a good voice for conveying the whingeing paranoia that I referred to, so maybe that was qualification enough.
Now, to the film itself. What a shoddy, second-rate piece of work. A favourite joke among the film-making community is the 'Lord Privy Seal'. Amateurs and novices in the making of documentaries can't resist illustrating every significant word in the commentary by cutting to a picture of it. The Lord Privy Seal is an antiquated title in Britain's heraldic tradition. The joke imagines a low-grade film director who illustrates it by cutting to a picture of a Lord, then a privy, and then a seal. Mathis' film is positively barking with Lord Privy Seals. We get an otherwise pointless cut to Nikita Krushchev hammering the table (to illustrate something like 'emotional outburst'). There are similarly clunking and artless cuts to a guillotine, fist fights, and above all to the Berlin wall and Nazi gas chambers and concentration camps.
The alleged association between Darwinism and Nazism is harped on for what seems like hours, and it is quite simply an outrage. We are supposed to believe that Hitler was influenced by Darwin. Hitler was ignorant and bonkers enough for his hideous mind to have imbibed some sort of garbled misunderstanding of Darwin (along with his very ungarbled understanding of the anti-semitism of Martin Luther, and of his own never-renounced Roman Catholic religion) but it is hardly Darwin's fault if he did. My own view, frequently expressed (for example in the The Selfish Gene and especially in the title chapter of A Devil's Chaplain) is that there are two reasons why we need to take Darwinian natural selection seriously. Firstly, it is the most important element in the explanation for our own existence and that of all life. Secondly, natural selection is a good object lesson in how NOT to organize a society. As I have often said before, as a scientist I am a passionate Darwinian. But as a citizen and a human being, I want to construct a society which is about as un-Darwinian as we can make it. I approve of looking after the poor (very un-Darwinian). I approve of universal medical care (very un-Darwinian). It is one of the classic philosophical fallacies to derive an 'ought' from an 'is'. Stein (or whoever wrote his script for him) is implying that Hitler committed that fallacy with respect to Darwinism. If we look at more recent history, the closest representatives you'll find to Darwinian politics are uncompassionate conservatives like Margaret Thatcher, George W Bush, or Ben Stein's own hero, Richard Nixon. Maybe all these people, along with the Social Darwinists from Herbert Spencer to John D Rockefeller, committed the is/ought fallacy and justified their unpleasant social views by invoking garbled Darwinism. Anyone who thinks that has any bearing whatsoever on the truth or falsity of Darwin's theory of evolution is either an unreasoning fool or a cynical manipulator of unreasoning fools. I will not speculate as to which category includes Ben Stein and Mark Mathis.
Stein has no talent for comedy, as he demonstrates in a weird joke about scratching his back, which falls completely flat. But his attempt to do tragedy is even worse. He visits Dachau and, when informed by the guide that lots of Jews had been killed there, he buries his face in his hands as though this is the first time he has heard of it. Obviously it was not his intention, but I thought his rotten acting was an insult to the memory of the victims.
More sinister than the artless Lord Privy Seals, and the self-indulgent and wholly illicit playing of the Nazi trump card, the film goes shamelessly for cheap laughs at the expense of scientists and scholars who are making honest attempts to explain difficult points. Cheap laughs that could only be raised in an audience of scientific ignoramuses (and here Mathis' propaganda instincts cannot be faulted: he certainly knows his target audience). One example is the treatment of the philosopher Michael Ruse: a decent man, bluff, bearded, articulate, and with a genuine and sincere desire to explain difficult ideas clearly. Stein asked Ruse how life originated. Ruse's immediate impulse (as mine would have been) was to launch into an honest effort to explain a difficult scientific idea. He began by saying that he doesn't know how life originated, and nor does anybody else. At this point in his interview, Ruse probably had no notion that his interlocuter had a completely different agenda to promote, with no hint of sincerity to balance his own. Ruse patiently explained that the origin of life (nothing to do with the Darwinian theory itself but the necessary precursor of Darwinian evolution) is an interesting and unsolved mystery, one that scientists are actively working on. By way of example, Ruse could have chosen any of a number of current theories. He chose just one (it would have taken too long to explain them all) purely as an illustration of the kind of properties such a theory must have. He happened to choose the theory proposed by the Scottish chemist Graham Cairns-Smith, that organic life was preceded by a strange and intriguing world of replicating patterns on the surfaces of crystals in inorganic clays. At no time did Ruse say he believed the Cairns-Smith theory, only that it was the KIND of theory that scientists are actively examining, as a CANDIDATE for the origin of evolution. Stein just loved it. Mud! MUD! The sarcasm in his grating, nasal voice was palpable. Maybe this was when Ruse realised that he had been had. Certainly it was at this point that he started to show signs of exasperation, although he may still have thought that Stein was merely stupid, rather than pursuing a malevolent and clandestine agenda. Stein kept returning, throughout the film, to the phrase "on the backs of crystals", and the sycophantic audience in the Minneapolis cinema dutifully tittered every time.
Another example. Toward the end of his interview with me, Stein asked whether I could think of any circumstances whatsoever under which intelligent design might have occurred. It's the kind of challenge I relish, and I set myself the task of imagining the most plausible scenario I could. I wanted to give ID its best shot, however poor that best shot might be. I must have been feeling magnanimous that day, because I was aware that the leading advocates of Intelligent Design are very fond of protesting that they are not talking about God as the designer, but about some unnamed and unspecified intelligence, which might even be an alien from another planet. Indeed, this is the only way they differentiate themselves from fundamentalist creationists, and they do it only when they need to, in order to weasel their way around church/state separation laws. So, bending over backwards to accommodate the IDiots ("oh NOOOOO, of course we aren't talking about God, this is SCIENCE") and bending over backwards to make the best case I could for intelligent design, I constructed a science fiction scenario. Like Michael Ruse (as I surmise) I still hadn't rumbled Stein, and I was charitable enough to think he was an honestly stupid man, sincerely seeking enlightenment from a scientist. I patiently explained to him that life could conceivably have been seeded on Earth by an alien intelligence from another planet (Francis Crick and Leslie Orgel suggested something similar -- semi tongue-in-cheek). The conclusion I was heading towards was that, even in the highly unlikely event that some such 'Directed Panspermia' was responsible for designing life on this planet, the alien beings would THEMSELVES have to have evolved, if not by Darwinian selection, by some equivalent 'crane' (to quote Dan Dennett). My point here was that design can never be an ULTIMATE explanation for organized complexity. Even if life on Earth was seeded by intelligent designers on another planet, and even if the alien life form was itself seeded four billion years earlier, the regress must ultimately be terminated (and we have only some 13 billion years to play with because of the finite age of the universe). Organized complexity cannot just spontaneously happen. That, for goodness sake, is the creationists' whole point, when they bang on about eyes and bacterial flagella! Evolution by natural selection is the only known process whereby organized complexity can ultimately come into being. Organized complexity -- and that includes everything capable of designing anything intelligently -- comes LATE into the universe. It cannot exist at the beginning, as I have explained again and again in my writings.
This 'Ultimate 747' argument, as I called it in The God Delusion, may or may not persuade you. That is not my concern here. My concern here is that my science fiction thought experiment -- however implausible -- was designed to illustrate intelligent design's closest approach to being plausible. I was most emphaticaly NOT saying that I believed the thought experiment. Quite the contrary. I do not believe it (and I don't think Francis Crick believed it either). I was bending over backwards to make the best case I could for a form of intelligent design. And my clear implication was that the best case I could make was a very implausible case indeed. In other words, I was using the thought experiment as a way of demonstrating strong opposition to all theories of intelligent design.
Well, you will have guessed how Mathis/Stein handled this. I won't get the exact words right (we were forbidden to bring in recording devices on pain of a $250,000 fine, chillingly announced by some unnamed Gauleiter before the film began), but Stein said something like this. "What? Richard Dawkins BELIEVES IN INTELLIGENT DESIGN." "Richard Dawkins BELIEVES IN ALIENS FROM OUTER SPACE." I can't remember whether this was the moment in the film where we were regaled with another Lord Privy Seal cut to an old science fiction movie with some kind of android figure – that may have been used in the service of trying to ridicule Francis Crick (again, dutiful titters from the partisan audience).
Enough on the film itself. Quite apart from anything else, it is drearily boring, the tedium exacerbated by the grating monotony of Stein's voice. At the end, Mathis came on the stage to answer questions. He had of course taken the precaution of removing the one individual whom he apparently saw as a likely source of knowledgeable questions, Professor Myers. He must have been surprised when I stood up and asked him to explain why he had expelled PZ, given that the film was an attack on such expulsions, and given that the film's acknowledgments had thanked PZ for his role in the film. Mathis trotted out the lie that Myers had been excluded because he was not invited. This seemed to satisfy the loyal audience, even though they presumably knew perfectly well that they hadn't been invited either, and that they, like PZ, had simply booked their seats on the Internet. I pursued the matter until the audience's hostile demeanour persuaded me that there was no point in continuing. The point was made to all whose minds were not completely blinded by religious zeal.
The New York Times picked up the story, and caught Mathis in the act of perpetrating yet another piece of dubious spin-doctoring.
Mark Mathis, a producer of the film who attended the screening, said that "of course" he had recognized Dr. Dawkins, but allowed him to attend because "he has handled himself fairly honorably, he is a guest in our country and I had to presume he had flown a long way to see the film."
As I said before, Mathis almost certainly detected Myers' name on the list of those who signed up on the Internet. Since my name was not on that list, it is highly likely that Mathis didn't spot me until the moment I stood up in the Question session, when it was too late to expel me. So all that stuff about allowing me to attend because I have handled myself fairly honourably is almost certainly dishonourable spinning. As for the implication that I might have flown all the way from England to see his disreputable film, the very idea is as ludicrous as the film itself. Like PZ Myers, I was in Minneapolis for the conference of the American Atheists.
Josh Timonen and Kristine Harley took up the cudgels. Josh drew attention to the digraceful victimization of scientists espousing the Stork Theory of reproduction, by hardline members of the 'Sex Theory' establishment. And Kristine asked Mathis to explain what had become of a film called Crossroads which had mysteriously morphed itself into Expelled. The import of her question was the widely known fact, which I have already mentioned, that PZ and I had been tricked into participating in Crossroads without ever being told that the true purpose of the film was the one conveyed by the later title Expelled -- the alleged expulsion of creationists from universities. Mathis said that it was common practice for films under production to have working titles, which later change in the final version. That is indeed true. However, yet again, Mathis shows himself up as a wilfull deceiver. As Kristine herself said on her blog (http://amused-muse.blogspot.com/):
It would appear that Expelled's producer Mark Mathis was not being truthful when he told me tonight that Crossroads was a 'working title' for the film Expelled. As Wesley Elsberry points out, the domain for Expelled was purchased before most, if not all, of the interviews were conducted -- and yet Richard Dawkins, Eugenie Scott, PZ Myers, and others were told they were being interviewed for a film called Crossroads.
Mr. Mark Mathis, do you want to come here and explain yourself?
Could Mathis have been sincere when he originally told PZ and me the film was an honest attempt to examine evolution and intelligent design? The evidence that they had already purchased the Expelled domain name argues against this. Certainly Mathis' friendly demeanour disarmed me into cooperating with him -- indeed, I went out of my way to HELP him on his visit to Britain -- in a way that I never would have if I had had the slightest suspicion that his outfit was in fact a creationist front. I may have misremembered the details of our exchanges, by eMail and by telephone, but I vividly remember his reassuring me, over the telephone, that he was on the side of science, and he made no attempt to distance himself from my sarcastic jokes about 'Intelligent Design'. I am reluctantly driven to wonder whether he is an inveterate liar, as well as a dreadful film-maker. Yet another example of Lying for Jesus?
zondag 23 maart 2008
Twijfels over herkomst paasei
Gepubliceerd: 22 maart 2008 08:45 | Gewijzigd: 22 maart 2008 09:07
Door een onzer redacteuren
Rotterdam, 22 maart. Van veel geverfde eieren is niet meer te achterhalen of het een legbatterij-ei is of een scharrelei. Dat blijkt uit een onderzoek van actiegroep Wakker Dier.
Met een eigen ‘scharrelpolitie’ heeft de actiegroep Wakker Dier de herkomst onderzocht van de geverfde eieren die rond Pasen in supermarkten, buurtwinkels en op markten worden verkocht.
Normaal gesproken is de herkomst van een ei te bepalen via een leesbare eicode, die kippenboeren verplicht zijn op verse eieren te drukken. Maar die verplichting geldt niet als het ei gekookt en geverfd is, omdat het dan geen vers ei meer is maar een levensmiddel.
Supermarkten lossen het vaak op door de code op de verpakking van de geverfde eieren te melden. Wakker Dier heeft daarom vooral twijfels over de herkomst van de losse gekleurde eieren die op markten en in buurtwinkels worden verkocht. Bij de steekproef bleek dat ook de meeste verkopers niet wisten wat voor ei ze verkochten. Bij navraag door Wakker Dier bij de eierhandel bleek dat de kans groot is dat het gaat om legbatterij-eieren.
NRC
Door een onzer redacteuren
Rotterdam, 22 maart. Van veel geverfde eieren is niet meer te achterhalen of het een legbatterij-ei is of een scharrelei. Dat blijkt uit een onderzoek van actiegroep Wakker Dier.
Met een eigen ‘scharrelpolitie’ heeft de actiegroep Wakker Dier de herkomst onderzocht van de geverfde eieren die rond Pasen in supermarkten, buurtwinkels en op markten worden verkocht.
Normaal gesproken is de herkomst van een ei te bepalen via een leesbare eicode, die kippenboeren verplicht zijn op verse eieren te drukken. Maar die verplichting geldt niet als het ei gekookt en geverfd is, omdat het dan geen vers ei meer is maar een levensmiddel.
Supermarkten lossen het vaak op door de code op de verpakking van de geverfde eieren te melden. Wakker Dier heeft daarom vooral twijfels over de herkomst van de losse gekleurde eieren die op markten en in buurtwinkels worden verkocht. Bij de steekproef bleek dat ook de meeste verkopers niet wisten wat voor ei ze verkochten. Bij navraag door Wakker Dier bij de eierhandel bleek dat de kans groot is dat het gaat om legbatterij-eieren.
NRC
Logical Path from Religious Beliefs to Evil Deeds by Richard Dawkins
Reposted from:
http://newsweek.washingtonpost.com/onfaith/richard_dawkins/2007/10/for_good_people_to_go_evil_thi.html
Nobody is suggesting that all religious people are violent, intolerant, racist, bigoted, contemptuous of women and so on. It would be absurd to suggest such a thing: just as absurd as to generalize about all atheists. I am not even concerned with statistical generalizations about the majority of religious people (or atheists). My concern here is over whether there is any general reason why religion might be more or less likely to bias individuals towards all those unpleasant things in Christopher Hitchens's list: to make them more likely to exhibit them than they would have been without religion. I think the answer is yes.
Religion changes, for people, the definition of good. Atheists and humanists tend to define good and bad deeds in terms of the welfare and suffering of others. Murder, torture, and cruelty are bad because they cause people to suffer. Most religious people think them bad, too, but some religions (for example the religion of the Taliban) sanction all of them under some circumstances. For non-religious people, the behavior of consenting adults in a private bedroom is the business of nobody else, and is not bad unless it causes suffering – for example by breaking up a happy family. But many religions arrogate to themselves the right to decide that certain kinds of sexual behavior, even if they do no harm to anyone, are wrong.
The actions of the Taliban, their vile bullying of women, their sanctimonious hatred of all that might lead to enjoyment, their violence, their ignorant bigotry, their hatred of education, their cruelty, seem to me to be as close to pure evil as anything I can imagine. Yet, by the lights of their own religion they are supremely righteous – really good people.
The nineteen men of 9/11, having washed, perfumed themselves and shaved their whole bodies in preparation for the martyr's paradise, believed they were performing the highest religious duty. By the lights of their religion they were as good as it is possible to be. They were not poor, downtrodden, oppressed or psychotic; they were well educated, sane and well balanced, and, as they thought, supremely good. But they were religious, and that provided all the justification they needed to murder and destroy. Their madrassas and their mullahs had given them good reason to think they were on a fast track to paradise.
Polls suggest that 13% of British Muslims regard the 7/7 London bombers as blessed martyrs. Neighbors and friends expressed bewilderment that such nice, gentle, kind, youth-clubbing, cricket-loving young men could do such terrible things. But once you understand what they truly and sincerely believed – that it was Allah's will that they blow up buses and subways – it becomes all too easy to understand.
It is easy for religious faith, even if it is irrational in itself, to lead a sane and decent person, by rational, logical steps, to do terrible things. There is a logical path from religious faith to evil deeds. There is no logical path from atheism to evil deeds. Of course, many evil deeds are done by individuals who happen to be atheists. But it can never be rational to say that, because of my nonbelief in religion, it would be good to be cruel, to murder, to oppress women, or to perpetrate any of the evils on the Hitchens list.
The following quotation from the Nobel prize winning physicist Steven Weinberg has become well known, but it is so devastatingly true that it is worth quoting again and again: "With or without [religion] you'd have good people doing good things and evil people doing evil things. But for good people to do evil things, it takes religion."
http://newsweek.washingtonpost.com/onfaith/richard_dawkins/2007/10/for_good_people_to_go_evil_thi.html
Nobody is suggesting that all religious people are violent, intolerant, racist, bigoted, contemptuous of women and so on. It would be absurd to suggest such a thing: just as absurd as to generalize about all atheists. I am not even concerned with statistical generalizations about the majority of religious people (or atheists). My concern here is over whether there is any general reason why religion might be more or less likely to bias individuals towards all those unpleasant things in Christopher Hitchens's list: to make them more likely to exhibit them than they would have been without religion. I think the answer is yes.
Religion changes, for people, the definition of good. Atheists and humanists tend to define good and bad deeds in terms of the welfare and suffering of others. Murder, torture, and cruelty are bad because they cause people to suffer. Most religious people think them bad, too, but some religions (for example the religion of the Taliban) sanction all of them under some circumstances. For non-religious people, the behavior of consenting adults in a private bedroom is the business of nobody else, and is not bad unless it causes suffering – for example by breaking up a happy family. But many religions arrogate to themselves the right to decide that certain kinds of sexual behavior, even if they do no harm to anyone, are wrong.
The actions of the Taliban, their vile bullying of women, their sanctimonious hatred of all that might lead to enjoyment, their violence, their ignorant bigotry, their hatred of education, their cruelty, seem to me to be as close to pure evil as anything I can imagine. Yet, by the lights of their own religion they are supremely righteous – really good people.
The nineteen men of 9/11, having washed, perfumed themselves and shaved their whole bodies in preparation for the martyr's paradise, believed they were performing the highest religious duty. By the lights of their religion they were as good as it is possible to be. They were not poor, downtrodden, oppressed or psychotic; they were well educated, sane and well balanced, and, as they thought, supremely good. But they were religious, and that provided all the justification they needed to murder and destroy. Their madrassas and their mullahs had given them good reason to think they were on a fast track to paradise.
Polls suggest that 13% of British Muslims regard the 7/7 London bombers as blessed martyrs. Neighbors and friends expressed bewilderment that such nice, gentle, kind, youth-clubbing, cricket-loving young men could do such terrible things. But once you understand what they truly and sincerely believed – that it was Allah's will that they blow up buses and subways – it becomes all too easy to understand.
It is easy for religious faith, even if it is irrational in itself, to lead a sane and decent person, by rational, logical steps, to do terrible things. There is a logical path from religious faith to evil deeds. There is no logical path from atheism to evil deeds. Of course, many evil deeds are done by individuals who happen to be atheists. But it can never be rational to say that, because of my nonbelief in religion, it would be good to be cruel, to murder, to oppress women, or to perpetrate any of the evils on the Hitchens list.
The following quotation from the Nobel prize winning physicist Steven Weinberg has become well known, but it is so devastatingly true that it is worth quoting again and again: "With or without [religion] you'd have good people doing good things and evil people doing evil things. But for good people to do evil things, it takes religion."
One Art by Elizabeth Bishop
The art of losing isn't hard to master;
so many things seem filled with the intent
to be lost that their loss is no disaster.
Lose something every day. Accept the fluster
of lost door keys, the hour badly spent.
The art of losing isn't hard to master.
Then practice losing farther, losing faster:
places, and names, and where it was you meant
to travel. None of these
will bring disaster.
I lost my mother's watch. And look! my last, or
next-to-last, of three loved houses went.
The art of losing isn't hard to master.
I lost two cities, lovely ones. And, vaster,
some realms I owned, two rivers, a continent.
I miss them, but it wasn't a disaster.
--Even losing you (the joking voice, a gesture
I love) I shan't have lied. It's evident
the art of losing's not too hard to master
though it may look like (Write it!) like disaster.
so many things seem filled with the intent
to be lost that their loss is no disaster.
Lose something every day. Accept the fluster
of lost door keys, the hour badly spent.
The art of losing isn't hard to master.
Then practice losing farther, losing faster:
places, and names, and where it was you meant
to travel. None of these
will bring disaster.
I lost my mother's watch. And look! my last, or
next-to-last, of three loved houses went.
The art of losing isn't hard to master.
I lost two cities, lovely ones. And, vaster,
some realms I owned, two rivers, a continent.
I miss them, but it wasn't a disaster.
--Even losing you (the joking voice, a gesture
I love) I shan't have lied. It's evident
the art of losing's not too hard to master
though it may look like (Write it!) like disaster.
zaterdag 22 maart 2008
Agnes Kant: Bied een uitweg voor het lijden, niet voor het leven
Agnes Kant
'Halsema gunt levensmoede ouderen hulp bij zelfdoding'. Toen ik deze kop boven een interview met de fractieleider van GroenLinks in de Volkskrant las, moest ik denken aan de vele reacties die we kregen op het thuiszorgspotje op TV over de ontmenselijking van de zorg. Naast de herkenning die het spotje opriep, kreeg ik toch ook met enige regelmaat heftige reacties als: 'van mij hoeft het zo niet meer' en 'als ik zo oud moet worden, geef mij dan maar een pil.' Halsema vervolgde haar pleidooi woensdag in een debat over euthanasie. Ze wil dat ook 'ouderen die klaar zijn met het leven' hulp bij zelfdoding kunnen krijgen, en vroeg daarom het kabinet om eventuele uitbreiding van de euthanasiewet te onderzoeken.
De SP is voorstander van de huidige euthanasiepraktijk in Nederland. Het is goed dat mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden kunnen kiezen voor een menswaardige dood. Dat was al zo voordat er een wet kwam, en na de wet is er in deze praktijk voor de patiënt en de arts eigenlijk niets veranderd. De moeilijke afwegingen over het levenseinde worden door de patiënt samen met de arts en naasten gemaakt , in onderling vertrouwen.
Verruiming van de mogelijkheden tot euthanasie, zoals Halsema voorstelt, vind ik maatschappelijk ongewenst en zelfs gevaarlijk. Je kan het niet los zien van de manier hoe er met de ouderen die dit land hebben opgebouwd wordt omgegaan.
De wil om te sterven kan niet los gezien worden van de kwaliteit van leven. En kwaliteit van leven wordt mede bepaald door de omstandigheden. Vandaar dat ik, bij de woorden van Halsema, gelijk aan die reacties op het TV-spotje moest denken. De omstandigheden zijn helaas lang niet altijd menswaardig. Zie de helaas aanhoudende schrijnende voorbeelden van tekortschietende zorg en privacy in verpleeghuizen. En wat te denken van de problemen nu in de thuiszorg? Ik krijg in toenemende mate signalen dat zelfs bij terminale deze zorg niet of onvoldoende voorhanden is. Ook eenzaamheid en uitzichtloosheid onder ouderen is een ander groot probleem. Een cultureel, maatschappelijk en politiek probleem wel te verstaan, waar we gezamenlijk iets aan moeten doen. De kwaliteit van leven van ouderen wordt immers in grote mate bepaald door de wijze waarop de overheid zorgt voor de voorzieningen waar ouderen op aangewezen zijn.
Zelfbeschikking is niet los te zien van de omstandigheden en de sociale omgeving. Uiteraard is het ieders eigen vrijheid om te bepalen of je dood wilt. Maar in hoeverre zal die wens voortkomen uit pure autonomie en in hoeverre zal deze mogelijkheid, grotendeels of geheel onbewust, worden ingegeven door een gevoel van overbodigheid of eenzaamheid?
Natuurlijk, ook ik kan me heel goed voorstellen dat er ouderen zijn, van wie het echt niet meer hoeft. Die 'klaar zijn met het leven' en in volledige vrijheid heel overwogen zelf hun moment willen kiezen om te sterven. Maar het is ongewenst dat dit daarom een normale optie wordt. Een nieuwe 'vrijheid' van maakbaarheid van de dood kan heel gemakkelijk omslaan in onvrijheid.
"Menselijke waardigheid hoort altijd vooraf te gaan aan zelfbeschikking." Concludeerde Jan Marijnissen in een zeer aan te bevelen artikel over euthanasie in Roodkoper (2001).
We moeten alles op alles zetten om mensen die lijden aan het leven, een uitweg voor dit lijden te bieden, in plaats van een uitweg voor het leven.
'Halsema gunt levensmoede ouderen hulp bij zelfdoding'. Toen ik deze kop boven een interview met de fractieleider van GroenLinks in de Volkskrant las, moest ik denken aan de vele reacties die we kregen op het thuiszorgspotje op TV over de ontmenselijking van de zorg. Naast de herkenning die het spotje opriep, kreeg ik toch ook met enige regelmaat heftige reacties als: 'van mij hoeft het zo niet meer' en 'als ik zo oud moet worden, geef mij dan maar een pil.' Halsema vervolgde haar pleidooi woensdag in een debat over euthanasie. Ze wil dat ook 'ouderen die klaar zijn met het leven' hulp bij zelfdoding kunnen krijgen, en vroeg daarom het kabinet om eventuele uitbreiding van de euthanasiewet te onderzoeken.
De SP is voorstander van de huidige euthanasiepraktijk in Nederland. Het is goed dat mensen die uitzichtloos en ondraaglijk lijden kunnen kiezen voor een menswaardige dood. Dat was al zo voordat er een wet kwam, en na de wet is er in deze praktijk voor de patiënt en de arts eigenlijk niets veranderd. De moeilijke afwegingen over het levenseinde worden door de patiënt samen met de arts en naasten gemaakt , in onderling vertrouwen.
Verruiming van de mogelijkheden tot euthanasie, zoals Halsema voorstelt, vind ik maatschappelijk ongewenst en zelfs gevaarlijk. Je kan het niet los zien van de manier hoe er met de ouderen die dit land hebben opgebouwd wordt omgegaan.
De wil om te sterven kan niet los gezien worden van de kwaliteit van leven. En kwaliteit van leven wordt mede bepaald door de omstandigheden. Vandaar dat ik, bij de woorden van Halsema, gelijk aan die reacties op het TV-spotje moest denken. De omstandigheden zijn helaas lang niet altijd menswaardig. Zie de helaas aanhoudende schrijnende voorbeelden van tekortschietende zorg en privacy in verpleeghuizen. En wat te denken van de problemen nu in de thuiszorg? Ik krijg in toenemende mate signalen dat zelfs bij terminale deze zorg niet of onvoldoende voorhanden is. Ook eenzaamheid en uitzichtloosheid onder ouderen is een ander groot probleem. Een cultureel, maatschappelijk en politiek probleem wel te verstaan, waar we gezamenlijk iets aan moeten doen. De kwaliteit van leven van ouderen wordt immers in grote mate bepaald door de wijze waarop de overheid zorgt voor de voorzieningen waar ouderen op aangewezen zijn.
Zelfbeschikking is niet los te zien van de omstandigheden en de sociale omgeving. Uiteraard is het ieders eigen vrijheid om te bepalen of je dood wilt. Maar in hoeverre zal die wens voortkomen uit pure autonomie en in hoeverre zal deze mogelijkheid, grotendeels of geheel onbewust, worden ingegeven door een gevoel van overbodigheid of eenzaamheid?
Natuurlijk, ook ik kan me heel goed voorstellen dat er ouderen zijn, van wie het echt niet meer hoeft. Die 'klaar zijn met het leven' en in volledige vrijheid heel overwogen zelf hun moment willen kiezen om te sterven. Maar het is ongewenst dat dit daarom een normale optie wordt. Een nieuwe 'vrijheid' van maakbaarheid van de dood kan heel gemakkelijk omslaan in onvrijheid.
"Menselijke waardigheid hoort altijd vooraf te gaan aan zelfbeschikking." Concludeerde Jan Marijnissen in een zeer aan te bevelen artikel over euthanasie in Roodkoper (2001).
We moeten alles op alles zetten om mensen die lijden aan het leven, een uitweg voor dit lijden te bieden, in plaats van een uitweg voor het leven.
Coalitie past vertragingstactiek toe rond godslastering
Van de site van de SP
14-03-2008 • SP-Kamerlid Jan de Wit is zeer teleurgesteld over de opstelling van de PvdA in het debat over het verwijderen van godslastering uit het Wetboek van Strafrecht. Wat PvdA-Kamerlid Heerts betreft kan het schrappen van artikel 147 best wachten tot een volgende kabinetsperiode. De Wit: “Wederom durft de PvdA de confrontatie binnen de coalitie niet aan. Ze roepen weer iets, maar ze doen niets.”
Mede door de houding van de PvdA dreigt nu zelfs een verbod op het belasteren van alle goden of zaken die mensen als ‘heilig’ beschouwen. Heerts vroeg CDA-minister Hirsch Ballin van Justitie namelijk te onderzoeken hoe zowel gelovigen als ongelovigen het best beschermd kunnen worden tegen beledigingen. De minister stemde toe en beloofde over enkele weken met een brief bij de Tweede Kamer terug te komen.
De Wit: “Het is pure vertragingstactiek. De christelijke coalitiepartijen zijn tegen het schrappen en wederom gaat de PvdA de discussie niet met ze aan. Met voorstellen om belastering van alles wat ‘heilig’ is strafbaar te stellen, verwatert de discussie zodat niemand meer weet waar het om gaat.” Het SP-Kamerlid kan niet anders concluderen dan dat de uitlatingen van Heerts over het schrappen van artikel 147 bedoeld waren voor het Land van Ooit. “En we weten allemaal hoe het daarmee is afgelopen.”
14-03-2008 • SP-Kamerlid Jan de Wit is zeer teleurgesteld over de opstelling van de PvdA in het debat over het verwijderen van godslastering uit het Wetboek van Strafrecht. Wat PvdA-Kamerlid Heerts betreft kan het schrappen van artikel 147 best wachten tot een volgende kabinetsperiode. De Wit: “Wederom durft de PvdA de confrontatie binnen de coalitie niet aan. Ze roepen weer iets, maar ze doen niets.”
Mede door de houding van de PvdA dreigt nu zelfs een verbod op het belasteren van alle goden of zaken die mensen als ‘heilig’ beschouwen. Heerts vroeg CDA-minister Hirsch Ballin van Justitie namelijk te onderzoeken hoe zowel gelovigen als ongelovigen het best beschermd kunnen worden tegen beledigingen. De minister stemde toe en beloofde over enkele weken met een brief bij de Tweede Kamer terug te komen.
De Wit: “Het is pure vertragingstactiek. De christelijke coalitiepartijen zijn tegen het schrappen en wederom gaat de PvdA de discussie niet met ze aan. Met voorstellen om belastering van alles wat ‘heilig’ is strafbaar te stellen, verwatert de discussie zodat niemand meer weet waar het om gaat.” Het SP-Kamerlid kan niet anders concluderen dan dat de uitlatingen van Heerts over het schrappen van artikel 147 bedoeld waren voor het Land van Ooit. “En we weten allemaal hoe het daarmee is afgelopen.”
‘Jezus zou nu atheïst zijn’
Gepubliceerd: 21 maart 2008 21:59 | Gewijzigd: 21 maart 2008 22:05
Floris van Straaten
„Als God de wereld heeft geschapen, wie heeft dan God geschapen?" De Engelse wetenschapper Richard Dawkins trekt onvermoeibaar ten strijde tegen religie. „Ik hecht hartstochtelijk aan de waarheid."
Richard Dawkins (Foto: Roger Cremers)
Richard Dawkins
(Foto: Roger Cremers)
Darwins Rottweiler wordt hij wel genoemd, wegens zijn militante atheïsme en aan verering grenzende bewondering voor de vader van de evolutieleer. Maar professor Richard Dawkins, bioloog en auteur van de bestseller The God Delusion (God als Misvatting), bevallen zulke kwalificaties maar matig.
„Zie ik er militant uit? Klink ik als een militant?” roept hij geprikkeld in zijn statige woning in Oxford. Gezeten in een fauteuil in zijn woonkamer tegen een achtergrond van wanden vol boeken vormt de geleerde met zijn zilvergrijze haar en grijsgroene trui inderdaad geen toonbeeld van agressie.
Dat neemt niet weg dat Dawkins (1941) al jaren in de frontlinie staat in de strijd tegen God en geloof. Terwijl de meeste gelovige én ongelovige Britten deze gevoelige materie instinctief zoveel mogelijk buiten de publieke discussie houden, rakelt hij die juist naar hartelust op. In zijn boeken, maar ook tijdens frequente optredens voor de televisie. Bovendien reist hij veelvuldig naar de Verenigde Staten, waar hij met zijn spreekbeurten probeert de atheïstische minderheid een hart onder de riem te steken.
Ook de ontwikkelingen in Nederland volgt hij, zij het op afstand. Levendig herinnert hij zich de poging van oud-minister van Onderwijs Maria van der Hoeven wetenschappers een onderzoek te laten instellen naar het zogeheten creationisme. De achterliggende gedachte hiervan is dat de wereld zo gecompliceerd in elkaar zit dat ze wel móet zijn geschapen door een bovenaardse ontwerper.
„Is ze inmiddels ontslagen?”, vraagt hij hoopvol. Verwonderd verneemt hij dat Van der Hoeven thans minister van Economische Zaken is. „Waarom handhaven ze zo iemand?” Zijn boodschap voor haar: „U bent een onnozele vrouw. Ga een boek lezen. Onderwijs uzelf, voor u de Nederlandse kinderen onderwijst.”
Dawkins wordt nooit moe ‘creationisten’ de even elegante als overtuigende leer van Charles Darwin voor te houden. Diens theorie van de natuurlijke selectie verklaart volgens hem op onovertroffen wijze hoe de verschillende levensvormen op aarde zich hebben ontwikkeld, zonder dat er een ontwerper aan te pas kwam. Zoals Dawkins in God als Misvatting schrijft: „Na Darwin zouden we allemaal tot op het bot achterdochtig moeten zijn jegens het hele idee van ontwerp.” Steevast houdt hij hen ook de vraag voor: als God de wereld heeft geschapen, wie heeft dan God geschapen?
Het missiewerk van Dawkins op dit terrein leidt niet altijd tot het beoogde resultaat. Veel mensen verwijten hem dat hij zijn pijlen vooral richt op de nogal platte theologie van populaire Amerikaanse predikanten als Ted Haggard, Jerry Falwell en Pat Robertson en islamitische radicalen van het slag Osama bin Laden. Dawkins verweert zich tegen zulke kritiek met het argument dat het juist van het grootste belang is tegen de ‘simpele’ theologie ten strijde te trekken omdat die de levens van veel meer mensen in de wereld raakt dan de opvattingen van intellectuelere theologen.
Zelfs niet-gelovigen vatten echter van de weeromstuit soms sympathie op voor het geloof. „Het is vrijwel geheel aan de atheïst en polemist (Dawkins, red) toe te schrijven dat ik me de laatste tijd tot religie voel aangetrokken”, aldus de agnostische schrijver John-Paul Flintoff kort voor Kerstmis in een artikel in The Sunday Times. „Ik heb er in toenemende mate genoeg van hem te lezen of naar dat gedram van hem te luisteren dat God niet bestaat.”
Dawkins blijkt het betreffende artikel niet te kennen. Hij veert op uit zijn stoel. „Mag ik eens kijken”, vraagt hij in zijn deftige Engels, „dat zou ik er graag in mijn archief bij hebben. Ik laat het met uw welnemen even door mijn secretaresse kopiëren.” De grote Darwinist wordt na deze kleine gunst toeschietelijker en beperkt zich niet langer tot betrekkelijk summiere antwoorden, die het gesprek aanvankelijk kenmerkten.
Waarom stoort het u zo dat mensen zich overgeven aan religie en een god aanbidden?
„Mensen kunnen natuurlijk doen en laten wat ze willen. Maar ik ben een wetenschapper en hecht hartstochtelijk aan de waarheid. Ik geloof dat het een van de belangrijkste vragen is die je kunt stellen: ligt er aan het universum een bovennatuurlijk wezen ten grondslag of niet? Ik denk van niet. Ik heb er een boek over geschreven. Als mensen het willen lezen, staat dat ze vrij. Als ze het niet willen, dan niet.”
Maar als u religie het liefst ziet verdwijnen, kun je ook betogen dat het beter is die rustig te laten afsterven. Dat proces lijkt op veel plaatsen in volle gang.
„In sommige delen van Europa misschien. In Zweden, wellicht ook in Nederland en Groot- Brittannië. Maar zeker niet in Amerika. En daar zit een belangrijk deel van het Engelstalige publiek dat ik probeer te bereiken. Het is evenmin aan het afsterven in de islamitische wereld. En de islamitische wereld rukt demografisch gezien gevaarlijk op in Europa.”
Gevaarlijk?
„U komt uit Nederland. Kijk naar de moord op Theo van Gogh en de bedreigingen aan het adres van Ayaan Hirsi Ali.”
Dawkins is eerlijk genoeg te erkennen dat hij de islamitische wereld minder kent dan de christelijke. In tegenstelling tot de Bijbel, waarmee hij van kindsbeen af goed vertrouwd is, heeft hij de Koran nooit gelezen.
Hirsi Ali, die hij persoonlijk heeft ontmoet, beschouwt hij als een geestverwante, zij het niet op het politieke vlak. Hij heeft een hekel aan haar werkgever, het neoconservatieve American Enterprise Institute. Bij wijze van solidariteit met Hirsi Ali heeft Dawkins op zijn website (http://richarddawkins.net/) niettemin een oproep geplaatst om de kosten van haar beveiliging te helpen dekken.
Heeft u er een verklaring voor dat juist de Verenigde Staten zo in de greep verkeren van religie? Het land werd toch juist op seculiere grondslag gesticht?
„Misschien komt het daardoor. Als gevolg daarvan ontbreekt een gevestigde godsdienst zoals de anglicaanse kerk hier. Zo’n staatskerk haalt de dynamiek er uit. Hier gaan nog maar weinigen naar de kerk, al kruisen ze bij volkstellingen trouw het vakje ‘Church of England’ aan. In Amerika is er geen staatsgodsdienst en er is geen godsdienst toegestaan op staatsscholen. Zo is godsdienst een kwestie van particulier ondernemerschap geworden. Religie is er opgezet als een commerciële marketingcampagne, waarbij kerken met elkaar concurreren om de klanten en het geld dat er mee gepaard gaat. Daardoor zijn er van die megakerken, waar diensten worden gehouden alsof het om rockconcerten gaat met lichtshows, crèches en bijbellessen voor de kinderen. Je hele sociale leven draait rond zo’n kerk.”
Bent u zelf ook in zulke kerken geweest?
„Ik ben in zo’n megakerk geweest in Colorado Springs met predikant Ted Haggard, later in diskrediet geraakt door drugsgebruik en seks. Er zijn veel van zulke mensen. Ze hebben congregaties van tienduizenden mensen en bulken van het geld. Al die gelovigen geven tien procent van hun inkomen aan de kerk, belastingvrij. Veel leiders hebben privé-vliegtuigen, Rolls Royces en enorme huizen. Ze voeren het leven van de superrijken.”
Wat vindt u van de gelovigen, die in de ban raken van zulke kerkgenootschappen?
„Het is nauwelijks te vatten. Zo’n 45 procent van hen is echt volkomen getikt. Ze geloven dat de wereld minder dan 10.000 jaar oud is. Pure waanzin!”
Maar is dat seculiere karakter van de VS echt de verklaring? In een ander seculier land, Frankrijk, speelt religie volstrekt niet dezelfde rol als in de VS?
„Dat klopt, maar een aanvullende verklaring kan zijn dat de VS een natie van immigranten zijn. In het oude Europa waren de sociale structuren hechter dan in Amerika, waar de ene na de andere immigrantengolf arriveerde. Die misten vaak het oude netwerk van familie en vrienden. De kerken konden zich daardoor opwerpen als een substituut voor verwanten. Ze zorgen in alle opzichten voor hun leden. Als je je eenzaam voelt als immigrant, zorgt de kerk voor je.”
Geven veel mensen onder uw invloed hun godsdienst op?
„Dat weet ik niet precies. Ik denk dat veel mensen die diep religieus zijn mijn boek niet eens durven te openen. Waarschijnlijk zijn er meer mensen die wel het godsdienstvakje bij een volkstelling aankruisen maar religie verder niet erg serieus nemen. Zij zouden wel eens aan de andere kant van de schutting kunnen belanden. In Amerika kan ook een gevolg van mijn boek zijn dat mensen gauwer geneigd zijn openlijk voor hun atheïstische opvatting uit te komen. Velen durfden dat tot dusverre niet.”
Atheïsten blijven verdacht in Amerikaanse ogen?
„Je kunt bij voorbeeld bijna niet worden gekozen in een politiek ambt. Maar atheïsten zijn niet zo zeldzaam als je misschien zou denken. Het aantal mensen dat volgens opiniepeilingen tot de vrijdenkers, agnosten en atheïsten kan worden gerekend is groter dan menige minderheidsgodsdienst, onder meer de Amerikaanse joden.”
Krijgt u persoonlijk ook reacties van mensen die het geloof de rug toekeren?
„Op mijn website is een plek gereserveerd voor zulke mensen, ‘Converts’ Corner’. Daar staan er enkele.”
Ook Dawkins zelf is in zekere zin een bekeerde atheïst en darwinist. Hij groeide op met de Anglicaanse kerk. Na twijfels over het bestaan van God op zijn negende verzoende hij zich er weer enkele jaren mee op grond van het argument van het grote ontwerp dat achter de wereld moet zitten. Dit argument wordt tegenwoordig dankbaar gebruikt door creationisten. Een jaar of zeven later, als zestienjarige, toen hij zich vertrouwder had gemaakt met de opvattingen van Darwin, zei hij zijn geloof in God echter voorgoed vaarwel. Inmiddels is hij uitgegroeid tot de bekendste Britse atheïst sinds de befaamde filosoof Bertrand Russell, auteur van onder meer Why I am not a Christian.
In zijn boek hanteert Dawkins een schaal, die loopt van 1 (theïstisch: volkomen overtuigd van het bestaan van God) via 4 (agnostisch: ik weet het niet, het bestaan van God is even waarschijnlijk als het onwaarschijnlijk is) tot 7 (atheïstisch: volkomen overtuigd van het niet- bestaan van God). Zelf zegt Dawkins tussen niveau 6 (acht het bestaan van God zeer onwaarschijnlijk) en 7 te zitten.
Hoewel u vaak wordt afgeschilderd als een militante atheïst, laat u in uw boek toch de deur nog enigszins op een kier voor het bestaan van God?
„Ik ben wetenschapper. Het zou onwetenschappelijk zijn te zeggen: het is volstrekt zeker dat iets van dien aard niet bestaat. Maar ik plaats het op één lijn met feeën.”
U heeft ook het artikel ‘Atheists for Jesus’ geschreven. Kunt u echt waardering opbrengen voor de figuur van Jezus?
„Ik geloof dat hij met zijn leer en levenswijze een belangrijk moreel voorbeeld is geweest. Bij mij komt overigens wel eens de onderhoudende gedachte op dat Jezus een atheïst zou zijn, als hij vandaag de dag had geleefd.”
Is de wereld werkelijk beter af zonder religie?
„Ik denk van wel. Ik wil niet zeggen dat alle religieuze mensen slecht zijn en alle atheïsten goed. Natuurlijk niet. Maar ik denk dat als je iets krijgt onderwezen op grond van geloof alleen, zonder verdere bewijsvoering, je een gemakkelijke prooi wordt voor gewetenloze figuren, die je voor hun eigen doeleinden willen gebruiken. Als je geen scepsis wordt bijgebracht en je niet leert zaken te betwijfelen, ben je kwetsbaar voor kwaadaardige lieden als Hitler.
„Bij religie geldt dat als je van kindsbeen bent gehersenspoeld dat er geen dood is en dat je naar de hemel gaat als je Gods wil volgt, je sneller geneigd bent vreselijke dingen te doen. Zelfs mensen die oprecht denken dat ze goed zijn kunnen dan bij voorbeeld soms ongelovigen doden.”
Sommigen betogen dat er zonder de discipline die er van religie uitgaat chaos in de samenleving ontstaat.
„Dat is een afschuwelijke suggestie, want als dat waar zou zijn, zou dat betekenen dat de enige reden waarom we ons goed gedragen is dat we bang zijn te worden gesnapt door een onzichtbaar wezen dat alles ziet wat we doen en al onze gedachten leest. Iemand die ook zonder die druk goed kan zijn, is zeker een veel betere persoon dan een persoon die alleen goed is omdat hij bang is dat God hem de hele tijd in de gaten houdt. Het werkt hoe dan ook niet goed op basis van het geloof. Veel mensen die zeggen gelovig te zijn, zijn in staat tot verwerpelijk gedrag. De maffia bestaat uit katholieken. Hoe brengen ze hun daden in overeenstemming met hun geloof dat God hen de hele tijd observeert?”
Ziet u vooruitgang? Wordt de rol van religie wereldwijd minder?
„Zeker, met ups en downs en veel gezigzag. Maar historisch gezien gaat het in de goede richting. Ik geloof ook dat er een trend is dat mensen aardiger worden, ondanks vreselijke ontsporingen als die van Hitler.”
Maar in Amerika en in de islamitische wereld is de samenleving waarschijnlijk meer doordrenkt van religie dan 20 jaar geleden.
„Dat is waar, maar dat valt onder die zigzagbeweging, waarover ik het had. Dat is naar mijn mening een tijdelijke achteruitgang. Als je het over een tijdsbestek van eeuwen beziet, is dat toch niet de trend in de wereld.”
Hoe gevaarlijk is het creationisme? Het lijkt veel religieuze groeperingen nieuwe impulsen te geven, vooral in de Verenigde Staten.
„Het is uit onderwijskundig opzicht gevaarlijk doordat het een generatie helpt opleiden die anti-wetenschappelijk en anti-rationeel en anti- sceptisch is. Voor een land als de Verenigde Staten dat zich graag opwerpt als wetenschappelijk leider van de wereld zou het rampzalig kunnen zijn. Concurrenten kunnen er hun voordeel mee doen.”
Heeft u in het algemeen het gevoel dat de wetenschap terrein moet prijsgeven in de wereld? Ook in dit land moeten veel bètafaculteiten sluiten?
„Dat is wel enigszins het geval, ja. Ik weet niet of religie daarvan de schuld kan worden gegeven of dat andere culturele krachten daarvoor verantwoordelijk zijn. Ik geloof dat de filosofische doctrine van het cultuurrelativisme, waarbij jouw waarheid jouw waarheid is en mijn waarheid mijn waarheid zonder dat de een meer waarde heeft dan de ander een heel verontrustende ontwikkeling is. Daardoor ontstaat een klimaat waarbij een feitelijke onderbouwing van iets door de andere kant al gauw wordt gezien als een vals complot, zonder dat er serieus wordt gekeken naar het waarheidsgehalte ervan.”
Acht u het in dit verband bezwaarlijk dat veel scholen zowel in Nederland als in Groot-Brittannië nog worden beheerd door kerken?
„Het betekent niet per se dat het slechtere scholen zijn. Veel anglicaanse scholen leveren goed werk. Ze hersenspoelen kinderen niet, al zouden ze dat op zichzelf makkelijk kunnen doen. Daarover ben ik niet zo pessimistisch. Waar ik me wel zorgen over maak is dat doordat zulke scholen al bestaan ook andere godsdiensten zoals de islam hun eigen scholen zullen vragen. Die zouden minder heilzaam zijn en kinderen vermoedelijk sterker indoctrineren. Het gevolg daarvan zou zijn dat de kinderen in het land sterker van elkaar gescheiden raken. Je hebt dat patroon ook kunnen zien met de protestantse en katholieke scholen in Noord-Ierland. Die hebben het land intens verdeeld. Voortdurend hebben die kinderen vooroordelen ingestampt gekregen, zodat ze nooit dingen samen doen.”
Maar u heeft geen moeite met het principe van een religieuze school in de 21-ste eeuw?
„Jawel, ik ben er tegen omdat ze de gemeenschap verdelen en omdat ze kinderen bijbrengen: dit is je godsdienst en jij hoort bij deze godsdienst en daarom moet je dit geloven. Ik ben er overigens wel voor kinderen godsdienstles te geven waarbij wereldgodsdiensten met elkaar worden vergeleken. Uit historische en literaire overwegingen is het belangrijk voor kinderen iets over religie te weten. Zonder kennis van het christendom en de Bijbel kun je de Europese geschiedenis helemaal niet begrijpen. ”
Ziet u zichzelf als een late fakkeldrager van de achttiende-eeuwse Verlichting?
„Met die omschrijving kan ik wel leven. Ik beschouw me echt als een kind van de Verlichting.”
Betekent dat ook dat u de westerse beschaving, die daarmee toch vaak wordt geassocieerd, als superieur aan anderen beschouwt?
„Ik wil daar niet snobistisch over doen. Ook beschavingen als die van de Australische aboriginals of de Hooglanders uit Nieuw Guinea hebben waardevolle elementen. Het is goed inzicht te krijgen in de manier waarop zo’n cultuur naar de wereld kijkt. Niettemin is de visie van de wereld en het universum die de moderne wetenschap ons geeft waar, terwijl de visie van de Aboriginals en de Nieuw-Guinese Hooglanders eenvoudigweg niet klopt voor zover ze denken dat de wereld pas enkele duizenden jaren geleden is begonnen. Het betekent niet dat ik hun beschaving niet respecteer.”
Denkt u in dit verband dat de wetenschap dichtbij het volledig doorgronden is van alle vragen van het universum, zoals u in uw boek enigszins suggereert?
„Misschien, ik ben daar niet zeker van. Soms voel ik me daarover optimistisch, soms niet. Het is een vreemd, stekelig optimisme. Als het ooit zover zou komen, dat alle vragen waren beantwoord, zou het leven nogal saai worden.”
Biografie Richard Dawkins
1941 Op 26 maart in Nairobi in Kenia geboren.
1966 Afgestudeerd in zoölogie aan de Universiteit van Oxford. Hij werk onder andere als assistent van de Nederlandse Niko Tinbergen.
2006 Oprichting van de Richard Dawkins foundation
2006 Publicatie van zijn boek The God Delusion. Zijn meest verkochte boek met meer dan 1,5 miljoen exemplaren en vertalingen in 31 talen.
NRC
Floris van Straaten
„Als God de wereld heeft geschapen, wie heeft dan God geschapen?" De Engelse wetenschapper Richard Dawkins trekt onvermoeibaar ten strijde tegen religie. „Ik hecht hartstochtelijk aan de waarheid."
Richard Dawkins (Foto: Roger Cremers)
Richard Dawkins
(Foto: Roger Cremers)
Darwins Rottweiler wordt hij wel genoemd, wegens zijn militante atheïsme en aan verering grenzende bewondering voor de vader van de evolutieleer. Maar professor Richard Dawkins, bioloog en auteur van de bestseller The God Delusion (God als Misvatting), bevallen zulke kwalificaties maar matig.
„Zie ik er militant uit? Klink ik als een militant?” roept hij geprikkeld in zijn statige woning in Oxford. Gezeten in een fauteuil in zijn woonkamer tegen een achtergrond van wanden vol boeken vormt de geleerde met zijn zilvergrijze haar en grijsgroene trui inderdaad geen toonbeeld van agressie.
Dat neemt niet weg dat Dawkins (1941) al jaren in de frontlinie staat in de strijd tegen God en geloof. Terwijl de meeste gelovige én ongelovige Britten deze gevoelige materie instinctief zoveel mogelijk buiten de publieke discussie houden, rakelt hij die juist naar hartelust op. In zijn boeken, maar ook tijdens frequente optredens voor de televisie. Bovendien reist hij veelvuldig naar de Verenigde Staten, waar hij met zijn spreekbeurten probeert de atheïstische minderheid een hart onder de riem te steken.
Ook de ontwikkelingen in Nederland volgt hij, zij het op afstand. Levendig herinnert hij zich de poging van oud-minister van Onderwijs Maria van der Hoeven wetenschappers een onderzoek te laten instellen naar het zogeheten creationisme. De achterliggende gedachte hiervan is dat de wereld zo gecompliceerd in elkaar zit dat ze wel móet zijn geschapen door een bovenaardse ontwerper.
„Is ze inmiddels ontslagen?”, vraagt hij hoopvol. Verwonderd verneemt hij dat Van der Hoeven thans minister van Economische Zaken is. „Waarom handhaven ze zo iemand?” Zijn boodschap voor haar: „U bent een onnozele vrouw. Ga een boek lezen. Onderwijs uzelf, voor u de Nederlandse kinderen onderwijst.”
Dawkins wordt nooit moe ‘creationisten’ de even elegante als overtuigende leer van Charles Darwin voor te houden. Diens theorie van de natuurlijke selectie verklaart volgens hem op onovertroffen wijze hoe de verschillende levensvormen op aarde zich hebben ontwikkeld, zonder dat er een ontwerper aan te pas kwam. Zoals Dawkins in God als Misvatting schrijft: „Na Darwin zouden we allemaal tot op het bot achterdochtig moeten zijn jegens het hele idee van ontwerp.” Steevast houdt hij hen ook de vraag voor: als God de wereld heeft geschapen, wie heeft dan God geschapen?
Het missiewerk van Dawkins op dit terrein leidt niet altijd tot het beoogde resultaat. Veel mensen verwijten hem dat hij zijn pijlen vooral richt op de nogal platte theologie van populaire Amerikaanse predikanten als Ted Haggard, Jerry Falwell en Pat Robertson en islamitische radicalen van het slag Osama bin Laden. Dawkins verweert zich tegen zulke kritiek met het argument dat het juist van het grootste belang is tegen de ‘simpele’ theologie ten strijde te trekken omdat die de levens van veel meer mensen in de wereld raakt dan de opvattingen van intellectuelere theologen.
Zelfs niet-gelovigen vatten echter van de weeromstuit soms sympathie op voor het geloof. „Het is vrijwel geheel aan de atheïst en polemist (Dawkins, red) toe te schrijven dat ik me de laatste tijd tot religie voel aangetrokken”, aldus de agnostische schrijver John-Paul Flintoff kort voor Kerstmis in een artikel in The Sunday Times. „Ik heb er in toenemende mate genoeg van hem te lezen of naar dat gedram van hem te luisteren dat God niet bestaat.”
Dawkins blijkt het betreffende artikel niet te kennen. Hij veert op uit zijn stoel. „Mag ik eens kijken”, vraagt hij in zijn deftige Engels, „dat zou ik er graag in mijn archief bij hebben. Ik laat het met uw welnemen even door mijn secretaresse kopiëren.” De grote Darwinist wordt na deze kleine gunst toeschietelijker en beperkt zich niet langer tot betrekkelijk summiere antwoorden, die het gesprek aanvankelijk kenmerkten.
Waarom stoort het u zo dat mensen zich overgeven aan religie en een god aanbidden?
„Mensen kunnen natuurlijk doen en laten wat ze willen. Maar ik ben een wetenschapper en hecht hartstochtelijk aan de waarheid. Ik geloof dat het een van de belangrijkste vragen is die je kunt stellen: ligt er aan het universum een bovennatuurlijk wezen ten grondslag of niet? Ik denk van niet. Ik heb er een boek over geschreven. Als mensen het willen lezen, staat dat ze vrij. Als ze het niet willen, dan niet.”
Maar als u religie het liefst ziet verdwijnen, kun je ook betogen dat het beter is die rustig te laten afsterven. Dat proces lijkt op veel plaatsen in volle gang.
„In sommige delen van Europa misschien. In Zweden, wellicht ook in Nederland en Groot- Brittannië. Maar zeker niet in Amerika. En daar zit een belangrijk deel van het Engelstalige publiek dat ik probeer te bereiken. Het is evenmin aan het afsterven in de islamitische wereld. En de islamitische wereld rukt demografisch gezien gevaarlijk op in Europa.”
Gevaarlijk?
„U komt uit Nederland. Kijk naar de moord op Theo van Gogh en de bedreigingen aan het adres van Ayaan Hirsi Ali.”
Dawkins is eerlijk genoeg te erkennen dat hij de islamitische wereld minder kent dan de christelijke. In tegenstelling tot de Bijbel, waarmee hij van kindsbeen af goed vertrouwd is, heeft hij de Koran nooit gelezen.
Hirsi Ali, die hij persoonlijk heeft ontmoet, beschouwt hij als een geestverwante, zij het niet op het politieke vlak. Hij heeft een hekel aan haar werkgever, het neoconservatieve American Enterprise Institute. Bij wijze van solidariteit met Hirsi Ali heeft Dawkins op zijn website (http://richarddawkins.net/) niettemin een oproep geplaatst om de kosten van haar beveiliging te helpen dekken.
Heeft u er een verklaring voor dat juist de Verenigde Staten zo in de greep verkeren van religie? Het land werd toch juist op seculiere grondslag gesticht?
„Misschien komt het daardoor. Als gevolg daarvan ontbreekt een gevestigde godsdienst zoals de anglicaanse kerk hier. Zo’n staatskerk haalt de dynamiek er uit. Hier gaan nog maar weinigen naar de kerk, al kruisen ze bij volkstellingen trouw het vakje ‘Church of England’ aan. In Amerika is er geen staatsgodsdienst en er is geen godsdienst toegestaan op staatsscholen. Zo is godsdienst een kwestie van particulier ondernemerschap geworden. Religie is er opgezet als een commerciële marketingcampagne, waarbij kerken met elkaar concurreren om de klanten en het geld dat er mee gepaard gaat. Daardoor zijn er van die megakerken, waar diensten worden gehouden alsof het om rockconcerten gaat met lichtshows, crèches en bijbellessen voor de kinderen. Je hele sociale leven draait rond zo’n kerk.”
Bent u zelf ook in zulke kerken geweest?
„Ik ben in zo’n megakerk geweest in Colorado Springs met predikant Ted Haggard, later in diskrediet geraakt door drugsgebruik en seks. Er zijn veel van zulke mensen. Ze hebben congregaties van tienduizenden mensen en bulken van het geld. Al die gelovigen geven tien procent van hun inkomen aan de kerk, belastingvrij. Veel leiders hebben privé-vliegtuigen, Rolls Royces en enorme huizen. Ze voeren het leven van de superrijken.”
Wat vindt u van de gelovigen, die in de ban raken van zulke kerkgenootschappen?
„Het is nauwelijks te vatten. Zo’n 45 procent van hen is echt volkomen getikt. Ze geloven dat de wereld minder dan 10.000 jaar oud is. Pure waanzin!”
Maar is dat seculiere karakter van de VS echt de verklaring? In een ander seculier land, Frankrijk, speelt religie volstrekt niet dezelfde rol als in de VS?
„Dat klopt, maar een aanvullende verklaring kan zijn dat de VS een natie van immigranten zijn. In het oude Europa waren de sociale structuren hechter dan in Amerika, waar de ene na de andere immigrantengolf arriveerde. Die misten vaak het oude netwerk van familie en vrienden. De kerken konden zich daardoor opwerpen als een substituut voor verwanten. Ze zorgen in alle opzichten voor hun leden. Als je je eenzaam voelt als immigrant, zorgt de kerk voor je.”
Geven veel mensen onder uw invloed hun godsdienst op?
„Dat weet ik niet precies. Ik denk dat veel mensen die diep religieus zijn mijn boek niet eens durven te openen. Waarschijnlijk zijn er meer mensen die wel het godsdienstvakje bij een volkstelling aankruisen maar religie verder niet erg serieus nemen. Zij zouden wel eens aan de andere kant van de schutting kunnen belanden. In Amerika kan ook een gevolg van mijn boek zijn dat mensen gauwer geneigd zijn openlijk voor hun atheïstische opvatting uit te komen. Velen durfden dat tot dusverre niet.”
Atheïsten blijven verdacht in Amerikaanse ogen?
„Je kunt bij voorbeeld bijna niet worden gekozen in een politiek ambt. Maar atheïsten zijn niet zo zeldzaam als je misschien zou denken. Het aantal mensen dat volgens opiniepeilingen tot de vrijdenkers, agnosten en atheïsten kan worden gerekend is groter dan menige minderheidsgodsdienst, onder meer de Amerikaanse joden.”
Krijgt u persoonlijk ook reacties van mensen die het geloof de rug toekeren?
„Op mijn website is een plek gereserveerd voor zulke mensen, ‘Converts’ Corner’. Daar staan er enkele.”
Ook Dawkins zelf is in zekere zin een bekeerde atheïst en darwinist. Hij groeide op met de Anglicaanse kerk. Na twijfels over het bestaan van God op zijn negende verzoende hij zich er weer enkele jaren mee op grond van het argument van het grote ontwerp dat achter de wereld moet zitten. Dit argument wordt tegenwoordig dankbaar gebruikt door creationisten. Een jaar of zeven later, als zestienjarige, toen hij zich vertrouwder had gemaakt met de opvattingen van Darwin, zei hij zijn geloof in God echter voorgoed vaarwel. Inmiddels is hij uitgegroeid tot de bekendste Britse atheïst sinds de befaamde filosoof Bertrand Russell, auteur van onder meer Why I am not a Christian.
In zijn boek hanteert Dawkins een schaal, die loopt van 1 (theïstisch: volkomen overtuigd van het bestaan van God) via 4 (agnostisch: ik weet het niet, het bestaan van God is even waarschijnlijk als het onwaarschijnlijk is) tot 7 (atheïstisch: volkomen overtuigd van het niet- bestaan van God). Zelf zegt Dawkins tussen niveau 6 (acht het bestaan van God zeer onwaarschijnlijk) en 7 te zitten.
Hoewel u vaak wordt afgeschilderd als een militante atheïst, laat u in uw boek toch de deur nog enigszins op een kier voor het bestaan van God?
„Ik ben wetenschapper. Het zou onwetenschappelijk zijn te zeggen: het is volstrekt zeker dat iets van dien aard niet bestaat. Maar ik plaats het op één lijn met feeën.”
U heeft ook het artikel ‘Atheists for Jesus’ geschreven. Kunt u echt waardering opbrengen voor de figuur van Jezus?
„Ik geloof dat hij met zijn leer en levenswijze een belangrijk moreel voorbeeld is geweest. Bij mij komt overigens wel eens de onderhoudende gedachte op dat Jezus een atheïst zou zijn, als hij vandaag de dag had geleefd.”
Is de wereld werkelijk beter af zonder religie?
„Ik denk van wel. Ik wil niet zeggen dat alle religieuze mensen slecht zijn en alle atheïsten goed. Natuurlijk niet. Maar ik denk dat als je iets krijgt onderwezen op grond van geloof alleen, zonder verdere bewijsvoering, je een gemakkelijke prooi wordt voor gewetenloze figuren, die je voor hun eigen doeleinden willen gebruiken. Als je geen scepsis wordt bijgebracht en je niet leert zaken te betwijfelen, ben je kwetsbaar voor kwaadaardige lieden als Hitler.
„Bij religie geldt dat als je van kindsbeen bent gehersenspoeld dat er geen dood is en dat je naar de hemel gaat als je Gods wil volgt, je sneller geneigd bent vreselijke dingen te doen. Zelfs mensen die oprecht denken dat ze goed zijn kunnen dan bij voorbeeld soms ongelovigen doden.”
Sommigen betogen dat er zonder de discipline die er van religie uitgaat chaos in de samenleving ontstaat.
„Dat is een afschuwelijke suggestie, want als dat waar zou zijn, zou dat betekenen dat de enige reden waarom we ons goed gedragen is dat we bang zijn te worden gesnapt door een onzichtbaar wezen dat alles ziet wat we doen en al onze gedachten leest. Iemand die ook zonder die druk goed kan zijn, is zeker een veel betere persoon dan een persoon die alleen goed is omdat hij bang is dat God hem de hele tijd in de gaten houdt. Het werkt hoe dan ook niet goed op basis van het geloof. Veel mensen die zeggen gelovig te zijn, zijn in staat tot verwerpelijk gedrag. De maffia bestaat uit katholieken. Hoe brengen ze hun daden in overeenstemming met hun geloof dat God hen de hele tijd observeert?”
Ziet u vooruitgang? Wordt de rol van religie wereldwijd minder?
„Zeker, met ups en downs en veel gezigzag. Maar historisch gezien gaat het in de goede richting. Ik geloof ook dat er een trend is dat mensen aardiger worden, ondanks vreselijke ontsporingen als die van Hitler.”
Maar in Amerika en in de islamitische wereld is de samenleving waarschijnlijk meer doordrenkt van religie dan 20 jaar geleden.
„Dat is waar, maar dat valt onder die zigzagbeweging, waarover ik het had. Dat is naar mijn mening een tijdelijke achteruitgang. Als je het over een tijdsbestek van eeuwen beziet, is dat toch niet de trend in de wereld.”
Hoe gevaarlijk is het creationisme? Het lijkt veel religieuze groeperingen nieuwe impulsen te geven, vooral in de Verenigde Staten.
„Het is uit onderwijskundig opzicht gevaarlijk doordat het een generatie helpt opleiden die anti-wetenschappelijk en anti-rationeel en anti- sceptisch is. Voor een land als de Verenigde Staten dat zich graag opwerpt als wetenschappelijk leider van de wereld zou het rampzalig kunnen zijn. Concurrenten kunnen er hun voordeel mee doen.”
Heeft u in het algemeen het gevoel dat de wetenschap terrein moet prijsgeven in de wereld? Ook in dit land moeten veel bètafaculteiten sluiten?
„Dat is wel enigszins het geval, ja. Ik weet niet of religie daarvan de schuld kan worden gegeven of dat andere culturele krachten daarvoor verantwoordelijk zijn. Ik geloof dat de filosofische doctrine van het cultuurrelativisme, waarbij jouw waarheid jouw waarheid is en mijn waarheid mijn waarheid zonder dat de een meer waarde heeft dan de ander een heel verontrustende ontwikkeling is. Daardoor ontstaat een klimaat waarbij een feitelijke onderbouwing van iets door de andere kant al gauw wordt gezien als een vals complot, zonder dat er serieus wordt gekeken naar het waarheidsgehalte ervan.”
Acht u het in dit verband bezwaarlijk dat veel scholen zowel in Nederland als in Groot-Brittannië nog worden beheerd door kerken?
„Het betekent niet per se dat het slechtere scholen zijn. Veel anglicaanse scholen leveren goed werk. Ze hersenspoelen kinderen niet, al zouden ze dat op zichzelf makkelijk kunnen doen. Daarover ben ik niet zo pessimistisch. Waar ik me wel zorgen over maak is dat doordat zulke scholen al bestaan ook andere godsdiensten zoals de islam hun eigen scholen zullen vragen. Die zouden minder heilzaam zijn en kinderen vermoedelijk sterker indoctrineren. Het gevolg daarvan zou zijn dat de kinderen in het land sterker van elkaar gescheiden raken. Je hebt dat patroon ook kunnen zien met de protestantse en katholieke scholen in Noord-Ierland. Die hebben het land intens verdeeld. Voortdurend hebben die kinderen vooroordelen ingestampt gekregen, zodat ze nooit dingen samen doen.”
Maar u heeft geen moeite met het principe van een religieuze school in de 21-ste eeuw?
„Jawel, ik ben er tegen omdat ze de gemeenschap verdelen en omdat ze kinderen bijbrengen: dit is je godsdienst en jij hoort bij deze godsdienst en daarom moet je dit geloven. Ik ben er overigens wel voor kinderen godsdienstles te geven waarbij wereldgodsdiensten met elkaar worden vergeleken. Uit historische en literaire overwegingen is het belangrijk voor kinderen iets over religie te weten. Zonder kennis van het christendom en de Bijbel kun je de Europese geschiedenis helemaal niet begrijpen. ”
Ziet u zichzelf als een late fakkeldrager van de achttiende-eeuwse Verlichting?
„Met die omschrijving kan ik wel leven. Ik beschouw me echt als een kind van de Verlichting.”
Betekent dat ook dat u de westerse beschaving, die daarmee toch vaak wordt geassocieerd, als superieur aan anderen beschouwt?
„Ik wil daar niet snobistisch over doen. Ook beschavingen als die van de Australische aboriginals of de Hooglanders uit Nieuw Guinea hebben waardevolle elementen. Het is goed inzicht te krijgen in de manier waarop zo’n cultuur naar de wereld kijkt. Niettemin is de visie van de wereld en het universum die de moderne wetenschap ons geeft waar, terwijl de visie van de Aboriginals en de Nieuw-Guinese Hooglanders eenvoudigweg niet klopt voor zover ze denken dat de wereld pas enkele duizenden jaren geleden is begonnen. Het betekent niet dat ik hun beschaving niet respecteer.”
Denkt u in dit verband dat de wetenschap dichtbij het volledig doorgronden is van alle vragen van het universum, zoals u in uw boek enigszins suggereert?
„Misschien, ik ben daar niet zeker van. Soms voel ik me daarover optimistisch, soms niet. Het is een vreemd, stekelig optimisme. Als het ooit zover zou komen, dat alle vragen waren beantwoord, zou het leven nogal saai worden.”
Biografie Richard Dawkins
1941 Op 26 maart in Nairobi in Kenia geboren.
1966 Afgestudeerd in zoölogie aan de Universiteit van Oxford. Hij werk onder andere als assistent van de Nederlandse Niko Tinbergen.
2006 Oprichting van de Richard Dawkins foundation
2006 Publicatie van zijn boek The God Delusion. Zijn meest verkochte boek met meer dan 1,5 miljoen exemplaren en vertalingen in 31 talen.
NRC
Abonneren op:
Posts (Atom)