Ik ken geen vlag of volkslied,
geen volk of vaderland.
Grenzen zijn voor mij
slechts lijnen op een kaart.
Ras of huidskleur zijn
voor mij niet relevant.
Ik ken geen wortels en geen heimwee,
ik voel niets bij Nederland.
Ik maak deel uit van de Wereld,
niet van een vaderland
Mijn wieg stond toevallig
op een ingepolderd stuk moeras.
Daar wonen dwergen die
niet verder kijken dan
de grenzen van hun dorp,
die roepen “vol is vol.”
Ze nemen pindakaas mee en hagelslag
in de caravan want
dat buitenlandse eten
dat vreten ze niet,
dat moeten ze niet,
net als de buitenlanders.
Laat ze stikken in hun polder
in hun hagelslag en drop,
in hun voetbal en hun schaatsen,
in hun verongelijkt gezeur.
Laat ze sterven met
hun angst voor buur en buitenlander,
maar laat mij leven
en ademen
en liefhebben.
Laat me liefhebben alle mensen
laat me liefhebben in de zesduizend talen
van de wereld
laat me liefhebben zonder grenzen
laat me de wereld omhelzen.
zaterdag 17 mei 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten