De zin en onzin omtrent dierenrechten
Dierenrechten staan de laatste tijd steeds meer in de belangstelling. Dierenrechtenactivisten lijken het tij mee te hebben. Hun politieke tak heeft twee zetels in de tweede kamer en hun militante tak heeft het voor elkaar gekregen dat een projectontwikkelaar zich terug heeft getrokken uit een project in Venray waar naar vermoeden dierproeven zouden gaan plaatsvinden. Gooi ik nu alle dierenrechtenactivisten op een hoop? Ja, dat doe ik en dat doe ik met reden. Dierenrechtenactivisme zoals dat wordt beoefend door bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren lijkt onschuldig en sympathiek maar daar kun je de nodige vraagtekens bij stellen. Het gedachtengoed van al deze nobele dierenbevrijders komt in grote lijnen op hetzelfde neer.
Wie niet beter zou weten zou kunnen menen dat de uitspraken van dierenrechtenactivisten allemaal afkomstig zijn van dezelfde auteur. Dit is niet ver bezijden de waarheid. Het gedachtegoed van de dierenrechtenbeweging gaat voor een groot deel terug op de denkbeelden van de Australische filosoof Peter Singer. Deze schreef in 1975 zijn beroemde boek Animal Liberation. Zijn belangrijkste uitgangspunten zijn dat mens en dier aan elkaar gelijk zijn. Wanneer we dieren slechter behandelen dan we een mens zouden behandelen dan doen we aan 'specieïsme' (discriminatie op grond van soort; analoog aan racisme en seksisme). Verder stelt Singer dat het feit dat dieren minder intelligent zijn dan mensen ons niet het recht geeft om dieren slecht te behandelen. Dieren kun je op dit punt vergelijken met zuigelingen of geestelijk gehandicapten die je ook menselijk behandelt. Dieren mag je geen onnodige pijn toebrengen volgens Singer en zijn volgelingen. Het houden van dieren voor menselijke consumptie is volgens deze lieden op zijn minst dubieus. We zouden bij voorkeur vegetariër of nog liever veganist moeten zijn. Vivisectie (dierproeven) is volgens Singer slechts toegestaan als de baten opwegen tegen de kosten. Eigenlijk zijn dierproeven alleen bij wijze van uitzondering toegestaan voor medische doeleinden als er echt geen andere mogelijkheden zijn. Hierbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat wetenschappers de nodige ethische uitgangspunten hanteert en dierproeven zoveel mogelijk proberen te beperken. Ze gaan ook voorbij aan het feit dat er niet altijd alternatieven voor dierproeven aanwezig zijn.
Wetenschappers gaan doorgaans zeer zorgvuldig om met dierproeven. Onderzoekers zijn gehouden aan de zogenaamde drie V's: verfijning, vermindering en vervanging. Iedereen die aan dierproeven doet moet kijken of een van de drie V's mogelijk is. Bij verfijning moet je denken aan het verminderen van het ongerief bij de proefdieren. Vermindering betekent dat je minder proefdieren gebruikt. Vervanging betekent dat je het gebruik van proefdieren overbodig maakt. Dat laatste is natuurlijk ideaal, maar omdat dat lang niet altijd mogelijk is moeten we wel aan dierproeven blijven doen. Dit gaat ook de onderzoekers aan het hart. Onderzoekers zijn geen onmensen. Het door dierproeven veroorzaakte dierenleed is onvermijdelijk als we ziektes als bijvoorbeeld aids, malaria, mutiple sclerose, hepatitis en tuberculose willen bestrijden.
Dierenrechtenactivisten hebben er een handje van om wetenschappers die aan dierproeven doen af te schilderen als sadistische dierenbeulen en schrikken er niet voor terug om het grote publiek te misleiden met onjuiste informatie met betrekking tot dierproeven. Deze proeven zijn lang niet in alle gevallen wreed. Dierenrechtenactivisten doen echter voorkomen alsof dat wel het geval is en bespelen de publieke opninie. Veel mensen zijn tamelijk sentimenteel als het om dieren gaat en laten zich makkelijk verleiden door zielige zeehondjes en schattige ijsbeertjes. Dierenrechtenactivisten kunnen makkelijk scoren door op deze sentimenten in te spelen. Bepaalde groepen binnen het dierenrechtenactivisme vinden dat het manipuleren van de publieke opinie niet effectief genoeg is en gaan over tot geweld en intimidatie. Nu hebben ze in Nederland hun eerste betreurenswaardige succes behaald en zijn ze ere in geslaagd de aanleg van een bio science park stil te leggen. In Engeland, waar ze al veel langer te kampen hebben met deze terreur, schrikken deze activisten er niet voor terug om lijken op te graven voor hun goede zaak. De dierenrechtenbeweging is gebaseerd op een radicale ideologie die wel moet leiden tot terreur. Het is tijd voor een tegenbeweging. Laten we opkomen voor het gezond verstand en zorgen dat boeren gewoon eerlijk hun brood kunnen verdienen en wetenschappers ons verder vooruit kunnen blijven helpen bij het bestrijden van ziekten.
zaterdag 1 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten